Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 28 de Diciembre de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak28 de Diciembre de 2010
Uitgevende instantie:Gerechtshof Amsterdam (Nederland)

GERECHTSHOF AMSTERDAM

EERSTE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER

ARREST

in de zaak van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid WORLD FASHION CENTRE AMSTERDAM B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

APPELLANTE tevens VERWEERSTER IN HET INCIDENT,

advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,

t e g e n

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KOKER HOLDING B.V. (voorheen geheten KOKER EURO IMPORT/EXPORT B.V.),

gevestigd te Amsterdam,

GEÏNTIMEERDE tevens EISERES IN HET INCIDENT,

advocaat: mr. A. Köker te Amstelveen.

De partijen worden hierna WFC en Koker Holding genoemd.

  1. Het geding in hoger beroep

    Bij dagvaarding van 16 augustus 2010 is WFC in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam, sector kanton, locatie Amsterdam (hierna: de kantonrechter), onder zaak-/rolnummer 1027471 CV EXPL 09-5892 tussen partijen (WFC als eiseres in conventie / verweerster in reconventie en Koker Holding als één van de twee gedaagden in conventie / eiseressen in reconventie) gewezen, en uitgesproken op 25 juni 2010.

    WFC heeft bij memorie negen grieven geformuleerd en toegelicht, bescheiden in het geding gebracht en bewijs aangeboden, met conclusie, kort gezegd, dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd voor zover de conventionele vorderingen jegens Koker Holding zijn afgewezen, en die vorderingen alsnog jegens Koker Holding zullen worden toegewezen, met veroordeling van Koker Holding in de kosten van de beide instanties met inbegrip van de nakosten, een en ander voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.

    Daarop heeft Koker Holding geantwoord, incidenteel geappelleerd en bewijs aangeboden, met conclu¬sie, kort gezegd en naar het hof begrijpt, tot afwijzing van het principale appel en in het incidentele appel tot veroordeling alsnog (na vernietiging van de bestreden uitspraak in zoverre) van WFC in de proceskosten die Koker Holding in eerste aanleg heeft moeten maken in verband met de conventionele vorderingen, een en ander met veroordeling van WFC in de proceskosten van het hoger beroep, en voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.

    In hetzelfde processtuk heeft Koker Holding een incident geopend waarin zij de zogenaamde exceptio plurium litis consortium opwerpt, met conclusie dat WFC in haar vordering niet-ontvankelijk wordt verklaard en in de proceskosten van de beide instanties wordt verwezen, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.

    WFC heeft op de incidentele vordering geantwoord met conclusie tot...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT