Wet van 23 november 2022 tot wijziging van de Faillissementswet in verband met de implementatie van de Richtlijn (EU) 2019/1023 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende preventieve herstructureringsstelsels, betreffende kwijtschelding van schuld en beroepsverboden, en betreffende maatregelen ter verhoging van de efficiëntie van procedures inzake herstructurering, insolventie en kwijtschelding van schuld, en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 (Richtlijn betreffende herstructurering en insolventie) (PbEU 2019, L 172) (Implementatiewet richtlijn herstructurering en insolventie)

Wet van 23 november 2022 tot wijziging van de Faillissementswet in verband met de implementatie van de Richtlijn (EU) 2019/1023 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende preventieve herstructureringsstelsels, betreffende kwijtschelding van schuld en beroepsverboden, en betreffende maatregelen ter verhoging van de efficiëntie van procedures inzake herstructurering, insolventie en kwijtschelding van schuld, en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 (Richtlijn betreffende herstructurering en insolventie) (PbEU 2019, L 172) (Implementatiewet richtlijn herstructurering en insolventie)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Richtlijn (EU) 2019/1023 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende preventieve herstructureringsstelsels, betreffende kwijtschelding van schuld en beroepsverboden, en betreffende maatregelen ter verhoging van de efficiëntie van procedures inzake herstructurering, insolventie en kwijtschelding van schuld, en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 (Richtlijn betreffende herstructurering en insolventie) (PbEU 2019, L 172/18) om te zetten in bepalingen van nationaal recht en dat het daartoe noodzakelijk is de Faillissementswet te wijzigen; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Faillissementswet wordt als volgt gewijzigd:AAan artikel 14 wordt een lid toegevoegd, luidende:5. De rechtbank stelt op grond van het eerste lid een curator aan die adequaat is opgeleid en over de voor zijn taken vereiste deskundigheid beschikt. Bij de aanstelling: a. houdt de rechtbank rekening met de specifieke kenmerken van de zaak, waaronder eventuele grensoverschrijdende elementen, en de ervaring en deskundigheid van de curator; en b. hanteert de rechtbank een procedure en voorwaarden die duidelijk, transparant en rechtvaardig zijn. BIn artikel 15, derde lid, wordt na de tweede zin een zin ingevoegd, luidende: Artikel 71, derde lid, is van overeenkomstige toepassing. CAan artikel 16, tweede lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Artikel 71, derde lid, is van overeenkomstige toepassing. DArtikel 42a wordt als volgt gewijzigd:1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst. 2. In het eerste lid (nieuw) wordt in de eerste zin na «ter griffie van» ingevoegd «de» en wordt na «of» ingevoegd «nadat» en komt de tweede zin te luiden: De rechter honoreert dit verzoek als op het moment dat de machtiging wordt verstrekt redelijkerwijs valt aan te nemen dat: a. het verrichten van de rechtshandeling noodzakelijk is om: 1° de door de schuldenaar gedreven onderneming tijdens de voorbereiding van een akkoord als bedoeld in de artikelen genoemd in de aanhef te kunnen blijven voortzetten, of 2° een akkoord als bedoeld in de artikelen genoemd in de aanhef te kunnen voorbereiden, in stemming te kunnen brengen of overeenkomstig artikel 384 door de rechtbank te kunnen laten homologeren, en b. de belangen van de gezamenlijke schuldeisers van de schuldenaar bij deze rechtshandeling gediend zijn, terwijl geen van de individuele schuldeisers daardoor wezenlijk in zijn belangen wordt geschaad. 3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. De artikelen 369, zevende tot en met tiende lid, en 371, tweede lid, eerste, tweede en vijfde zin, en veertiende lid, zijn van overeenkomstige toepassing. EIn artikel 71 wordt, onder vernummering van het derde lid tot vierde lid, een lid ingevoegd, luidende: 3. De rechtbank stelt het salaris van de curator vast aan de hand van uitgangspunten waarin het belang van een efficiënte behandeling van het faillissement tot uitdrukking komt. Overweegt de rechtbank om af te wijken van een voorstel van de curator tot vaststelling van zijn salaris of stemt de rechter-commissaris niet met een dergelijk voorstel in, dan neemt de rechtbank geen beslissing als bedoeld in het eerste en tweede lid dan nadat zij de curator op een door haar nader te bepalen wijze en binnen een door haar te bepalen termijn in de gelegenheid heeft gesteld een zienswijze te geven. FArtikel 110, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:1. Na de eerste zin wordt een zin ingevoegd, luidende: De overeenkomst als bedoeld in de eerste zin voorziet in ieder geval in de mogelijkheid tot indiening van vorderingen met behulp van een elektronisch communicatiemiddel. 2. Aan de laatste zin wordt een punt toegevoegd. GIn artikel 142 wordt «aan de niet op de verificatievergadering verschenen, erkende of voorwaardelijk toegelaten schuldeisers kennis gegeven, bij brieven vermeldende de summiere inhoud van het akkoord» vervangen door «aan de niet op de verificatievergadering verschenen, erkende of voorwaardelijk toegelaten schuldeisers schriftelijk kennis gegeven onder vermelding van de summiere inhoud van het akkoord». HAan artikel 215 wordt een lid toegevoegd, luidende:5. De rechtbank benoemt op grond van het tweede lid een bewindvoerder die adequaat is opgeleid en over de voor zijn taken vereiste deskundigheid beschikt. Bij de benoeming: a. houdt de rechtbank rekening met de specifieke kenmerken van de zaak, waaronder eventuele grensoverschrijdende elementen, en de ervaring en deskundigheid van de bewindvoerder; en b. hanteert de rechtbank een procedure en voorwaarden die duidelijk, transparant en rechtvaardig zijn. IIn artikel 215a, tweede lid, wordt na de tweede zin een zin ingevoegd, luidende: Artikel 250, derde lid, is van overeenkomstige toepassing. JIn de artikelen 216, eerste zin, 218, eerste lid, eerste zin, 225, tweede lid, 242, eerste lid en 271, eerste lid, eerste zin, vervalt «zo die is benoemd». KArtikel 222a wordt als volgt gewijzigd:1. Aan het eerste lid wordt onder vervanging van een punt door een puntkomma in onderdeel 5 een onderdeel toegevoegd, luidende: 6°. bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te wijzen stukken. 2. In het vierde lid vervalt «onder 1° tot en met 5°». LIn het eerste lid van artikel 222b vervalt «onder 1° tot en met 5°».MArtikel 223a komt te luiden:

Artikel 223

a.

  1. Bij het voorlopig verlenen van de surseance benoemt de rechtbank een of meer van haar leden tot...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT