Wijzigingswet Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (instelling landelijke huurcommissie)
Court | Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Subject Matter | Wonen, onroerend goed, bouwrecht | Huurrecht |
Abbreviated Label | Geen |
Geldend van 01-04-2010 t/m heden
Wet van 23 december 2009 tot wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (instelling van een landelijke huurcommissie)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte zodanig te wijzigen dat een landelijke huurcommissie wordt ingesteld;
Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
[Red: Wijzigt de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte.]
[Red: Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 7.]
[Red: Wijzigt de Huisvestingswet.]
[Red: Wijzigt de Wet op de huurtoeslag.]
De op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet bij een huurcommissie onderscheidenlijk de voorzitter van de huurcommissie aanhangige verzoeken worden, zo nodig in afwijking van artikel 49 van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, zoals die luidde voor de inwerkingtreding van deze wet, met toepassing van het vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet geldende recht behandeld door de huurcommissie onderscheidenlijk de voorzitter, bedoeld in artikel 3a van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, zoals die luidt na de inwerkingtreding van deze wet.
1 De voorzitter van de huurcommissies, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, zoals die luidde voor de inwerkingtreding van deze wet, is na de inwerkingtreding van deze wet werkzaam in de kwaliteit van zittingsvoorzitter als bedoeld in artikel 3a, tweede lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, zoals die luidt na de inwerkingtreding van deze wet, tot het tijdstip waarop het in artikel 23, eerste lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, zoals die luidde voor de inwerkingtreding van deze wet, genoemde tijdvak is geëindigd, met dien verstande dat deze in afwijking van artikel 3b, eerste lid, vierde volzin, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, zoals die luidt na de inwerkingtreding van deze wet, voor aansluitende tijdvakken van vier jaar kan worden herbenoemd.
2 Het eerste lid is niet van toepassing op een voorzitter van de huurcommissies, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, zoals die luidde voor de inwerkingtreding van deze wet, indien die voorzitter per de datum van inwerkingtreding...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT