Wet van 19 oktober 2022, houdende wijziging van de Wet inburgering 2021 in verband met aanpassing van het overgangsrecht

Wet van 19 oktober 2022, houdende wijziging van de Wet inburgering 2021 in verband met aanpassing van het overgangsrecht

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet inburgering 2021 te wijzigen, om het overgangsrecht aan te passen in verband met het wegnemen van enige hardheden in de Wet inburgering; Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet inburgering 2021 wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 1, eerste lid, wordt in de alfabetische volgorde ingevoegd:Wet inburgering:

de Wet inburgering, zoals die wet luidde de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet. AaArtikel 32, tweede lid, komt als volgt te luiden:2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over: a. de aanwijzing van een instelling; b. de verlening van een keurmerk aan cursusinstellingen; c. de invulling van de eisen van het keurmerk, bedoeld in artikel 2.78a, eerste lid, onderdeel b, van de Aanbestedingswet 2012; d. de vergoeding die is verschuldigd in verband met de afgifte en het beheer van het keurmerk, en het toezien of wordt voldaan aan de eisen van het keurmerk. BAan artikel 54 worden vijf leden toegevoegd, luidende:3. Een vrijstelling op grond van het bepaalde bij of krachtens artikel 5, eerste lid, onderdeel e, van de Wet inburgering, wordt beschouwd als een vrijstelling als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel d, van deze wet. 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen, in afwijking van de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur op grond van de artikelen 6, derde lid, 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a, en 16, vijfde lid, van de Wet inburgering gestelde regels, ter begunstiging regels worden gesteld: a. omtrent de voorwaarden waaronder en de termijn waarbinnen een ontheffing kan worden afgegeven; b. omtrent de voorwaarden waaronder de termijnen op grond van de artikelen 7a, derde lid, en 7b, derde lid, van de Wet inburgering kunnen worden verlengd; c. waarmee de verplichting om de lening terug te betalen wanneer sprake is van overschrijding van de termijnen, genoemd in de artikelen 7a en 7b, van de Wet...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT