Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, 21 de Mayo de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak21 de Mayo de 2010
Uitgevende instantie:Rechtbank 's-Gravenhage

RECHTBANK ‘S-GRAVENHAGE

Sector Strafrecht

Meervoudige strafkamer

Parketnummer 09/650053-09

Datum uitspraak: 21 mei 2010

Tegenspraak

(Promis)

De rechtbank ’s-Gravenhage heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1963,

thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Alphen aan den Rijn te Alphen aan den Rijn.

  1. Het onderzoek ter terechtzitting

    Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 10 mei 2010.

    De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. S.M.A.F. Tielens en van hetgeen door de raadsman van verdachte mr. P.J. Silvis, advocaat te Rotterdam, en door de verdachte naar voren is gebracht.

  2. De tenlastelegging

    Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

  3. hij te Voorhout, althans in Nederland, op of omstreeks 23 juni 2009, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om opzettelijk en al dan niet met voorbedachte rade een persoon genaamd [X] van het leven te beroven, opzettelijk en al dan niet na rustig overleg en kalm beraad met een (nog onbekend) vuurwapen (van dichtbij) een (aantal) kogel(s) heeft afgevuurd op of in de richting van die [X], terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

    Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

    hij op of omstreeks 23 juni 2009 te Voorhout, althans in Nederland, aan een persoon (te weten [X]), opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade, althans opzettelijk, zwaar lichamelijk letsel (te weten een of meer schotwond(en) aan arm(en) en/of op/in de borst), heeft toegebracht, door opzettelijk, al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, op of in de richting van deze [X] met een vuurwapen (van dichtbij) een (aantal) kogel(s) af te vuren;

    meer subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

    hij op of omstreeks 23 juni 2009 te Voorhout, althans in Nederland, ter uitvoering van het voorgenomen misdrijf om aan een persoon (te weten [X]), opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade, althans opzettelijk, zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, opzettelijk en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, met een vuurwapen (van dichtbij) een (aantal) kogel(s) heeft afgevuurd op of in de richting van deze [X], terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

  4. hij te Voorhout en/of [woonplaats verdachte], althans in Nederland, op of omstreeks 23 juni 2009, een (vuur)wapen van categorie III (of categorie II) en/of munitie van categorie III (of categorie II), te weten een of meer patronen (9mm), voorhanden heeft gehad;

    De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;

  5. hij op of omstreeks 23 juni 2009 te Voorhout en/of [woonplaats verdachte], althans in Nederland, [X] en/of [Y] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [X] (nadat hij op haar heeft geschoten) dreigend (in de Turkse taal) de woorden toegevoegd :"Denk maar niet dat het voorbij is. Ik begin bij je armen, daarna je benen en daarna je hoofd. Ik zal je verlammen en daarna doden", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, en/of heeft verdachte opzettelijk voornoemde [Y] dreigend de woorden toegevoegd: "Zal ik je moeder eerst doden of jou?"en/of “Je mag het zeggen: jij of je moeder", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;

  6. Het bewijs

    3.1 Het standpunt van de officier van justitie

    De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zijn ex-vrouw [X] (hierna: [X]) opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft willen beroven, door van dichtbij met een vuurwapen op haar te schieten. Voorts komt de verdenking erop neer dat hij [X] en zijn dochter [Y] met de dood heeft bedreigd en dat hij een vuurwapen met munitie voorhanden heeft gehad.

    De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen zal verklaren dat verdachte feit 1 primair, feit 2 en feit 3 heeft begaan.

    3.2 Het standpunt van de verdediging

    De raadsman heeft gesteld dat geen overtuigend bewijs voorhanden is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de poging tot moord, de bedreigingen en het wapenbezit. Hij heeft bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.

    Hij heeft hiertoe aangevoerd dat meerdere personen kunnen voldoen aan het door getuige [getuige 1] gegeven signalement van de dader, waaronder [A]. Deze [A] was twee weken eerder in de omgeving van de plaats delict gezien door deze getuige en leek op dat moment in conflict te zijn met [Y]. De raadsman heeft betoogd dat deze [A] mogelijk een motief had om [X] iets aan te doen. Het opsporingsonderzoek is te veel gericht geweest op verdachte en er is onvoldoende onderzoek verricht naar de mogelijke betrokkenheid van [A].

    Tevens heeft de raadsman aangevoerd dat er een DNA-profiel is aangetroffen op een patroon, gevonden op de plaats delict, dat noch tot [X] noch verdachte is te herleiden, hetgeen duidt op een andere dader dan verdachte. Ook de omschrijving van de auto die op beelden van verschillende benzinestations zou zijn te zien, is te algemeen om aan te nemen dat zulks de auto van verdachte is. Verder zouden de zendmastgegevens ten aanzien van de mobiele telefoon van verdachte onvoldoende overtuigend zijn om aan te nemen dat verdachte op het tijdstip van het schietincident op de plaats delict is geweest. De raadsman heeft daarnaast benadrukt dat geen sporen zijn aangetroffen op het wapen.

    Ook heeft de raadsman vraagtekens geplaatst bij de verklaringen van [X] en [Y]. Hij heeft opgemerkt dat deze verklaringen niet overeen komen. Verder heeft hij opgemerkt dat niet te begrijpen is dat als het verdachte zou zijn geweest die met bedreiging met de dood zou hebben aangekondigd dat hij langs zou komen dan toch (zonder dat de politie wordt gebeld) de deur voor hem wordt open gedaan.

    Subsidiair heeft de raadsman gesteld dat – indien door de rechtbank bewezen wordt verklaard dat verdachte de dader is geweest – er geen sprake is geweest van een poging tot moord of doodslag maar hooguit van (een poging tot) het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Verdachte zou volgens [X] hebben gezegd dat hij zou beginnen bij haar armen. Dit sluit aan bij de verwondingen van [X]. Gelet hierop kan niet worden uitgesloten dat willens en wetens is gericht op de armen van [X], zodat niet bewezen kan worden dat de opzet gericht is geweest op het van het leven beroven van [X].

    3.3 De beoordeling van de tenlastelegging1

    De rechtbank gaat bij de beoordeling van de tenlastegelegde feiten uit van het volgende.

    Op 23 juni 2009 omstreeks 22.00 uur (melding 22:02 uur) is in haar woning aan de [straat 1] in Voorhout van dichtbij geschoten op [X] met een vuurwapen.2 3 Haar dochter [Y] – tevens de dochter van verdachte – was op dat moment ook in de woning aanwezig.4 5 Na de melding van dit incident hebben verbalisanten het slachtoffer in de woning van één van de buren aan de [straat 1] aangetroffen met verwondingen aan de armen en de borst.6 Blijkens een letselbeschrijving van de GGD Hollands Midden van 9 februari 2010 heeft [X] multiple schotwonden in de rechteronderarm en rechterborst en daarnaast drie schampschotverwondingen, waarvan één aan de rechterpols en twee aan de rechterborst, opgelopen.7

    3.3.1 De dader

    De rechtbank ziet zich allereerst voor de vraag gesteld of verdachte degene is die op [X] heeft geschoten. Zij oordeelt daarover als volgt.

    Op 23 juni 2009 omstreeks 22.07 uur is er een melding van [Y] binnengekomen bij de gemeenschappelijke meldkamer van de politie dat haar moeder door haar vader, genaamd [voornaam], was neergeschoten in haar woning aan de [straat 1] in Voorhout. Zij vertelde aan de telefoniste van de meldkamer dat haar vader de woning was binnengekomen en meteen had geschoten.8 9

    [Y] heeft ten overstaan van de politie verklaard dat zij de bewuste avond rond 21.00 uur vanuit de woning aan de [straat 1] in bijzijn van haar moeder en met haar mobiele telefoon haar vader heeft gebeld om hem te vertellen over haar voorgenomen huwelijk met een Aleviet, waar verdachte niet blij mee was. Zij heeft verklaard dat verdachte ongeveer tien minuten later (haar moeder had inmiddels de woning verlaten om een boodschap te doen) terugbelde op de vaste telefoonlijn en dermate boos was dat hij haar en haar moeder met de dood heeft bedreigd door tegen haar te zeggen: “Wie wil er eerst dood, jij of je moeder?” en ook dat hij eraan zou komen. Zij heeft hierop haar moeder ge-smst dat zij snel naar huis moest komen en die kwam even later ook weer thuis.10 [Y] heeft verder verklaard dat het zeker een half uur duurde voordat er aan werd gebeld. Zij hoorde de stem van haar vader via de intercom die vroeg om de deur open te maken. Zij is door haar moeder de badkamer ingestuurd.11 Zij heeft vanuit de badkamer de voordeur open horen gaan en heeft wederom de stem van verdachte gehoord, direct gevolgd door één harde knal. Hierop heeft zij gebeld met de telefoniste van de meldkamer.12

    [X] heeft...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT