Wet van 9 april 2018 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (voortgang energietransitie)

Wet van 9 april 2018 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (voortgang energietransitie)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet te wijzigen om de energietransitie verder te ondersteunen en enkele knelpunten voor de huidige praktijk weg te nemen; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Elektriciteitswet 1998 wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 1 wordt als volgt gewijzigd:1. Het eerste lid, onderdeel aq, komt te luiden: aq. gesloten distributiesysteem:

een net waarvoor op grond van artikel 15 ontheffing is verleend;.1a. Het eerste lid, onderdeel y, komt te luiden: y. rekening:

staat waarop een tegoed van garanties van oorsprong of certificaten van oorsprong kan worden geboekt in het elektronische systeem voor het uitgeven en innemen van garanties van oorsprong of certificaten van oorsprong en waarmee wordt bijgehouden voor welke hoeveelheid elektriciteit garanties van oorsprong of certificaten van oorsprong zijn verstrekt en aan wie de garanties van oorsprong of certificaten van oorsprong op enig moment toekomen;. 1b. Aan het eerste lid wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel ba door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende: bb. certificaat van oorsprong:

gegevens op een rekening waarmee wordt aangetoond uit welke energiebron, niet zijnde een hernieuwbare energiebron, een hoeveelheid elektriciteit is opgewekt. 2. Onder vernummering van het vierde en vijfde lid naar het vijfde en zesde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende: 4. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde worden meerdere onroerende zaken als bedoeld in artikel 16, onderdeel c, van de Wet waardering onroerende zaken die zich bevinden in een bouwwerk met: a. een woonfunctie bestemd voor bewoners die zijn ingeschreven aan een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs of aan een universiteit of hogeschool als bedoeld in artikel 1.2, onderdelen a en b, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek of die zich voorbereiden op een promotie als bedoeld in artikel 7.18 van laatstgenoemde wet, b. een woonoppervlak van maximaal 50 vierkante meter per wooneenheid en c. gemeenschappelijke ruimtes die een meeromvattende functie hebben dan de reguliere functie van gemeenschappelijke ruimten in een appartementencomplex, beschouwd als één onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken indien de eigenaar hierom verzoekt bij de netbeheerder. Een verzoek kan slechts worden ingetrokken ingeval van ingrijpende renovatie van het bouwwerk. BIn artikel 5b, onderdeel a, vervalt «tweede lid,».CArtikel 7a wordt als volgt gewijzigd:1. Het eerste en tweede lid komen te luiden: 1. Onze Minister kan met inachtneming van bindende besluiten van de Raad van de Europese Unie, van het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of van de Europese Commissie bij wege van experiment een ontheffing verlenen van het bepaalde bij of krachtens deze wet, voor zover: a. het een experiment betreft op het gebied van hernieuwbare energie, energiebesparing, reductie van CO2 uitstoot of efficiënt gebruik van een net of b. een experiment ten doel heeft het opdoen van praktijkkennis over marktmodellen of tariefreguleringssystematieken. 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over: a. welke afwijkingen van het bepaalde bij of krachtens de wet zijn toegestaan, b. de groep afnemers waarvoor de afwijkingen gelden, c. de ten hoogste toegestane tijdsduur van die afwijkingen en het moment en de wijze waarop wordt besloten of de voortzetting van een afwijking, anders dan als experiment, wenselijk is, d. welke situaties of het aantal situaties waarin een afwijking is toegestaan, e. de aanvraagprocedure en de termijn waarbinnen op een aanvraag wordt beslist, f. het verbinden van voorschriften en beperkingen aan de ontheffing en wijziging of intrekking van de ontheffing en g. de verslaglegging van een experiment door de houder van de ontheffing. 2. Het derde lid vervalt. 3. Het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot derde en vierde lid. 4. In het vierde lid (nieuw) wordt «eerste lid» vervangen door: tweede lid. DArtikel 10 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt na «en die als zodanig worden bedreven» ingevoegd:, met uitzondering van het net op zee,. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 11. Degene aan wie een net toebehoort, handelt als beheerder van dat net, indien daarvoor geen beheerder is aangewezen krachtens deze wet. De bij of krachtens deze wet aan een netbeheerder opgelegde verplichtingen zijn van overeenkomstige toepassing. EArtikel 11a wordt als volgt gewijzigd:1. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde, vijfde en zesde lid tot tweede, derde en vierde lid. 2. In het vierde lid (nieuw) wordt «vijfde lid» vervangen door: derde lid. 3. In het vierde lid (nieuw), onderdeel a, wordt «eerste tot en met vierde lid» vervangen door: eerste tot en met derde lid. FArtikel 12, tweede lid, komt te luiden:2. De aanwijzing behoeft de instemming van Onze Minister. Onze Minister onthoudt zijn instemming of kan voorschriften verbinden aan de instemming, indien niet is voldaan aan de artikelen 10a, 10b, 11 of 11b of indien de aangewezen netbeheerder in onvoldoende mate in staat zal zijn aan een verplichting als bedoeld in de artikelen 17b, 18a of 78 te voldoen, een taak als bedoeld in artikel 16, eerste lid of 17a uit te voeren , een verbod als bedoeld in artikel 17 of 17b na te leven dan wel, indien de netbeheerder deel uitmaakt van een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, de met hem verbonden groepsmaatschappij niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens artikel 17c. GArtikel 13, tweede lid, komt te luiden:2. Indien Onze Minister vaststelt dat niet meer voldaan wordt aan de artikelen 10a, 10b, 11, 11a of 11b of dat een netbeheerder in onvoldoende mate in staat is of zal zijn om aan een verplichting als bedoeld in de artikelen 17b, 18a of 78 te voldoen, om een taak als bedoeld in artikel 16, eerste of tweede lid, of 17a uit te voeren , indien artikel 17 of 17b niet wordt nageleefd of indien de netbeheerder deel uitmaakt van een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, de met hem verbonden groepsmaatschappij niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens artikel 17c, kan Onze Minister de desbetreffende netbeheerder opdragen door hem noodzakelijk geachte voorzieningen te treffen. HArtikel 15 wordt als volgt gewijzigd:1. Het eerste lid komt te luiden: 1. De Autoriteit Consument en Markt kan op diens aanvraag ontheffing verlenen aan een eigenaar van een net, niet zijnde het landelijk hoogspanningsnet, van het gebod van artikel 10, negende lid, indien: a. het bedrijfs- of productieproces van de gebruikers van het net om specifieke technische of veiligheidsredenen geïntegreerd is of het net primair elektriciteit distribueert voor de eigenaar van dat net of de daarmee verwante ondernemingen, b. de aanvrager geen netbeheerder is en niet in een groepsmaatschappij als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek met een netbeheerder verbonden is, c. het net binnen een geografisch afgebakende industriële locatie, commerciële locatie of locatie met gedeelde diensten ligt en dat net technisch, organisatorisch of functioneel verbonden is, d. op het net minder dan 500 afnemers zijn aangesloten, e. het net geen huishoudelijke eindafnemers van elektriciteit voorziet, tenzij er sprake is van incidenteel gebruik door een klein aantal huishoudelijke eindafnemers dat werkzaam is bij of vergelijkbare betrekkingen heeft met de eigenaar van het net en f. de veiligheid en betrouwbaarheid van het net voldoende is gewaarborgd. 2. In het zesde lid, onderdeel c wordt «de artikelen 7 en 78» vervangen door: artikel 78. 3. Onder vernummering van het zevende tot en met negende lid tot achtste tot en met tiende lid wordt na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende: 7. De Autoriteit Consument en Markt kan op aanvraag van degene die voornemens is een gesloten distributiesysteem aan te leggen en die beschikt over de daarvoor benodigde vergunningen, ontheffingen en toestemmingen, ontheffing verlenen van het gebod van artikel 10, negende lid. Het eerste tot en met zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing. 4. In het negende lid (nieuw) wordt «zevende» vervangen door «achtste» en wordt «raad van bestuur» telkens vervangen door «Autoriteit Consument en Markt». 5. In het tiende lid (nieuw) wordt «zevende» vervangen door «achtste», wordt «achtste» vervangen door «negende» en wordt «raad van bestuur» vervangen door: Autoriteit Consument en Markt. IIn artikel 15a, tweede lid, wordt «de artikelen 17, 17a, 19b en 19c» vervangen door: de artikelen 19b, 19c, 21, 93a en 94. JArtikel 16 wordt als volgt gewijzigd:01. In het eerste lid komt onderdeel h te luiden: h. op verzoek van een producent vast te stellen of diens productie-installatie geschikt is voor de opwekking van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen of uit andere energiebronnen dan wel of sprake is van een installatie voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling, alsmede of de inrichting om te meten geschikt is voor de meting van de elektriciteit die met de productie-installatie wordt opgewekt en op een net of een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT