Voorlopige voorziening van Rechtbank Breda, Voorzieningenrechter, 27 de Abril de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak27 de Abril de 2011
Uitgevende instantie:Voorzieningenrechter

vonnis

RECHTBANK BREDA

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 234067 / KG ZA 11-238

Vonnis in kort geding van 27 april 2011

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

CHEMIE-PACK NEDERLAND BV,

gevestigd te Moerdijk,

eiseres,

advocaat mr. J.A. Jacobs,

tegen

de publiekrechtelijke rechtspersoon

WATERSCHAP BRABANTSE DELTA,

zetelend te Breda,

gedaagde,

advocaat mr. B.J.P.G. Roozendaal.

Partijen zullen hierna Chemie-Pack en het Waterschap genoemd worden.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - de dagvaarding

    - de mondelinge behandeling

    - de pleitnota van Chemie-Pack

    - de pleitnota van het Waterschap

    - de akte van Chemie-Pack met producties

    - de akte van het Waterschap.

  2. Het geschil

    2.1. Chemie-Pack vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:

  3. primair: de door het Waterschap ten laste van Chemie-Pack onder haar in de dagvaarding genoemde verzekeraars gelegde conservatoire beslagen opheft, vanwege de ondeugdelijkheid van het door het Waterschap ingeroepen recht dan wel de onnodigheid van het (onverkort) handhaven van de door haar ten laste van Chemie-Pack gelegde beslagen;

  4. subsidiair: het Waterschap beveelt dat haar (dagelijks) bestuur binnen 24 uur na het in dit kort geding te wijzen vonnis aan de derden-beslagenen (UGV-verzekeraars) schriftelijk verklaart:

    “Waterschap Brabantse Delta heeft kennis genomen van het vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Breda en uw toezegging als UGV-verzekeraars aan Chemie-Pack Nederland BV om in de maanden april, mei en juni 2011 telkens (dus hoogstens drie maal) en onder voorbehoud van alle rechten en met name het recht de betaling als onverschuldigd gedaan terug te vorderen, een bedrag groot Euro 250.000,-- uit te keren door betaling op de bankrekening ten name van Chemie-Pack Nederland BV bij ABN-AMRO Bank NV, ten einde laatstgenoemde middelen te verschaffen om de maandelijks verschuldigde lonen en loonkosten te betalen en -beperkte- investeringen te doen. Het Waterschap verklaart hierbij dat zij, als beslaglegger, de betalingen die ingevolge deze toezegging in weerwil van het beslag worden gedaan niet met een beroep op het bepaalde in artt. 720 jo. 475h lid 1 Rv of anderszins aan u als derden-gearresteerden zal tegenwerpen”.

    een en ander op straffe van een, na betekening van dit vonnis en niet-nakoming van dit bevel, aan Chemie-Pack te verbeuren dwangsom van Euro 250.000,-- per maand, voor elke maand of gedeelte daarvan dat het Waterschap nalatig blijft aan het bevel te voldoen;

  5. meer subsidiair: de door het Waterschap ten laste van Chemie-Pack onder haar voornoemde verzekeraars gelegde conservatoire beslagen gedeeltelijk opheft resp. de blokkerende werking van de beslagen als bedoeld in artt. 720 jo. 475h lid 1 Rv beperkt vanwege het vexatoire karakter daarvan, zodanig dat de derden-beslagenen (UGV-verzekeraars) maandelijks aan Chemie-Pack telkens een bedrag van Euro 250.000,-- kunnen uitkeren, althans zodanige (maandelijkse) uitkeringen ter zake van bedrijfsschade zullen doen en dat Chemie-Pack na ontvangst daarvan de aldus aan haar ter beschikking staande financiële middelen zal aanwenden voor de betaling van beloningen resp. loon en loonkosten en daarmee verband houdende sociale lasten;

  6. voorts de termijn waarbinnen de eis in de hoofdzaak moet zijn ingesteld door het nemen van een ‘kostenbeschikking’ op de voet van artikel 5:25 lid 6 Awb, op straffe van verval van de beslagen, stelt op -zoals oorspronkelijk aan het Waterschap toegestaan- 90 dagen na het ‘eerst gelegde’ beslag;

  7. het Waterschap veroordeelt in de kosten van het geding;

  8. het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaart.

    2.2. Het Waterschap voert verweer.

    2.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

  9. De feiten

    3.1. Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen en de overgelegde producties wordt uitgegaan van de navolgende feiten:

    1. Chemie-Pack houdt zich bezig met het in opdracht van derden opslaan, mengen en ompakken van met name chemische stoffen.

    2. Als gevolg van een brand die op 5 januari 2011 is ontstaan is de door Chemie-Pack op het bedrijventerrein te Moerdijk gedreven inrichting nagenoeg volledig verwoest, waardoor Chemie-Pack haar bedrijfsactiviteiten aldaar noodzakelijkerwijs heeft beëindigd.

    3. Chemie-Pack heeft haar bedrijfsactiviteiten voortgezet in een neveninrichting in Oud Gastel, waar zij een (veel) beperktere productiecapaciteit heeft dan in Moerdijk.

    4. Het Waterschap heeft op 7 januari 2011 aan Chemie-Pack verzonden haar besluit van 6 januari 2011 met kenmerk 11UT000131, inzake de toepassing van bestuursdwang met de mededeling dat de daarmee gepaard gaande kosten op Chemie-Pack zullen worden verhaald.

    5. Met verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, onder de voorwaarde dat de eis in hoofdzaak binnen 90 dagen na de eerste beslaglegging wordt ingesteld, heeft het Waterschap op 31 januari en 16 februari 2011, ten laste van Chemie-Pack een drietal conservatoire derdenbeslagen gelegd onder diverse verzekeringsmaatschappijen tot zekerheid van verhaal van haar vordering welke inclusief rente en kosten is begroot op een bedrag van Euro 12.430.000,--, :

    6. Bij beschikking van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 8 april 2011 is de termijn voor het instellen van de eis in hoofdzaak verlengd met 60 dagen.

    7. Op 14 februari 2011 heeft Chemie-Pack bezwaar gemaakt tegen het besluit van het Waterschap van 6 januari 2011 met kenmerk 11UT000131 (hierna ook te noemen het bestreden besluit). Op 4 april 2011 heeft Chemie-Pack gronden van het bezwaar geformuleerd. Op 12 april 2011 heeft Chemie-Pack de voorzieningenrechter van de sector bestuursrecht van deze rechtbank gevraagd om schorsing van het bestreden besluit en om de conservatoire beslagen op te heffen.

    8. De voorzieningenrechter van de sector bestuursrecht heeft zich bij uitspraak van 21 april 2011 onbevoegd...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT