Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 15 de Marzo de 2011

Datum uitspraak15 de Marzo de 2011
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

08/4859 WWB

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),

tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 14 juli 2008, 08-3447 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellant

en

het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem (hierna: College)

Datum uitspraak: 15 maart 2011

  1. PROCESVERLOOP

    Namens appellant heeft mr. E.C. Weijsenfeld, advocaat te Haarlem, hoger beroep ingesteld.

    Het College heeft een verweerschrift ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 februari 2011. Voor appellant is mr. Weijsenfeld verschenen. Het College heeft zich laten vertegenwoordigen door R. de Vos, werkzaam bij de gemeente Haarlem.

  2. OVERWEGINGEN

    1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.

      1.1. Appellant heeft vanaf 1 augustus 1997 bijstand ontvangen naar de norm voor een alleenstaande, laatstelijk op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Uit onderzoek van het College is gebleken dat appellant een pensioen van de [naam bedrijf] heeft ontvangen, dat hij niet heeft opgegeven. Dit pensioen had verrekend moeten worden met de aan appellant verstrekte bijstand. Bij besluit van 16 juli 2007 heeft het College de bijstand over de periode van 1 mei 2005 tot en met 31 maart 2007 herzien en € 1.430,44 bruto en € 122,83 netto van appellant teruggevorderd. Appellant heeft tegen dit besluit geen bezwaar gemaakt.

      1.2. Vervolgens is gebleken dat het pensioen van de [naam bedrijf] niet, zoals aanvankelijk was aangenomen, is ingegaan vanaf de 60-jarige leeftijd van appellant, maar al vanaf zijn 55ste. Hierdoor is ook over de periode van 1 mei 2000 tot en met

      30 april 2005 teveel bijstand toegekend. Bij besluit van 4 december 2007 heeft het College de bijstand van appellant over deze periode herzien en is het teveel betaalde bedrag ter hoogte van € 5.209,50 bruto van hem teruggevorderd. Omdat het totaal terug te vorderen bedrag hierdoor boven de € 6.000,-- uitkwam heeft het College aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie. In verband hiermee heeft het College bij besluit van 30 november 2007 het besluit van 22 november 2007, waarbij als maatregel de bijstand gedurende een maand met 40% was verlaagd, ingetrokken.

      1.3. Bij besluit van 4 maart 2008 heeft het College het bezwaar tegen het besluit van 4 december 2007, dat met name was gericht tegen de terugvordering, ongegrond...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT