Wet van 25 augustus 2023 tot wijziging van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting in verband met de tweede evaluatie van de wet, het actieplan ter ondersteuning van donorkinderen en de omvorming van de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting tot publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan

Wet van 25 augustus 2023 tot wijziging van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting in verband met de tweede evaluatie van de wet, het actieplan ter ondersteuning van donorkinderen en de omvorming van de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting tot publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo, Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is om in verband met de tweede evaluatie van de wet, het actieplan ter ondersteuning van donorkinderen en de omvorming van de Stichting donorgegevens kunstmatige donorbevruchting tot publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting te wijzigen; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 1 wordt als volgt gewijzigd:1. Onderdeel a komt te luiden: a. Onze Minister:

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;.2. Onderdeel b komt te luiden: b. College:

College donorgegevens kunstmatige bevruchting als bedoeld in artikel 4, eerste lid;.3. In onderdelen c en d wordt «zaad» telkens vervangen door «zaadcellen» en «een eicel» telkens vervangen door «eicellen». 4. Onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het slot van onderdeel e, worden vijf onderdelen toegevoegd, luidende: f. verrichter:

instelling of een natuurlijke persoon die, anders dan in dienst of onmiddellijk of middellijk in opdracht van een instelling, kunstmatige donorbevruchting verricht; g. instelling:

rechtspersoon die kunstmatige donorbevruchting verricht of doet verrichten, een organisatorisch verband van natuurlijke personen die kunstmatige donorbevruchting verricht of doet verrichten, dan wel een natuurlijk persoon die kunstmatige donorbevruchting doet verrichten; h. donorcode:

het als zodanig overeenkomstig deze wet aan een donor toegekend nummer;i. moedercode:

het als zodanig overeenkomstig deze wet aan een donorcode gekoppeld nummer;j. wettelijk maximumaantal moedercodes:

het bij algemene maatregel van bestuur bepaalde maximumaantal moedercodes dat aan een donorcode wordt gekoppeld. BNa artikel 1 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 1a. Donorcode en moedercode

Artikel 1

a.

  1. Kunstmatige donorbevruchting is uitsluitend toegestaan indien de verrichter beschikt over: a. de donorcode van de donor van wiens zaadcellen of eicellen de verrichter gebruik wenst te maken, en b. een reservering voor een aan die donorcode gekoppelde moedercode of een aan die donorcode gekoppelde moedercode die reeds aan de te behandelen vrouw is toegekend. 2. Indien ten tijde van de behandeling de te behandelen vrouw de echtgenote of geregistreerde partner is van de vrouw aan wie de in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde moedercode reeds is toegekend, of een samenlevingscontract met die vrouw heeft gesloten, is in afwijking van het eerste lid, onderdeel b, kunstmatige donorbevruchting toegestaan met gebruikmaking van de reeds toegekende moedercode.

Artikel 1

b.

  1. Ten behoeve van het verkrijgen van de donorcode, bedoeld in artikel 1a, onderdeel a, verstrekt de verrichter aan het College: a. de geslachtsnaam, voornamen, geboortedatum en woonplaats van de donor en het type donatie, b. het burgerservicenummer van de donor, tenzij aan de donor geen burgerservicenummer is toegekend krachtens de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer, en c. het door de donor bepaalde maximumaantal aan de donorcode te koppelen moedercodes, indien dat aantal lager is dan het wettelijk maximumaantal moedercodes. 2. Gelijktijdig met de verstrekking, bedoeld in het eerste lid, verstrekt de verrichter aan het College: a. het aantal aan de donorcode gekoppelde moedercodes dat de verrichter wenst te reserveren, indien dat aantal lager is dan het wettelijk maximumaantal moedercodes dan wel het door de donor bepaalde lagere maximumaantal, of b. ten behoeve van het verkrijgen van een aan de donorcode gekoppelde moedercode die reeds aan een vrouw is toegekend, de geslachtsnaam, voornamen, geboortedatum en burgerservicenummer van die vrouw, tenzij aan de vrouw geen burgerservicenummer is toegekend krachtens de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer. 3. De verrichter stelt de donor op de hoogte van de gegevensverstrekking, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 1

c.

Het College kent aan een donor van wie niet eerder de gegevens, bedoeld in artikel 1b, eerste lid, onderdeel a, zijn verstrekt, eenmalig een donorcode toe en koppelt daaraan het wettelijk maximumaantal moedercodes of het door de donor bepaalde lagere maximumaantal moedercodes, bedoeld in artikel 1b, eerste lid, onderdeel c.

Artikel 1

d.

  1. Het College verstrekt aan de verrichter die de gegevens, bedoeld in artikel 1b, eerste lid, heeft verstrekt, de donorcode. Indien de donorcode reeds eerder na verstrekking van de gegevens door een andere verrichter is toegekend, wordt daarvan mededeling gedaan. 2. Gelijktijdig met de verstrekking, bedoeld in het eerste lid, reserveert het College ten behoeve van de verrichter het maximale aantal aan de donorcode gekoppelde moedercodes, tenzij de verrichter gegevens als bedoeld in artikel 1b, tweede lid, heeft verstrekt. 3. Indien de verrichter de gegevens, bedoeld in artikel 1b, tweede lid, onderdeel a, heeft verstrekt, reserveert het College gelijktijdig met de verstrekking, bedoeld in het eerste lid, ten behoeve van de verrichter het aantal door de verrichter verzochte moedercodes. 4. Indien de verrichter de gegevens, bedoeld in artikel 1b, tweede lid, onderdeel b, heeft verstrekt, verstrekt het College, gelijktijdig met de verstrekking, bedoeld in het eerste lid, aan de verrichter de aan die donorcode gekoppelde moedercode die reeds aan een vrouw is toegekend. 5. Het eerste, tweede of derde lid zijn niet van toepassing, indien er geen aan de donorcode gekoppelde moedercode meer beschikbaar is. In dat geval volstaat het College met mededeling daarvan aan de verrichter.

Artikel 1

e.

  1. Indien een verrichter, anders dan met toepassing van artikel 1b, een reservering voor een aan een donorcode gekoppelde moedercode wenst te verkrijgen, verstrekt de verrichter aan het College: a. de donorcode van de donor van wiens zaadcellen of eicellen de verrichter gebruik wenst te maken, en b. het aantal aan die donorcode gekoppelde moedercodes dat de verrichter wenst te reserveren. 2. Naar aanleiding van de verstrekking, bedoeld in het eerste lid, reserveert het College ten behoeve van de verrichter het aantal door de verrichter verzochte moedercodes, tenzij er geen aan de donorcode gekoppelde moedercode meer beschikbaar is. In dat geval volstaat het College met mededeling daarvan aan de verrichter.

Artikel 1

f.

  1. Indien een verrichter, anders dan met toepassing van artikel 1b, een aan een donorcode gekoppelde moedercode die reeds aan een vrouw is toegekend wenst te verkrijgen, verstrekt de verrichter aan het College: a. de donorcode van de donor van wiens zaadcellen of eicellen de verrichter gebruik wenst te maken, en b. de geslachtsnaam, voornamen, geboortedatum en burgerservicenummer van die vrouw, tenzij aan de vrouw geen burgerservicenummer is toegekend krachtens de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer. 2. Naar aanleiding van de verstrekking, bedoeld in het eerste lid, verstrekt het College aan de verrichter...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT