Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 28 de Enero de 2011

Datum uitspraak28 de Enero de 2011
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

09/2854 TRP

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[appellante], wonende te [woonplaats] (hierna: appellante),

tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 28 april 2009, 08/6241 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellante

en

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb).

Datum uitspraak: 28 januari 2011

  1. PROCESVERLOOP

    Appellante heeft hoger beroep ingesteld.

    De Svb heeft een verweerschrift ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 november 2010. Namens appellante is verschenen haar zoon A. Rietman. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door J.A.J. Groenendaal en mr. A.P. van den Berg. Het geding is gevoegd behandeld met de gedingen geregistreerd onder de nummers 09/1618 TRP, 09/229 TRP, 09/2165 TRP, 09/348 TRP, 09/358 TRP, 09/3814 TRP, 09/2552 TRP, 09/5291 TRP en 08/6984 TRP. In ieder geding zal afzonderlijk uitspraak worden gedaan.

  2. OVERWEGINGEN

    1.1. Bij besluit van 28 mei 2008 heeft de Svb appellante medegedeeld dat zij geen recht heeft op een eenmalige uitkering op basis van de Tijdelijke Regeling eenmalige tegemoetkoming pensioenverevening (Stcrt. 2006, 243, gewijzigd bij Regeling van 27 augustus 2007, Stcrt. 2007, 170, hierna: TRP), omdat appellante haar aanvraag niet tijdig heeft ingediend.

    1.2. Dit besluit is, na bezwaar, gehandhaafd bij besluit op bezwaar van 3 juli 2008 (hierna: bestreden besluit).

    1. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.

    2. In hoger beroep heeft appellante benadrukt dat zij geen informatie van de Svb heeft ontvangen over deze regeling, noch een aanvraagformulier. Het niet tijdig indienen van de aanvraag kan haar dan ook niet tegengeworpen worden.

    3. De Raad dient in de eerste plaats te bezien of hij bevoegd is van het onderhavige hoger beroep kennis te nemen. De Raad stelt vast dat de TRP niet is opgenomen in de bij de Beroepswet behorende bijlage. Dit houdt in beginsel in dat de Raad niet bevoegd is van het hoger beroep kennis te nemen, tenzij zou moeten worden gezegd dat de TRP een zodanige verwantschap heeft met de op genoemde bijlage geplaatste dan wel anderszins aan de Raad toebedeelde wetten en regelingen, dat aan de Raad desondanks de bevoegdheid zou dienen toe te komen in hoger beroep te oordelen over het geschil. Naar het oordeel van de Raad doet deze situatie zich hier voor. De onderhavige regeling vertoont duidelijke aanknopingspunten met de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT