Voorlopige voorziening+bodemzaak van Rechtbank 's-Gravenhage, Voorzieningenrechter, 22 de Febrero de 2011
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 22 de Febrero de 2011 |
Uitgevende instantie: | Voorzieningenrechter |
RECHTBANK ‘s-GRAVENHAGE
Sector bestuursrecht
Nevenzittingsplaats Haarlem
zaaknummers: AWB 11 / 716
AWB 11 / 2162
uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken van 22 februari 2011
in de zaak van:
[naam verzoeker],
geboren op [geboortedatum], van Algerijnse nationaliteit,
raadsman: mr. J. van Bennekom, advocaat te Amsterdam,
tegen:
de minister voor Immigratie en Asiel,
verweerder,
gemachtigde: mr. M.H. Belevska, werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) te ’s-Gravenhage.
-
Procesverloop
1.1 Op 7 januari 2011 heeft verzoeker tegen het terugkeerbesluit van 6 januari 2011, waarin is vermeld dat hij Nederland onmiddellijk moet verlaten, een bezwaarschrift ingediend bij verweerder. Op diezelfde datum heeft verzoeker de voorzieningenrechter van deze rechtbank en nevenzittingsplaats verzocht een voorlopige voorziening te treffen (AWB 11/716).
1.2 Op 20 december 2010 heeft verzoeker tegen het terugkeerbesluit van diezelfde datum, waarin is vermeld dat hij Nederland onmiddellijk moet verlaten, een bezwaarschrift ingediend bij verweerder. Op 19 januari 2011 heeft verzoeker de voorzieningenrechter van deze rechtbank en nevenzittingsplaats verzocht een voorlopige voorziening te treffen (AWB 11/2162).
1.3 De openbare behandeling van de geschillen heeft plaatsgevonden op 7 februari 2011. Verzoeker is in persoon verschenen, bijgestaan door zijn raadsman. Verweerder is vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
-
Overwegingen
2.1 Ingevolge artikel 8:81 Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan – onder meer – indien voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank tegen een besluit bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2.2 Verzoeker heeft - samengevat - het volgende aangevoerd. De Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (hierna: Terugkeerrichtlijn) bevat normen ter zake terugkeer. Deze richtlijn is niet tijdig geïmplementeerd. Naar vaste jurisprudentie kan na het verstrijken van de omzettingstermijn de bescherming van de richtlijn worden ingeroepen, omdat die dan rechtstreekse werking heeft. Anderzijds maakt het niet...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT