Wet van 22 februari 2017 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de invoering van het lerarenregister en het registervoorportaal

Wet van 22 februari 2017 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de invoering van het lerarenregister en het registervoorportaal

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de positie van leraren en docenten in de school of instelling te verstevigen en hun beroepskwaliteit te verbeteren; dat het daarvoor noodzakelijk is een omschrijving van het beroep van leraar of docent, diens professionele ruimte en het onderhoud van zijn bekwaamheid door middel van een lerarenregister en een registervoorportaal wettelijk te verankeren; dat het daarvoor noodzakelijk is de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs aan te passen; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE WET OP HET PRIMAIR ONDERWIJS

De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: 1. In de begripsbepaling «persoonsgebonden nummer» vervalt: , bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer,. 2. Na de begripsbepaling van «bevoegd gezag van volgens deze wet bekostigde scholen» wordt een begripsbepaling ingevoegd: burgerservicenummer:

burgerservicenummer als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer; 3. Onder vervanging van de punt aan het slot van de begripsbepaling «afdeling» door een puntkomma, worden de volgende begripsbepalingen toegevoegd: lerarenregister:

lerarenregister als bedoeld in artikel 38b; herregistratiecriteria:

herregistratiecriteria die op grond van artikel 38c, eerste lid, zijn vastgesteld; registervoorportaal:

registervoorportaal als bedoeld in artikel 38p; basisgegevens:

gegevens als bedoeld in artikel 38g, eerste lid, onderdelen a tot en met d. B Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het tweede lid komt te luiden: 2. Het onderwijs in de onderwijsactiviteit zintuiglijke en lichamelijke oefening in het derde tot en met achtste schooljaar kan in afwijking van het eerste lid, onderdeel b, onder 1, behalve door degene die beschikt over een in dat onderdeel b, onder 1, bedoeld getuigschrift waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de bekwaamheidseisen voor het geven van lichamelijke opvoeding in het voortgezet onderwijs, uitsluitend worden gegeven door degene die beschikt over een in dat onderdeel b, onder 1, bedoeld getuigschrift waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de bekwaamheidseisen die zijn vastgesteld krachtens artikel 32a, eerste lid, en a. in het bezit is van een bij ministeriële regeling aangewezen getuigschrift dat specifiek is gericht op de bekwaamheid tot het geven van dat onderwijs, of b. onderwijs volgt ter verkrijging van een dergelijk getuigschrift, in welk geval betrokkene het onderwijs in deze onderwijsactiviteit mag geven gedurende ten hoogste twee aaneengesloten schooljaren, gerekend vanaf het moment waarop betrokkene het onderwijs ter verkrijging van dit getuigschrift voor de eerste maal volgt. 2. Er wordt een lid toegevoegd: 5. Op de inzet van een leraar voor schoolonderwijs zijn de artikelen 31a, en 38b tot en met 38v van toepassing. C Na artikel 31 wordt ingevoegd:

Artikel 31

a. Het beroep van leraar.

  1. Onder het beroep van leraar wordt verstaan het binnen de kaders van het onderwijskundig beleid van de school, verantwoordelijkheid dragen voor het vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische proces in de school. 2. Leraren komt een zelfstandige verantwoordelijkheid toe als het gaat om het beoordelen van de onderwijsprestaties van leerlingen. 3. Leraren beschikken over voldoende vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische zeggenschap, waaronder wordt verstaan de zeggenschap over: a. de inhoud van de lesstof; b. de wijze waarop de lesstof wordt aangeboden en de middelen die daarbij worden gebruikt; c. de te hanteren pedagogisch-didactische aanpak op de school en de wijze waarop daar uitvoering aan wordt gegeven, waaronder de begeleiding van de leerlingen en de contacten met de ouders; d. het in samenhang met de onderdelen a, b en c, onderhouden van de bekwaamheid van de leraren als onderdeel van het team. 4. Het bevoegd gezag stelt in overleg met de leraren een professioneel statuut op waarin de afspraken zijn opgenomen over de wijze waarop de zeggenschap van leraren, bedoeld in het derde lid, wordt georganiseerd. Bij het opstellen van het professioneel statuut wordt de professionele standaard van de beroepsgroep in acht genomen. D Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd: 1. In artikel 32, vijfde lid, wordt «te voldoen aan artikel 3, eerste lid, of op grond van het derde lid van dat artikel bevoegd te zijn tot het geven van onderwijs» vervangen door: te voldoen aan de desbetreffende vereisten, bedoeld in artikel 3, eerste tot en met vierde lid. 2. Er worden twee leden toegevoegd: 12. De periode waarvoor een leraar op grond van de dit artikel en artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 3, tweede lid, aanhef en onderdeel b, en vierde lid, maximaal kan worden benoemd of kan worden tewerkgesteld zonder benoeming, vangt niet opnieuw aan door eenzelfde volgende benoeming of tewerkstelling zonder benoeming. 13. Na benoeming of tewerkstelling zonder benoeming verstrekt het bevoegd gezag binnen een maand de basisgegevens van de leraar overeenkomstig de artikelen 38h, eerste lid, en 38r aan Onze Minister voor opname in het lerarenregister of het registervoorportaal. E In artikel 32b wordt «waarvoor bekwaamheidseisen zijn vastgesteld» vervangen door: waarvoor bekwaamheidseisen als bedoeld in artikel 32a, tweede en derde lid, zijn vastgesteld. F Na artikel 38a worden twee paragrafen ingevoegd:

Paragraaf 3a. Lerarenregister

Artikel 38

b. Lerarenregister.

  1. Er is een lerarenregister. In het lerarenregister zijn van leraren voor wie de grond voor benoeming of tewerkstelling zonder benoeming is gelegen in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 1 en 2, tweede lid, aanhef en onderdeel a, of derde lid, persoonsidentificerende gegevens, en gegevens betreffende de school, de benoeming of tewerkstelling zonder benoeming, en de herregistratie opgenomen. 2. Het lerarenregister heeft tot doel: a. het vastleggen van het onderwijs waarvoor een leraar is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 1 en 2, tweede lid, aanhef en onderdeel a, of derde lid; b. het vastleggen op welke wijze een leraar voldoet aan de bekwaamheidseisen; en c. het vastleggen of een leraar voldoet aan de herregistratiecriteria. 3. In aanvulling op het tweede lid heeft het lerarenregister tot doel gegevens te verstrekken: a. aan Onze Minister ten behoeve van de beleidsvorming; en b. aan de inspectie voor zover de verwerking van die gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van haar publieke taak. 4. Onze Minister draagt zorg voor het beheer van het lerarenregister.

Artikel 38

c. Herregistratiecriteria.

  1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden herregistratiecriteria en regels voor herregistratie vastgesteld voor leraren die zijn opgenomen in het lerarenregister. 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels vastgesteld voor het door Onze Minister te valideren activiteitenaanbod voor herregistratie. 3. Onze Minister stelt een beroepsorganisatie die hij vanuit het oogpunt van beroepskwaliteit representatief acht voor leraren, in de gelegenheid hem een voorstel te doen voor herregistratiecriteria en regels ter validering van het activiteitenaanbod. Onze Minister stelt deze organisatie vervolgens in elk geval eenmaal in de vier jaar in de gelegenheid, hem een voorstel te doen over het in stand laten of wijzigen van de herregistratiecriteria en regels ter validering van het activiteitenaanbod. Een voorstel als bedoeld in de eerste en tweede volzin heeft draagvlak bij een vertegenwoordiging van bevoegde gezagsorganen. 4. De herregistratiecriteria omvatten criteria die gericht zijn op het bekwaamheidsonderhoud van de leraar en criteria die gericht zijn op besluitvorming over herregistratie op grond van artikel 38l. Bij het opstellen van het voorstel voor de herregistratiecriteria worden de bekwaamheidseisen, bedoeld in artikel 32a, eerste lid, in acht genomen. 5. Het bevoegd gezag stelt een leraar in staat om te voldoen aan de herregistratiecriteria van het onderwijs waarvoor hij is benoemd of tewerkgesteld zonder benoeming op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel b, onder 1 en 2, tweede lid, aanhef en onderdeel a, of derde lid. 6. De leraar is, gelet op artikel 38l, verantwoordelijk voor het verrichten van activiteiten die zijn gevalideerd op grond van het tweede lid, en heeft zeggenschap over de keuze van deze activiteiten.

Artikel 38

d. Verantwoordelijke.

Onze Minister is voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lerarenregister de verantwoordelijke, bedoeld in artikel 1 van de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel 38

e. Functionaris voor de gegevensbescherming.

Onze Minister benoemt een functionaris voor de gegevensbescherming, bedoeld in artikel 62 van de Wet bescherming persoonsgegevens, die belast is met het toezicht op de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT