Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), Notariskamer, 19 de Abril de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak19 de Abril de 2011
Uitgevende instantie:Notariskamer

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER

Beslissing van 19 april 2011 in de zaak onder nummer 200.066.654/01 NOT van:

  1. [KLAGER SUB 1],

    wonende te Breukelen,

  2. [KLAGER SUB 2],

    wonende te Ommerschans,

  3. [KLAGER SUB 3],

    wonende te Maarssen,

    APPELLANTEN,

    gemachtigde: [klager sub 3],

    t e g e n

    [de notaris]

    notaris te [ ]

    GEÏNTIMEERDE.

  4. Het geding in hoger beroep

    1.1. Van de zijde van appellanten, hierna klagers, is bij een op 27 mei 2010 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift – met bijlagen – tijdig hoger beroep ingesteld tegen de aan deze beslissing gehechte beslissing van de kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te Utrecht, hierna de kamer, van 29 april 2010, waarbij de kamer de klacht van klagers tegen de geïntimeerde, hierna de notaris, ongegrond heeft verklaard.

    1.2. Van de zijde van de notaris is op 7 september 2010 een verweerschrift ter griffie van het hof ingekomen.

    1.3. De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 28 oktober 2010. De gemachtigde van klagers alsmede de notaris zijn verschenen en hebben het woord gevoerd.

  5. De stukken van het geding

    Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken.

  6. De feiten

    Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben tegen de vaststelling van de feiten door de kamer geen bezwaar gemaakt, zodat ook het hof van die feiten uitgaat.

  7. Het standpunt van klagers

    Klagers verwijten de notaris het volgende:

    1. de notaris heeft aan de vader van klagers, [naam vader], eigenmachtig, zonder overleg met diens kinderen of voorafgaande informatie aan diens kinderen, een volmacht ter ondertekening voorgelegd. In deze akte is algehele volmacht gegeven aan de notaris – onder herroeping van eerdere aan één of meer van zijn kinderen verstrekte volmachten - en kreeg de notaris voorts de volledige beschikking over de te verdelen boedel;

    2. de notaris heeft eigenmachtig gehandeld door [X] als contactpersoon voor verzorgingshuis [naam verzorgingshuis] aan te wijzen en heeft daarmee de volmacht voor een ander doel gebruikt dan waarvoor deze was gegeven;

    3. de notaris heeft niet gereageerd op het e-mailbericht van [klager sub 3] van 15 december 2009 en zodoende niet bevestigd dat zij zich zou terugtrekken;

    4. de notaris heeft onwaarheden verspreid in haar brief van 18 december 2009 aan de kinderen van [naam vader].

  8. Het standpunt van de notaris

    De notaris heeft gemotiveerd verweer gevoerd waarop hierna voor zover nodig wordt teruggekomen.

  9. De beoordeling

    6.1. Met de kamer is het hof van oordeel dat het initiatief tot het opstellen van de algehele volmacht niet bij de notaris lag maar bij [A], een goede vriend van de familie en met name ook van de vader van klagers die – zoals blijkt uit de vastgestelde feiten – zich eerder bij brief van 19 juli 2009 tot de kinderen had gewend en zijn hulp en diensten had aangeboden om te komen tot een oplossing van de tussen de kinderen ontstane onenigheid. De notaris is niet eigenmachtig opgetreden bij het opstellen van de algehele volmacht, maar heeft daarbij overeenkomstig de wens van [naam vader] en [A] gehandeld. Ook in hoger beroep is niet aannemelijk geworden dat [naam vader] bij het verstrekken van de algehele volmacht aan de notaris niet in staat was de gevolgen daarvan te overzien. Het valt de notaris derhalve niet te verwijten dat ze voorafgaand aan de ondertekening van de algehele volmacht geen contact heeft gezocht met de kinderen van [naam vader].

    6.2. Ten aanzien van de klachtonderdelen over de aanwijzing van [X] als contactpersoon en het niet reageren op het e-mailbericht van mr. [klager sub 3] van 15 december 2009, is het hof van oordeel dat het onderzoek in hoger beroep niet heeft geleid tot vaststelling van andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de kamer, waarmee het hof zich verenigt.

    6.3. Inzake het laatste klachtonderdeel is het hof met de kamer van oordeel dat niet is komen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT