Hoger beroep van Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands), 19 de Abril de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak19 de Abril de 2011
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands)

Beschikking d.d. 19 april 2011

Zaaknummer 200.054.674

HET GERECHTSHOF LEEUWARDEN

Beschikking in de zaak van

[de man],

wonende te [woonplaats] (Taiwan),

appellant,

hierna te noemen: de man,

advocaat mr. S.A. Wilman,

kantoorhoudende te Leeuwarden,

tegen

  1. [de vrouw],

    hierna te noemen: de vrouw,

  2. [jong meerderjarige],

    hierna te noemen: [jong meerderjarige],

    beiden wonende te [woonplaats] (Indonesië),

    geïntimeerden,

    advocaat mr. J.F. Rouwé-Danes,

    kantoorhoudende te Leeuwarden.

    De inhoud van de tussenbeschikking van 31 augustus 2010 wordt hier overgenomen.

    Het verdere procesverloop

    Na voormelde tussenbeschikking is ter griffie van het hof ingekomen een rapport van het Internationaal Juridisch Instituut (hierna: IJI) van 9 december 2010 en een tweetal faxberichten van mr. Rouwé-Danes van 22 december 2010 respectievelijk 15 maart 2011.

    Zoals op 31 augustus 2010 is bepaald wordt de zaak thans verder op de stukken afgedaan.

    De beoordeling

    Feiten

  3. Partijen zijn op 24 juli 1992 in Indonesië met elkaar getrouwd. In september 2007

    zijn zij feitelijk uit elkaar gegaan. Sindsdien wonen de kinderen bij de vrouw. Met instemming van de man zijn de vrouw en de kinderen in 2008 geëmigreerd naar Indonesië.

  4. De man heeft zich op 21 januari 2008 tot de rechtbank gewend met het verzoek - onder meer - de echtscheiding tussen partijen uit te spreken. Bij haar verweerschrift d.d. 25 augustus 2008 heeft de vrouw (zelfstandig) verzocht te bepalen dat de man € 500,- per kind per maand dient bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen en € 2.115,- netto per maand in de kosten van haar levensonderhoud. De man heeft zich verweerd tegen de zelfstandige verzoeken van de vrouw.

  5. Bij beschikking van 22 oktober 2008 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en is geoordeeld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft voor wat betreft de beslissing over de partneralimentatie en dat het Nederlands recht op die beslissing van toepassing is. Het huwelijk van partijen is op 31 december 2008 ontbonden.

  6. Bij beschikking van 25 maart 2009 is geoordeeld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft voor wat betreft de beslissing over de kinderalimentatie en dat het Indonesisch recht op die beslissing van toepassing is. Verder is bij die beschikking het hoofdverblijf van de kinderen bij de vrouw bepaald en is bepaald dat de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (toentertijd omgang genaamd) in onderling overleg tussen partijen dient plaats te vinden.

  7. Bij de beschikking waarvan beroep is beslist als in de tussenbeschikking van

    31 augustus 2010 vermeld onder "Het geding in eerste aanleg". Tegen deze beslissing is het appel van de man gericht.

  8. Bij faxbericht van 15 maart 2011 heeft mr. Rouwé-Danes aangegeven ook als gemachtigde op te treden voor de op 24 februari 2011 (jong-)meerderjarig geworden [jong meerderjarige].

    De omvang van het (incidenteel) appel

  9. De vrouw heeft in het lichaam van haar verweerschrift in appel aangegeven dat zij zich had kunnen vinden in de door de rechtbank vastgestelde bijdrage, maar dat nu de man hoger beroep heeft ingesteld zij van mening is dat de vastgestelde partneralimentatie onvoldoende is. De vrouw stelt zich niet te kunnen redden met een bijdrage van € 140,- per maand.

  10. In het petitum van haar verweerschrift heeft de vrouw verzocht de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn appel, dan wel hem het in hoger beroep gedane verzoek te ontzeggen en de beschikking van 21 oktober 2009 te bekrachtigen, dan wel opnieuw recht doende de beschikking van 21 oktober 2009 te wijzigen - voor zover hier aan de orde - in die zin dat de partneralimentatie op € 2.115,- per maand wordt bepaald.

  11. Ter zitting is namens de vrouw gesteld dat zij € 1.000,- tot € 1.200,- per maand van de man wenst te ontvangen.

  12. De door de rechtbank bepaalde alimentatie bedraagt in totaal 3 x € 370,- + € 140,- = € 1.250,- per maand.

  13. De vrouw heeft niet voor...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT