Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Noord-Nederland, 4 de Abril de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 4 de Abril de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Noord-Nederland

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling bestuursrecht

locatie Leeuwarden

procedurenummers: AWB LEE 10/2332 tot en met 10/2342

uitspraak van de meervoudige belastingkamer van 4 april 2013 als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

in het geding tussen

Erven [X],

domicilie kiezende te [plaats],

eisers,

gemachtigde [Y],

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Noord/kantoor Leeuwarden, verweerder,

gemachtigde [gemachtigde].

Procesverloop

Verweerder heeft aan eisers de volgende navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) en vermogensbelasting (VB) opgelegd en beschikkingen gegeven:

Verweerder heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 30 september 2010 de navorderingsaanslagen en beschikkingen heffingsrente gehandhaafd.

Eisers hebben daartegen bij brief van 6 november 2010, ontvangen bij de rechtbank op 9 november 2010, beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift (met bijlagen) ingediend.

Eisers hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan verweerder.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 november 2012 te Leeuwarden. Eisers zijn daar vertegenwoordigd door [Y], bijgestaan door [Z]. Verweerder is daar vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door [naam].

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht. Overeenkomstig hetgeen ter zitting is besproken, heeft verweerders gemachtigde bij brief van 23 november 2012 een exemplaar van de geschoonde versie van het Draaiboek Rekeningenproject (het Draaiboek) aan de rechtbank doen toekomen. De rechtbank heeft hiervan een afschrift gezonden aan eisers.

De Wet Herziening Gerechtelijke Kaart is op 1 januari 2013 in werking getreden. De rechtbanken Assen, Groningen en Leeuwarden vormen met ingang van die datum tezamen de nieuwe rechtbank Noord-Nederland. Het rechtsgebied van deze rechtbank beslaat de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen. De zaak wordt daarom verder behandeld en beslist door de rechtbank Noord-Nederland.

Overwegingen

Feiten

  1. Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:

    1.1 [X] ([X]) is geboren op 9 juli 1926 en overleden op 4 december 1998. Hij was gehuwd met A. [X]-[A], geboren op 23 januari 1926. [X] was tot juni 1996 tezamen met zijn echtgenote woonachtig te [plaats]. Op 6 juni 1996 zijn [X] en zijn echtgenote geëmigreerd naar [plaats] te België. In 2001 is mevrouw [X]-[A] geremigreerd naar Nederland. Sinds die tijd is zij woonachtig in [plaats]. Mevrouw [X]-[A] lijdt reeds voordat zij naar België is geëmigreerd aan de ziekte van Alzheimer.

    1.2 [X] is meer dan veertig jaar werkzaam geweest als directeur-grootaandeelhouder van [X] BV te [plaats]. Dit bedrijf was gespecialiseerd in het produceren van luxe autobussen voor de nationale en internationale markt. Daarnaast werd handel gedreven in tweedehands autobussen. In 1996 heeft [X] de aandelen van deze vennootschap alsmede zijn woning verkocht aan [onderneming].

    1.3 Op 17 mei 1989 heeft [X] twee bankrekeningen geopend bij de Kredietbank Luxembourg (KBL). Het betreft de rekeningnummers [nummer] en [nummer]. De rekeningen stonden op naam van "[B] [X]-[A] ou M. [C] [X]".

    1.4 Op 27 oktober 2000 zijn door de Belgische autoriteiten op basis van het bepaalde in de EG-Richtlijn van 19 december 1977 (77/799/EEG) in het kader van een spontane uitwisseling van inlichtingen, gegevens inzake Nederlandse ingezetenen met een bankrekening bij de KBL aan het Nederlandse Ministerie van Financiën verstrekt. De gegevens bestaan uit fotokopieën van afgedrukte microfiches, die afkomstig zijn uit de interne administratie van de KBL. Naar aanleiding van deze gegevens is een onderzoek ingesteld door de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst/Economische controledienst (FIOD-ECD) en de Belastingdienst naar de identiteit van de rekeninghouders waarvan de gegevens op de afdrukken van de microfiches waren vermeld. Dit onderzoek is later bekend geworden als het Rekeningenproject. Ten behoeve daarvan is het onder procesverloop bedoelde Draaiboek opgesteld.

    1.5 In hoofdstuk 2 van het Draaiboek zijn de organisatorische aspecten beschreven van het rekeningenproject. Paragraaf 3.1.2 van het Draaiboek beschrijft het identificatietraject.

    1.6 Op de van de Bijzondere belastinginspectie te België ontvangen fotokopie van een microfiche staan onder andere de volgende gegevens vermeld:

    JUSTIFICATIF DES SOLDES PAR RUBRIQUES IML AU 31/01/1994

    en

    [nummer] VUE [B] [X-A] OU M. [C X] -224,21

    en

    "[nummer] TER LDO [B] [X-A] OU M. [C X] 1.408.090,28"

    1.7 De Belastingdienst heeft de eerste en tweede rekeninghouder van de onder 1.6 bedoelde rekeningen bij de KBL geïdentificeerd als [X] en zijn echtgenote. De derde rekeninghouder heeft de Belastingdienst geïdentificeerd als [C] [X].

    1.8 De Belastingdienst/Grote Ondernemingen Groningen heeft bij brief van 24 april 2002, gericht aan de erven van [X] (zijnde eisers) en ter attentie van de echtgenote van [X], naar aanleiding van de onder punt 1.7 bedoelde identificatie verzocht gegevens en inlichtingen te verstrekken over de bankrekeningen bij KBL.

    1.9 Bij brief van 7 mei 2002 heeft [Y], de zoon van [X] en zijn echtgenote en als zodanig één van de erven van [X], geantwoord op de brief van 24 april 2002 van de Belastingdienst/Grote Ondernemingen Groningen. Hierbij heeft hij meegedeeld dat hij in de paperassen van zijn moeder niets heeft gevonden dat wees op een buitenlandse bankrekening. Verder heeft hij verzocht om eventuele verdere correspondentie aan hem te richten.

    1.10 De Belastingdienst/Grote Ondernemingen Groningen heeft vervolgens bij brief van 19 augustus 2002, gericht aan [Z], zich tot [Z] gewend met de vraag informatie te verstrekken over het bestaan van buitenlandse bankrekeningen op naam van [X] en zijn echtgenote. Bij brief van 29 augustus 2002 hebben [Z], alsmede de andere kinderen van [X] ([F], [G], [Y] en [H]), hierop gereageerd. Volgens deze brief zou de Belastingdienst/Grote Ondernemingen Groningen naast [Z] ook de andere kinderen met een soortgelijke brief hebben benaderd. In de brief delen de kinderen mee dat zij tot dusverre van hun vader een drietal buitenlandse rekeningen hebben gevonden bij G.B./Fortis en een buitenlandse rekening bij Van Lanschot. De kinderen geven aan dat zij niet van de activiteiten van hun vader op de hoogte waren.

    1.11 Op 25 september 2002 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [P] en [R] namens de inspecteur van de eenheden van de Belastingdienst Particulieren Den Haag, Heerlen/Buitenland en Ondernemingen Groningen en de echtgenote van [X], [Y] en [Z]. Van dit gesprek is een verslag opgemaakt (zie bijlage 3.8 bij het verweerschrift). Tijdens dit gesprek hebben de belastingambtenaren de fotokopieën van de microfiches getoond, waarop de onder punt 1.6 bedoelde gegevens stonden. De echtgenote van [X], [Y] en [Z] hebben hierop - kort gezegd - meegedeeld dat zij geen weet hebben van de op de microfiches vermelde bankrekeningen bij de KBL. [P] en [R] hebben meegedeeld dat zij, naast de bankafschriften van de afgelopen tien jaar van de bankrekeningen bij KBL een kopie wensen van het inschrijvingsformulier en de handtekeningenkaart van KBL. [Y] en [Z] hebben volgens het gespreksverslag aangegeven volledig te zullen meewerken.

    1.12 Bij brief van 28 oktober 2002 heeft [gemachtigde], verbonden aan [kantoor], naar aanleiding van het onder punt 1.11 bedoelde gesprek gereageerd namens eisers. Hij heeft onder meer vragen gesteld over de bevoegdheden van de ambtenaren [R] en [P]. Na beantwoording van deze vragen wenst [gemachtigde] pas in te gaan op de inhoudelijke kwestie.

    1.13 Bij brief van 25 november 2002 heeft [S] namens de Belastingdienst/Directie ondernemingen Zuid gereageerd op de brief van [gemachtigde]. Bij brief van 10 december 2002 heeft [gemachtigde] meegedeeld dat hij de beantwoording van zijn vragen onvolledig en deels onjuist acht. [S] heeft hierop bij brief van 20 januari 2003 gereageerd. Bij brief van 24 maart 2003 heeft [Y] de inhoud van een met [R] gevoerd telefoongesprek bevestigd over onder meer de bevoegdheid van [R]. Bij brief van 31 maart 2003 heeft [R] hierop gereageerd.

    1.14 Bij brief van 25 april 2003, gericht aan [gemachtigde], heeft [T] namens de Belastingdienst/Noord/kantoor Heerenveen verzocht om alsnog de bankafschriften en een afschrift van het handtekeningregister van de KBL aan hem ter inzage te verstrekken.

    [Gemachtigde] heeft bij brief van 5 mei 2003 meegedeeld dat beantwoording op korte termijn niet mogelijk is. [T] heeft bij brief van 21 mei 2003 de verwachting uitgesproken dat binnen vier weken na dagtekening van die brief de gevraagde informatie aan hem ter inzage wordt verstrekt. Bij brief van 23 juni 2003 heeft [gemachtigde] wederom vragen gesteld over de bevoegdheden van de betrokken ambtenaren. Hij verwacht de gevraagde, via KBL te verkrijgen, informatie vóór 25 juni 2003 aan verweerder te doen toekomen.

    1.15 Bij zijn brief van 16 juli 2003 aan verweerder heeft [gemachtigde] rekeningafschriften over de jaren 1992 tot en met 1999 gevoegd van de door [X] bij de KBL gehouden bankrekeningen alsmede een schriftelijke bevestiging van 10 december 2002 van de KBL dat de rekening met het nummer [nummer] op 17 mei 1989 is geopend. [Gemachtigde] heeft hierbij meegedeeld dat de KBL geen kopieën wilde afgeven van de handtekeningkaart en het openingsformulier. Verder heeft [gemachtigde] meegedeeld dat de bijgevoegde stukken van de KBL eisers op het spoor hebben gebracht van de toedracht van de rekening. Hij verwijst hiervoor naar een bijgevoegde verklaring van de heer [Q], zijnde een zakenrelatie van [X]. [Q] bleek nog in het bezit te zijn van een aantal kopieën van de op deze zaak betrekking hebbende stukken. Deze stukken heeft [gemachtigde] ook gevoegd bij zijn brief. [gemachtigde] heeft verder meegedeeld dat uit de bijgevoegde bancaire bescheiden blijkt dat de rekening is...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT