Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Utrecht, 13 de Agosto de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak13 de Agosto de 2010
Uitgevende instantie:Rechtbank Utrecht

RECHTBANK UTRECHT

Sector strafrecht

Parketnummer: 16-600120-10 (ontneming)

beslissing van de rechtbank d.d. 13 augustus 2010

in de ontnemingszaak tegen

[verdachte],

geboren op [1958] te [geboorteplaats],

wonende te [woonplaats], [woonadres].

Raadsman: mr. B.P.M. Canoy, advocaat te Leeuwarden.

1 De procedure.

De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:

- de vordering, die binnen de in artikel 511b van het Wetboek van Strafvordering genoemde termijn aanhangig is gemaakt;

- het strafdossier onder parketnummer 16-600120-10;

- het vonnis van de meervoudige kamer voor strafzaken van deze rechtbank van 2 juli 2010 in de zaak met parketnummer 16-600120-10, waaruit blijkt dat veroordeelde is veroordeeld terzake van:

  1. deelname aan een criminele organisatie;

  2. medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;

  3. medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd,

    tot in die uitspraak vermelde straf;

    - het proces-verbaal van berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel;

    - de bevindingen tijdens het onderzoek ter terechtzittingen van 9 juni 2010 en 18 juni 2010;

    - de overige stukken.

    Tijdens het onderzoek op voormelde terechtzittingen is de veroordeelde gehoord en hebben de officier van justitie en de raadsman hun standpunten kenbaar gemaakt.

    2 De beoordeling.

    De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat de rechtbank het bedrag vaststelt waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat en de veroordeelde de verplichting oplegt tot betaling aan de staat van het geschatte voordeel, welk voordeel door haar wordt geschat op € 12.000,-.

    Naar het oordeel van de rechtbank heeft veroordeelde door middel van of uit baten van de hiervoor onder kopje 1 (de procedure) onder 2 en 3 genoemde strafbare feiten en soortgelijke feiten, voordeel gekregen.

    De rechtbank ontleent de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel aan de feiten en omstandigheden die in de volgende bewijsmiddelen zijn vervat .

    Zaaksdossier 7 ([adres] te Veenendaal)

    In het dossier bevinden zich de volgende documenten:

    - een werkgeversverklaring ten aanzien van [betrokkene 1] met een dienstverband als chauffeur transporteur sinds 1 december 2006 bij [bedrijf 1] met een bruto jaarsalaris van € 44.712,- inclusief vakantiegeld ;

    - een loonstrook van [bedrijf 1] van de maand januari 2007 betreffende een inkomen van [betrokkene 1] van € 2.297,59 per maand .

    Op 12 april 2007 is de hypotheekakte voor de hypothecaire geldlening met betrekking tot de woning aan de [adres] te [woonplaats] ten name van [betrokkene 1] en [betrokkene 2] gepasseerd ten overstaan van notaris [betrokkene 2] te Veenendaal. De hypothecaire lening bedroeg € 307.500,- . Van dit bedrag was een bedrag van € 40.000,- voor de verbouwing gereserveerd.

    [verdachte] heeft ter terechtzitting van 9 juni 2010 verklaard dat hij voormelde werkgeversverklaring en loonstrook, beide van [bedrijf 1] ten aanzien van [betrokkene 1], heeft opgemaakt. [betrokkene 3] leverde de gegevens aan die [verdachte] op de werkgeversverklaring en salarisstrook moest vermelden. [verdachte] heeft erkend dat hij wist dat de inhoud van de werkgeversverklaring en de loonstrook niet klopte en dat de door hem opgemaakte stukken zouden worden gebruik om [betrokkene 1] aan een hypotheek te helpen.

    [betrokkene 3] heeft € 250,- aan [verdachte] betaald ten behoeve van het opmaken van drie fictieve salarisstroken en een arbeidsovereenkomst ten name van [betrokkene 1] bij werkgever [bedrijf 1] te Veenendaal .

    Wederrechtelijk verkregen voordeel: € 250,-

    Zaaksdossier 8 ([adres] te Veenendaal)

    In het dossier bevinden zich de volgende documenten:

    - een werkgeversverklaring ten aanzien van [betrokkene 4] met een dienstverband als interim manager sinds 1 juli 2007 bij [bedrijf 5] (hierna te noemen: [bedrijf 5]) met een bruto jaarsalaris van € 71.280,- inclusief vakantiegeld ;

    - drie salarisspecificaties van [bedrijf 5] van de maanden juli 2007, augustus 2007 en september 2007, betreffende een inkomen van [betrokkene 4] .

    Op 18 januari 2008 is de hypotheekakte voor de hypothecaire geldlening met betrekking tot de woning aan de [adres] te [woonplaats] ten name van [betrokkene 4] gepasseerd bij notariskantoor [naam]. Het hypotheekbedrag bedroeg € 370.000,- met een bouwdepot van € 85.000,- .

    [verdachte] heeft ter terechtzitting van 9 juni 2010 verklaard dat hij voormelde werkgeversverklaring en drie salarisspecificaties van [bedrijf 5] ten aanzien van [betrokkene 4] heeft opgemaakt. [betrokkene 3] leverde de gegevens aan die [verdachte] op de werkgeversverklaring en salarisspecificatie moest vermelden. [verdachte] wist dat de inhoud van de werkgeversverklaring en de loonstrook niet klopte en dat de door...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT