Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 11 de Marzo de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak11 de Marzo de 2010
Uitgevende instantie:Gerechtshof Amsterdam (Nederland)

GERECHTSHOF AMSTERDAM

kenmerk P07/00542

uitspraak: 11 maart 2010

uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

X, wonende te Y, belanghebbende,

gemachtigde B,

tegen de uitspraak in de zaak no. AWB 06/6159 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam,

de heffingsambtenaar.

  1. Ontstaan en loop van het geding

    1.1. De heffingsambtenaar heeft met dagtekening 8 april 2006 aan belanghebbende een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting opgelegd ten bedrage van € 2 aan parkeerbelasting en € 46 aan kosten (hierna: de aanslag) ter zake van het parkeren van een voertuig met kenteken […] (hierna: de auto).

    1.2. Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak, gedagtekend

    16 juni 2006 de aanslag gehandhaafd.

    1.3. Bij mondelinge uitspraak van 7 augustus 2007, heeft de rechtbank het daartegen door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.

    Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 13 augustus 2007 en aangevuld bij brieven van 9 september en 8 en 16 oktober 2007.

    De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

    1.4. Op 25 januari 2008, 1 februari 2008 en 29 oktober 2009 zijn nadere stukken ontvangen van belanghebbende. Deze zijn in afschrift verstrekt aan de heffingsambtenaar.

    1.5. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 november 2009. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

  2. Feiten

    2.1. Het Hof verwijst naar de feiten die door de rechtbank zijn vastgesteld en die als volgt in de uitspraak van de rechtbank zijn weergegeven (de rechtbank duidt belanghebbende aan als eiseres en de heffingsambtenaar als verweerder):

    (…)

  3. Eiseres is houder van het voertuig met kenteken […] (hierna: de auto). Op 8 april 2006 heeft B, de vader van eiseres, met de auto geparkeerd op de …straat te Y. Op die datum om 19.06 uur heeft een parkeercontroleur geconstateerd dat de auto geparkeerd stond zonder dat op juiste wijze aangifte was gedaan van de voor het parkeren verschuldigde parkeerbelasting. In verband hiermee heeft de parkeercontroleur aan eiseres de in het geding zijnde naheffingsaanslag opgelegd.

  4. Tussen partijen is niet in geschil, en ook de rechtbank gaat daar van uit, dat de auto geparkeerd stond op een plaats en tijdstip waarvoor parkeerbelasting als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder a, van de Verordening parkeerbelastingen 2006 van de gemeente Amsterdam was verschuldigd. Tevens staat vast dat B, zoals hij ter zitting heeft verklaard, op het moment dat de naheffingsaanslag werd opgelegd, nog geen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT