Eerste aanleg - meervoudig van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 29 de Enero de 2008

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak29 de Enero de 2008
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

BELASTINGKAMER

Nr. 04/01419

HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH

U I T S P R A A K

Uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, tweede meervoudige Belastingkamer, op het beroep van X GmbH te Y (Duitsland)(hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de voorzitter van het managementteam van het onderdeel Belastingdienst/Z van de rijksbelastingdienst (hierna: de Inspecteur) op het bezwaarschrift betreffende na te melden naheffingsaanslag.

  1. Ontstaan en loop van het geding

    1.1. Aan belanghebbende is onder aanslagnummer 0000.00.000F.01.1501 over het tijdvak 1 januari 2001 tot en met 31 december 2001 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd ten bedrage van € 83.497,= aan belasting.

    Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de Inspecteur bij de bestreden uitspraak de naheffingsaanslag gehandhaafd.

    1.2. Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het hof.

    Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 273,=.

    De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

    1.3. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 6 april 2006 te 's-Hertogenbosch.

    Aldaar zijn toen verschenen en gehoord mr. A verbonden aan B BV te C, alsmede, namens de Inspecteur, mr. drs. D, tot bijstand vergezeld van E en F.

    1.4. Belanghebbende heeft te dezer zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het hof en aan de wederpartij. De Inspecteur heeft verklaard geen bezwaar te hebben tegen overlegging van het vijftal bij deze pleitnota behorende bijlagen. Het hof rekent deze pleitnota inclusief de bijlagen tot de stukken van het geding.

    1.5. Het hof heeft met toepassing van artikel 8:64 van de Algemene wet bestuursrecht het onderzoek ter zitting geschorst en daarbij bepaald dat het vooronderzoek wordt hervat. Vervolgens heeft het hof met toepassing van artikel 8:45 van de Algemene wet bestuursrecht partijen verzocht schriftelijk inlichtingen te geven en/of onder hen berustende stukken in te zenden. Deze met partijen gevoerde correspondentie behoort tot de stukken van het geding.

    1.6. Met toestemming van partijen heeft het hof bepaald dat de nadere zitting achterwege blijft. Het hof heeft vervolgens het onderzoek gesloten.

  2. Feiten

    Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat, als tussen partijen niet in geschil, dan wel door een van hen gesteld en door de wederpartij niet of niet voldoende weersproken, het volgende vast:

    2.1. Belanghebbende, een naar Duits recht opgerichte Gesellschaft mit beschränkter Haftung, is gevestigd in Y, Duitsland. De kernactiviteiten van belanghebbende bestaan uit de handel in keukens. Belanghebbende levert keukens aan particuliere afnemers, o.a. in Nederland en is in dat verband ondernemer als bedoeld in artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de Wet OB 1968).

    2.2. Belanghebbende geeft in haar beroepschrift onder "Feiten" onder meer het volgende aan:

    "Belanghebbende levert keukens aan particuliere afnemers. Belanghebbende levert keukens inclusief montage aan onder andere Nederlandse particuliere afnemers.

    Belanghebbende sluit één schriftelijke overeenkomst met de afnemers.

    Tijdens de verkoop wordt mondeling overeengekomen dat de montage door een derde partij wordt uitgevoerd.

    De montage wordt niet door belanghebbende zelf verricht. De montage vindt plaats door een zelfstandige "Geselschaft bürgerliches recht" genaamd "Firma G Gbr".

    Belanghebbende kan zelf de montage niet uitvoeren omdat zij niet in het bezit is van daartoe uitgeruste vervoermiddelen, niet beschikt over het gereedschap dat voor een montage noodzakelijk is en ook geen personeel in dienst heeft die de montage kan verrichten.

    Wanneer er door belanghebbende een keuken wordt verkocht kan er door de afnemer besloten worden om het plaatsen van de keuken te laten verrichten door de "Firma G Gbr". De keuken wordt opgehaald door de "Firma G Gbr". Het vervoer vindt dus ook door de "Firma G Gbr" plaats. De afnemer geeft dus indirect aan de "Firma G Gbr" opdracht om de keuken te plaatsen en te vervoeren.

    De koopsom van de keuken moet als volgt worden voldaan. Er moet 30% van de koopsom aanbetaald worden. Voor dat de keuken wordt geplaatst moet de afnemer nog eens 60% van de koopsom betalen (dit kan uiterlijk drie weken voorafgaande aan de plaatsing giraal en daarna à contant voorafgaande aan het moment van de plaatsing). Als er 90% van de koopsom is voldaan wordt er pas overgegaan tot het plaatsen van de keuken. De resterende 10% wordt betaald na de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT