Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 12 de Mayo de 2010

Datum uitspraak12 de Mayo de 2010
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

08/3920 WIA + 08/3921 WAO + 08/4456 WIA

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op de hoger beroepen van:

[appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),

tegen twee uitspraken van de rechtbank Maastricht van 20 juni 2008, 08/109 en 08/110 (hierna respectievelijk: uitspraak I en uitspraak II),

in de gedingen tussen:

appellant

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

(hierna: Uwv).

Datum uitspraak: 12 mei 2010

  1. PROCESVERLOOP

    Namens appellant heeft mr. A.C.S. Grégoire, advocaat te Sittard, de hoger beroepen ingesteld.

    Het Uwv heeft in beide gedingen van verweer gediend en een nieuw besluit op bezwaar van 18 juli 2008 genomen.

    Appellant heeft bij brief van 15 maart 2010 een rapport van de psychologenpraktijk Kerkrade/Heerlen doen inzenden.

    Het Uwv heeft daarop een reactie ingezonden van de bezwaarverzekeringsarts J. Jonker.

    Het onderzoek ter zitting in beide gedingen heeft gevoegd plaatsgevonden op 2 april 2010. Appellant is, met kennisgeving, niet verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door F.P.L. Smeets.

  2. OVERWEGINGEN

    1.1. Appellant is in het verleden werkzaam geweest als dakdekker. Op 7 december 2001 heeft hij zijn werkzaamheden gestaakt wegens schouder- en knieklachten. Het Uwv heeft destijds de aanvraag van appellant tot toekenning van een uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) afgewezen op de grond dat hij niet wegens ziekte of gebrek ongeschikt was voor zijn eigen arbeid als dakdekker, maar vanwege zijn constitutie. Het beroep tegen deze afwijzing is door de rechtbank Maastricht bij uitspraak van 15 maart 2004, 2003/545, ongegrond verklaard. De Raad heeft, beslissende op het door appellant tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep, deze uitspraak bij uitspraak van 4 april 2006, 04/1689 WAO, bevestigd.

    1.2. Op 1 december 2004 heeft appellant zich vanuit een situatie van werkloosheid ziek gemeld met rugklachten. Bij besluit van 3 december 2007 heeft het Uwv op het verzoek van appellant tot toekenning van een WAO-uitkering afwijzend beslist. Bij besluit van 4 januari 2008 (besluit I) heeft het Uwv het tegen dit besluit ingediende bezwaar ongegrond verklaard. Aan besluit I is met toepassing van artikel 43a van de WAO door het Uwv ten grondslag gelegd dat appellant om recht te kunnen doen gelden op een WAO-uitkering ter zake van deze ziekmelding ziek moet zijn geworden als gevolg van dezelfde ziekteoorzaak als de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT