Wet van 10 februari 2021 tot wijziging van de Mediawet 2008 in verband met aanscherping van de nieuwedienstenprocedure, modernisering van procedures voor de benoeming van raden van toezicht en besturen, modernisering van het bestuur en verduidelijking van de positie van de Ster, alsmede technische verbeteringen onder meer in verband met taken van het Commissariaat voor de Media

Wet van 10 februari 2021 tot wijziging van de Mediawet 2008 in verband met aanscherping van de nieuwedienstenprocedure, modernisering van procedures voor de benoeming van raden van toezicht en besturen, modernisering van het bestuur en verduidelijking van de positie van de Ster, alsmede technische verbeteringen onder meer in verband met taken van het Commissariaat voor de Media

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de procedure bij nieuwe of significant gewijzigde aanbodkanalen te verduidelijken in de wet en tevens onderdelen ter aanscherping van de besluitvorming daarover toe te voegen, dat het tevens wenselijk is de procedures voor de benoeming van de raden van toezicht van de NPO, de RPO, de NOS en de NTR, en voor de benoeming van het Commissariaat voor de Media en het bestuur van het Stimuleringsfonds voor de journalistiek aan te passen aan actuele opvattingen over governance, mede in het licht van de specifieke posities van de betrokken organisaties op het terrein van de publieke media, alsmede dat het wenselijk is het bestuur van de Ster te moderniseren en de positie van de Ster in het publieke mediabestel te verduidelijken, en dat het ten slotte wenselijk is enige technische verbeteringen aan te brengen onder meer ten behoeve van de uitvoering van taken door het Commissariaat voor de Media, en dat het daartoe noodzakelijk is de Mediawet 2008 aan te passen; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Mediawet 2008 wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 1.1, eerste lid, wordt in de alfabetische volgorde ingevoegd:Autoriteit Consument en Markt:

Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;. BIn artikel 2.3, tweede lid, wordt «de NPO en de landelijke publieke media-instellingen» vervangen door «de NPO, de landelijke publieke media-instellingen en de Ster». CArtikel 2.5 wordt als volgt gewijzigd:1. In het tweede lid wordt «een functieprofiel» vervangen door «profielschetsen voor de vacature en voor de raad als geheel». 2. In het derde lid wordt «het functieprofiel» vervangen door «de profielschetsen» en «dit» door «deze». 3. In het vierde lid komt de tweede zin te luiden: De benoemingsadviescommissie adviseert de raad van toezicht. 4. Onder vernummering van het vijfde tot en met negende lid tot zevende tot en met elfde lid worden twee leden ingevoegd, die luiden: 5. De raad van toezicht geeft een zwaarwegend advies aan Onze Minister voor de voordracht, bedoeld in het eerste lid. 6. Het advies, bedoeld in het vijfde lid, is gemotiveerd, waarbij in elk geval wordt ingegaan op de geschiktheid, de profielschetsen, de positie van de kandidaat in het rooster van aftreden en de procedure die heeft geleid tot het advies. 5. In het negende lid (nieuw) wordt «het functieprofiel» vervangen door «de profielschetsen». CaAan artikel 2.6, eerste lid, wordt, onder vervanging van «; en» aan het slot van onderdeel g voor een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h voor «; en», een onderdeel toegevoegd, luidende: i. een bestuursfunctie of een dienstbetrekking bij een politieke partij, voor zover de bestuursfunctie of dienstbetrekking op landelijk niveau wordt uitgeoefend. CbIn artikel 2.9, eerste lid, wordt «c tot en met h» vervangen door «c tot en met i».DArtikel 2.21 wordt als volgt gewijzigd:1. In het tweede lid wordt na de eerste zin een zin ingevoegd, die luidt: Bij toepassing van het vierde lid wordt het advies gevraagd na afloop van de termijn, genoemd in dat lid, onder a. 2. Onder vernummering van het vierde lid tot achtste lid worden vier leden ingevoegd, die luiden: 4. Voor zover de instemming, bedoeld in het derde lid, betrekking heeft op een nieuw of significant gewijzigd aanbodkanaal: a. kunnen belanghebbenden gedurende vier weken na openbaarmaking van het concessiebeleidsplan mondeling of schriftelijk zienswijzen naar voren brengen bij Onze Minister; en b. verzoekt Onze Minister de Autoriteit Consument en Markt na afloop van de termijn, genoemd onder a, een rapportage uit te brengen met een analyse van de mogelijke effecten van het aanbodkanaal op de daarvoor relevante markten. 5. Bij toepassing van het vierde lid maken het Commissariaat, de Raad voor cultuur en de Autoriteit Consument en Markt ten behoeve van hun adviezen dan wel rapportage gebruik van de zienswijzen, bedoeld in dat lid, onder a. Onze Minister doet die zienswijzen aan hen toekomen. 6. Het Commissariaat kan de Autoriteit Consument en Markt de gegevens verstrekken die noodzakelijk zijn voor de analyse, bedoeld in het vierde lid, aanhef en onder b. 7. Op de voorbereiding van een besluit over instemming als bedoeld in het vierde lid is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. 3. In het achtste lid (nieuw) wordt «Het eerste, tweede en derde lid» vervangen door «Het eerste tot en met zevende lid». DaIn artikel 2.24 wordt, onder vernummering van het tweede tot derde lid, een lid ingevoegd, luidende: 2. Het lidmaatschap van de raad van toezicht of het bestuur van een omroepvereniging is onverenigbaar met: a. het lidmaatschap van een van beide Kamers der Staten-Generaal; b. een bestuursfunctie of een dienstbetrekking bij een politieke partij, voor zover de bestuursfunctie of dienstbetrekking op landelijk niveau wordt uitgeoefend. DbIn artikel 2.24a wordt, onder vernummering van het tweede tot derde lid, een lid ingevoegd, luidende: 2. Het lidmaatschap van de raad van toezicht of het bestuur van een samenwerkingsomroep is onverenigbaar met: a. het lidmaatschap van een van beide Kamers der Staten-Generaal; b. een bestuursfunctie of een dienstbetrekking bij een politieke partij, voor zover de bestuursfunctie of dienstbetrekking op landelijk niveau wordt uitgeoefend. EArtikel 2.34c wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt «op voordracht» vervangen door «op zwaarwegende voordracht». 2. Er worden drie leden toegevoegd, die luiden: 5. Bij een vacature draagt de raad van toezicht zorg voor de procedure die leidt tot de voordracht, bedoeld in het eerste lid. In elk geval het opstellen en het openbaar maken van profielschetsen voor de vacature en voor de raad als geheel zijn onderdeel van die procedure. 6. De voordracht van de raad van toezicht aan Onze Minister is gemotiveerd, waarbij in elk geval wordt ingegaan op de geschiktheid, de profielschetsen, de positie van de kandidaat in het rooster van aftreden en de procedure die heeft geleid tot de voordracht. 7. Onze Minister neemt de voordracht over, tenzij deze in strijd is met: a. deze wet; b. eisen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT