Wet van 11 juli 2018 tot wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met de verbeteringen die worden doorgevoerd in het tuchtrecht alsmede verbeteringen ten aanzien van het functioneren van de wet

Wet van 11 juli 2018 tot wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met de verbeteringen die worden doorgevoerd in het tuchtrecht alsmede verbeteringen ten aanzien van het functioneren van de wet

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg te wijzigen zodat het tuchtrecht toekomstbestendig wordt en zodat het functioneren van de wet in het algemeen verbeterd wordt; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: – andere overeenkomstsluitende staat:

staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland; – BIG-nummer:

nummer, bedoeld in artikel 3, tweede lid; – erkend specialistenregister:

een specialistenregister ten aanzien waarvan op grond van artikel 14, eerste lid, de specialistentitel is erkend, dan wel een specialistenregister dat op grond van artikel 16 in het leven is geroepen; – geneeskunst:

gebied van de individuele gezondheidszorg in het kader waarvan handelingen worden verricht, die: a. ertoe strekken een persoon van een ziekte te genezen; b. een persoon voor het ontstaan van een ziekte te behoeden; c. ertoe strekken de gezondheidstoestand van een persoon te beoordelen; d. ertoe strekken verloskundige bijstand bij een persoon te verlenen; e. gericht zijn op het afnemen van bloed bij een persoon dan wel het wegnemen van weefsel, voor andere doeleinden dan die bedoeld onder a tot en met d; f. gericht zijn op het wegnemen van weefsel bij een overledene en het verrichten van sectie; g. gericht zijn op het aanbrengen, modificeren, herstructureren en wegnemen van weefsel bij een persoon, voor andere doeleinden dan die bedoeld onder a tot en met d; – individuele gezondheidszorg:

zorg die rechtstreeks betrekking heeft op een persoon en ertoe strekt diens gezondheid te bevorderen of te bewaken, het onderzoeken en het geven van raad daaronder begrepen, waaronder geneeskunst; – inspecteur:

de inspecteur van het Staatstoezicht op de volksgezondheid; – Onze Minister:

Onze Minister voor Medische Zorg; – register:

een op grond van artikel 3, eerste lid, ingesteld register; – vooronderzoeker:

degene die op grond van artikel 66, eerste lid, tot het verrichten van een vooronderzoek is aangewezen dan wel dit onderzoek als aangewezene heeft verricht. B Artikel 2 vervalt. C Artikel 3, wordt als volgt gewijzigd: 1. Aan het tweede lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Bij ministeriële regeling kunnen gegevens worden aangewezen die ten behoeve van het identificeren van beroepsbeoefenaren bij de inschrijving worden vermeld. 2. Onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot het vierde tot en met zesde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende: 3. De naam, de voorletters, het geslacht, het BIG-nummer en het betreffende beroep en specialisme van een ingeschrevene zijn openbaar. Bij ministeriële regeling kunnen andere gegevens worden aangewezen die openbaar zijn om een beroepsbeoefenaar in het register te kunnen vinden. 3. Na het zesde lid (nieuw) wordt een lid toegevoegd, luidende: 7. De regionale tuchtcolleges en het centraal tuchtcollege hebben voor de uitoefening van hun taak als bedoeld in hoofdstuk VII, toegang tot de informatie in de registers. Bij ministeriële regeling kunnen daarover nadere regels worden gesteld. D Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid komt te luiden: 1. Onverminderd artikel 48, eerste lid, onder d, is aan degene die in een register ingeschreven staat het recht voorbehouden de in artikel 3, eerste lid, aan de hoedanigheid waarin zij ingeschreven wordt, gegeven benaming als titel te voeren. 2. Onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot derde en vierde lid, vervalt het derde lid (oud). E Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4

a.

Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald in welke gevallen en op welke wijze de beoefenaar van een beroep als bedoeld in artikel 3, eerste lid, het publiek kenbaar maakt onder welk BIG-nummer hij is ingeschreven. EA Aan artikel 7 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende: f. indien zulks voortvloeit uit een maatregel, berustend op een op grond van de Wet medisch tuchtrecht BES opgelegde maatregel, op grond waarvan de ingeschrevene zijn rechten ter zake van de uitoefening van het betrokken beroep tijdelijk of blijvend geheel heeft verloren. F Artikel 7a wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van besluiten, bedoeld in artikel 10, die strekken tot het plaatsen van een aantekening als bedoeld in artikel 9, tweede lid, onderdeel a. G Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt na «bedoelde verklaring of» ingevoegd: de datum waarop de ingeschrevene een diploma heeft behaald op grond waarvan de ingeschrevene. 2. In het zesde lid wordt «een getuigschrift of verklaring» vervangen door: een getuigschrift, een verklaring of een diploma. H Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, onderdelen a en b, vervalt telkens «aan de ingeschrevene» en wordt telkens voor de punt aan het slot ingevoegd «indien dit op grond van artikel 48, tiende lid, door het regionale tuchtcollege of het centraal tuchtcollege is beslist». 2. Het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden: c. de schorsing van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 48, eerste lid, onder d; 3. In het eerste lid, onderdeel d, vervalt: een ingeschrevene. 4. In het eerste lid, onderdeel e, vervalt: in het register ingeschreven staande. 5. In het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt door een puntkomma in onderdeel i, vier onderdelen toegevoegd, luidende: j. de bevoegdheid van een krachtens artikel 5 aangewezen beroepsbeoefenaar om de krachtens artikel 36, veertiende lid, aangewezen UR-geneesmiddelen voor te schrijven, onder vermelding van de categorie van beroepsbeoefenaren waartoe de betrokken beroepsbeoefenaar behoort; k. de op grond van artikel 48, tweede lid, opgelegde beperkingen met betrekking tot het beroepsmatig handelen op het gebied van de individuele gezondheidszorg; l. de beslissing als bedoeld in artikel 48a, tweede lid, tot de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke maatregel; m. de last tot onmiddellijke onthouding van de beroepsactiviteiten, bedoeld in artikel 85a. 6. Het tweede lid komt te luiden: 2. In het register wordt ten aanzien van een geregistreerd of voormalig geregistreerd beroepsbeoefenaar een aantekening geplaatst van: a. een in het buitenland gegeven rechterlijke, tuchtrechtelijke of bestuursrechtelijke beslissing op grond waarvan de beroepsbeoefenaar zijn rechten ter zake van de uitoefening van het recht het betrokken beroep uit te oefenen in het land waar de beslissing is gegeven tijdelijk of blijvend geheel of gedeeltelijk heeft verloren. Indien die rechterlijke uitspraak tevens inhoudt een beperking in het recht om andere beroepen in de individuele gezondheidszorg uit te oefenen, wordt die beperking eveneens aangetekend. b. een op grond van de Wet medisch tuchtrecht BES gegeven tuchtrechtelijke beslissing op grond waarvan de beroepsbeoefenaar zijn rechten ter zake van de uitoefening van het betrokken beroep op Bonaire, St. Eustatius en Saba tijdelijk of blijvend geheel of gedeeltelijk dan wel voorwaardelijk heeft verloren. Indien die tuchtrechtelijk beslissing tevens inhoudt een beperking in het recht om andere beroepen in de individuele gezondheidszorg uit te oefenen, wordt die beperking eveneens aangetekend. 7. Onder vernummering van het vierde tot en met zesde lid tot vijfde tot en met zevende lid, wordt een lid ingevoegd, luidende: 4. In het register wordt ten aanzien van een geregistreerd of voormalig geregistreerd beroepsbeoefenaar een aantekening geplaatst van: a. rechterlijke uitspraken inhoudende de ontzetting van of beperking op het recht het betrokken beroep uit te oefenen. Indien die rechterlijke uitspraak tevens inhoudt een ontzetting van of beperking in het recht om ook andere beroepen in de individuele gezondheidszorg uit te oefenen, wordt die ontzetting of beperking eveneens aangetekend. b. een op grond van artikel 14c, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht gestelde bijzondere voorwaarde een inperking voortvloeit van de bevoegdheid het betrokken beroep uit te oefenen. Indien die bijzondere voorwaarde tevens inhoudt een voortvloeit van de bevoegdheid om andere beroepen in de individuele gezondheidszorg uit te oefenen, wordt die inperking eveneens aangetekend. 8. In de aanhef van het vijfde lid (nieuw) wordt «eerste of tweede lid» vervangen door: eerste tot en met vierde lid. 9. In het vijfde lid (nieuw), onderdeel b, wordt na «recht op wederinschrijving» ingevoegd: , de last tot onmiddellijke onthouding van de beroepsactiviteiten. 10. In het vijfde lid (nieuw) onderdeel c, wordt na «de schorsing» ingevoegd: of de last tot onmiddellijke onthouding van de beroepsactiviteiten. 11. In het zesde lid (nieuw) wordt na de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT