Wet van 30 januari 2002, houdende wijziging van enige bepalingen van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren in verband met de zuivering van stedelijk afvalwater en toekenning bevoegdheid aan waterschapsbesturen tot vergunningverlening

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2002

102

Wet van 30 januari 2002, houdende wijziging van enige bepalingen van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren in verband met de zuivering van stedelijk afvalwater en toekenning bevoegdheid aan waterschapsbesturen tot vergunningverlening

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gewenst is in de Wet verontreiniging oppervlaktewateren enkele voorzieningen te treffen inzake zuivering van stedelijk afvalwater in verband met de waterkwaliteitszorg door waterschappen, alsmede inzake de aanwijzing van de waterschapsbesturen als het ingevolge die wet voor de betrokken oppervlaktewateren tot vergunningverlening bevoegd gezag;

Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet verontreiniging oppervlaktewateren1 wordt gewijzigd als volgt:

A

In het tweede lid van artikel 1 wordt in de tweede volzin de zinsnede «een zuiveringtechnisch werk, in beheer bij een provincie, een gemeente, een waterschap of een ander openbaar lichaam voor het zuiveren van afvalwater» vervangen door: een inrichting voor het zuiveren van afvalwater, in beheer bij een waterschap of gemeente of in exploitatie bij een rechtspersoon die door het bestuur van een waterschap is belast met de zuivering van stedelijk afvalwater als bedoeld in artikel 15a.

B

Artikel 2

vervalt.

C

Het opschrift van Hoofdstuk II komt te luiden: De vergunning.

Staatsblad 2002 102 1

D

Artikel 3

wordt gewijzigd als volgt:

  1. In het eerste lid wordt in de eerste en de tweede volzin de zinsnede «onder beheer van het Rijk» telkens vervangen door: in beheer bij het Rijk.

  2. In het eerste lid wordt in de eerste volzin de zinsnede «, en een verklaring als in artikel 2 bedoeld bekendgemaakt of ingetrokken» geschrapt.

  3. In het eerste lid wordt in de derde volzin de zinsnede « de kwaliteitsbeheerders van de betrokken oppervlaktewateren» vervangen door: de besturen van de waterschappen die het bevoegde gezag zijn voor de betrokken oppervlaktewateren.

  4. Het tweede en derde lid worden vervangen door een nieuw tweede en derde lid, welke luiden: 2. Ten aanzien van andere dan de in het eerste lid bedoelde oppervlaktewateren, alsmede ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde oppervlaktewateren welke daartoe na overleg met gedeputeerde staten bij algemene maatregel van bestuur zijn aangewezen, wordt een vergunning als bedoeld in artikel 1, eerste en derde lid, verleend, geweigerd, gewijzigd of ingetrokken door de besturen van de waterschappen waarbij die oppervlaktewateren in beheer zijn onderscheidenlijk door de besturen van de waterschappen in het gebied waarvan de bij die algemene maatregel van bestuur aangewezen oppervlaktewateren zijn gelegen. 3. Ten aanzien van een lozing in de zin van artikel 1, tweede lid, waarvoor een vergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, is vereist, wordt die vergunning verleend, geweigerd, gewijzigd of ingetrokken:

- indien de lozing plaats vindt na zuivering in een inrichting in beheer bij een waterschap: door het bestuur van dat waterschap dan wel , indien dat waterschap door een ander waterschap met die zuivering is belast, door het bestuur van dat andere waterschap na overleg met het bestuur van eerstbedoeld waterschap

- indien de lozing plaats vindt na zuivering in een inrichting in exploitatie bij een rechtspersoon, die door het bestuur van een water-schap met die zuivering is belast: door het bestuur van dat waterschap

- indien de lozing plaats vindt na zuivering in een inrichting buiten de hiervoor bedoelde gevallen: door Onze Minister van Verkeer en Waterstaat onderscheidenlijk het bestuur van het waterschap als het ingevolge het eerste onderscheidenlijk tweede lid voor het ontvangende oppervlakte-water bevoegde gezag.

E

Artikel 6

vervalt.

F

Artikel 14

komt te luiden:

Artikel 14
  1. Voor de oppervlaktewateren met betrekking tot welke Onze Minister van Verkeer en Waterstaat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT