Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 14 de Diciembre de 2010

Datum uitspraak14 de Diciembre de 2010
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

14 december 2010

Strafkamer

nr. 09/03117

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 23 juli 2009, nummer 21/004656-08, in de strafzaak tegen:

[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976, wonende te [woonplaats].

  1. Geding in cassatie

    Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. A.W. Syrier, advocaat te Utrecht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    De Advocaat-Generaal Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak wat betreft de bewezenverklaring van het onder 1 tenlastegelegde en tot verwijzing van de zaak naar een aangrenzend hof teneinde op het bestaande hoger beroep in zoverre opnieuw te worden berecht en afgedaan.

  2. Beoordeling van het vierde middel

    2.1. Het middel klaagt dat het onder 1 bewezenverklaarde opzet op de medeplichtigheid ontoereikend is gemotiveerd.

    2.2.1. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:

    1. [medeverdachte] op 17 december 2007 te Enschede opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (te weten: (onder meer) de afscheuring van diverse organen en/of ingewanden) aan [slachtoffer] heeft toegebracht ten gevolge waarvan [slachtoffer] is overleden, immers heeft [medeverdachte] voornoemde [slachtoffer] meermalen gestompt en/of geslagen en/of geschopt in de maagstreek en elders tegen het lichaam gestoten tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;

    tot het plegen van welk misdrijf verdachte op 17 december 2007 te Enschede, medeplichtig is geweest door daartoe opzettelijk gelegenheid te geven, door:

    - [slachtoffer] alleen achter te laten bij [medeverdachte] terwijl zij wist dat [medeverdachte] [slachtoffer] al eerder had mishandeld omdat zij, verdachte, sinds dat zij een relatie met [medeverdachte] had meermalen op het lichaam van [slachtoffer] blauwe plekken en/of een blauwe oorschelp en/of een of meerdere bulten had geconstateerd, zonder dat daarvoor een duidelijke verklaring was;

    - na te laten om in te grijpen, ter voorkoming/ verhindering dat een of meerdere van voornoemde handeling(en) en/of gedraging(en) door [medeverdachte] zou(den) plaatsvinden, en niet door woorden en/of daden te voorkomen, dat [medeverdachte] voornoemd(e) handeling(en) en/of gedraging(en) pleegde en/of kon plegen;

    2. zij op 17 december 2007 in de gemeente Enschede opzettelijk [slachtoffer] (geboren op 13 juli 2006) tot wiens onderhoud en/of verpleging en/of verzorging zij, verdachte, als ouder van [slachtoffer] krachtens de wet verplicht was, in hulpeloze toestand heeft gelaten, immers heeft zij, verdachte, toen aldaar telkens opzettelijk:

    terwijl zij wist dat [medeverdachte] [slachtoffer] al eerder had mishandeld onder andere omdat zij, verdachte, sinds dat zij een relatie met [medeverdachte] had meermalen op het lichaam van [slachtoffer] blauwe plekken en/of een blauwe oorschelp en/of een of meerdere bulten had geconstateerd, zonder dat daarvoor een duidelijke verklaring was, [slachtoffer] alleen achtergelaten bij deze [medeverdachte], en heeft zij, verdachte, (vervolgens) - toen die [slachtoffer] uiterlijke tekenen van letsel vertoonde en ernstig letsel had opgelopen en/althans zij, verdachte vermoedde dat die [slachtoffer] in een zeer zorgelijke en slechte lichamelijke toestand verkeerde - die [slachtoffer] aan zijn lot overgelaten en nagelaten tijdig adequate medische hulp in te schakelen.

    2.2.2. De bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsvoering:

    "1. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (pagina's A323-A325), gesloten en getekend op 28 december 2007 door [verbalisant 1], medewerker tactische recherche, tevens Buitengewoon Opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van verbalisant:

    In dit proces-verbaal wordt de melding 112 d.d. 17 december 2007 om 11.36.17 uur van [medeverdachte], geboren op [geboortedatum] 1971 te [geboorteplaats], woordelijk uitgewerkt.

    Medewerkster Ambulancedienst: V

    [medeverdachte]: A

    11.36.17

    V: Met de ambulancedienst.

    A: [Medeverdachte]. Goedemorgen. Ik heb een kind dat waarschijnlijk niet meer ademhaalt.

    V: Waar bent u, welke plaats?

    A: Enschede.

    V: Op welk adres?

    A: [a-straat 1].

  3. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (pagina's G50-G53), gesloten en getekend op 20 december 2007 door [verbalisant 2], brigadier van politie, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [betrokkene 1]:

    Ik ben als verpleegkundige werkzaam bij "Ambulance Oost". Op 17 december 2007 had ik dienst samen met [betrokkene 2], die werkzaam is als chauffeur bij de genoemde ambulancedienst. Die dag kregen wij om 11.38 uur een melding om te gaan naar het [a-straat 1] te Enschede. Ongeveer 5 minuten na de melding kwamen wij ter plaatse. In de woonkamer lag een kind van ongeveer anderhalf jaar oud. Ik zag dat het kind helemaal bleek en vaal was. Het kind werd gereanimeerd door twee politieagenten. Ik ben aan het hoofdeinde van het kind gaan zitten. Ik heb een tube ingebracht en met de beademingsballon het kind beademd. Het kind had de ogen open. Toen ik de ogen wilde sluiten, zag ik dat het linkeroog al enigszins was ingedroogd. Ik wilde zo snel mogelijk met het kind naar het ziekenhuis. Onderweg hebben we de reanimatie voortgezet. In het ziekenhuis stond een team klaar, onder andere bestaande uit; een kinderarts en een assistent kinderarts.

  4. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (pagina's G98-G101), gesloten en getekend op 20 december 2007 door [verbalisant 3], hoofdagent van politie, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [betrokkene 2]:

    Ik ben werkzaam als ambulancechauffeur bij de ambulancedienst Oost. Op 17 december 2007 had ik dagdienst op de ambulance, samen met [betrokkene 1]. [Betrokkene 1] is ambulanceverpleegkundige. Aan het eind van de ochtend werden wij verzocht om te gaan naar het adres [a-straat 1] te Enschede. In de melding werd ons medegedeeld dat het waarschijnlijk ging om het reanimeren van een kind van anderhalf jaar oud. De voordeur van de woning stond open. In het halletje van de woning trof ik een mij onbekende man aan met blond haar. Later bleek hij de vriend van de moeder van het kind te zijn. Ik hoorde dat de man met het blonde haar letterlijk tegen ons zei: "Ik heb wel gereanimeerd op de buik, maar dit is niet goed hè." Ik liep de woonkamer in. Ik zag dat er een kind op de grond lag en ik zag dat twee politiemensen bezig waren met de reanimatie van het kind. [Betrokkene 1] heeft de beademing overgenomen. U vraagt mij wat mij is opgevallen aan het kind. Ik zag dat de linkeronderarm ongeveer 45 graden omhoog stond.

  5. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (pagina's G102-G104), gesloten en getekend op 21 december 2007 door [verbalisant 3], hoofdagent van politie, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [betrokkene 3]:

    Ik ben werkzaam als kinderarts in het ziekenhuis in Enschede. Op 17 december 2007 werd ik opgepiept en moest ik met spoed naar de traumakamer van hét ziekenhuis gaan. Er zou een kind worden binnengebracht die gereanimeerd werd. In het medisch dossier staat dat het kind om 12.11 uur werd binnengebracht in de traumakamer. Ik heb als kinderarts dan de leiding van de reanimatie. Om 12.19 uur is er gestopt met de reanimatie en werd de dood van het kind door mij vastgesteld. U vraagt mij wat mij opviel aan het kind na het overnemen van de reanimatie. Het kind zag er grauw uit. De beide beentjes voelden koud en stijf aan. Ik zag dat er een vlies over het hoornvlies zat. Ik heb ook gezien dat het linkerarmpje iets omhoog stond. De armpjes waren echter niet zo stijf als de beentjes. Het omhoog staan van het armpje duidt op lijkstijfheid.

  6. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor (pagina's G348-G351), gesloten en getekend op 20 maart 2008 door [verbalisant 4] en [verbalisant 5], beiden brigadier van politie, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van [betrokkene 4]:

    Ik ben arts-assistent kindergeneeskunde en verbonden aan het Medisch Spectrum te Enschede. Op 17 december 2007 kwam om ongeveer 12.00 uur de melding binnen dat een kind van 1,5 jaar zou binnenkomen, die gereanimeerd zou moeten worden. De ambulancebroeders waren al bezig met de reanimatie. Om ongeveer 12.10 uur kwam het kind binnen. [Betrokkene 3] en ik hebben de reanimatie en de beademing ongeveer 10 minuten doorgezet. Na 10 minuten werd er gestopt met de behandeling van het kind, omdat [betrokkene 3] en ik zagen dat het kind lichtstijve pupillen had en de ogen enigszins vertroebeld waren. Beide dingen duiden er op dat er geen hersenactiviteit meer is. Bovendien voelde het kind enigszins koud aan. De armen en de benen van het kind voelden enigszins stijf aan.

  7. Het deskundigenrapport (obductieverslag), genummerd 2007.12.17.129, door A. Maes, werkzaam als vast gerechtelijk deskundige bij het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag, gesloten en getekend op 24 januari 2008(pagina's TR69-TR79), voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende:

    Op 18 december 2007, heeft ondergetekende, Ann Maes, arts en patholoog, de uit- en inwendige schouwing verricht op het lijk van [slachtoffer].

    Uitwendig waren veel letsels zichtbaar. Deze bestonden uit onderhuidse bloeduitstortingen, huidkneuzingen en krasletsels. Ze waren gelokaliseerd op het hoofd, het gezicht, onder de kaakrand beiderzijds, achter de rechteroorschelp, op de romp, de schaamheuvel, de eikel, de balzak en aan de voorzijde van de knieën. Deze letsels waren hooguit één tot enkele dagen oud. De huidletsels zijn het gevolg geweest van meermalen toegepast botsend geweld en passen, onder andere, bij slaan, stompen en knijpen. De bloeduitstorting achter de rechteroorschelp kan ook zijn veroorzaakt door draaien of trekken aan de oorschelp. Slechts de bloeduitstortingen aan de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT