Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 22 de Abril de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak22 de Abril de 2011
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Sector belastingrecht

Derde meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 08/00078

Uitspraak op het hoger beroep van

mevrouw X,

wonende te Y,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de Rechtbank te Breda (hierna: de Rechtbank) van 23 november 2007, nummer AWB 06/5388 in het geding tussen:

belanghebbende,

en

de Sectormanager Burger- en ondernemingszaken van de gemeente Y,

hierna: de heffingsambtenaar

betreffende de in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) aan belanghebbende gezonden beschikking van 30 september 2005 met nummer 000000, waarbij de waarde van de onroerende zaak A-straat 7 te Y per de peildatum 1 januari 2003 is vastgesteld voor het tijdvak 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006.

  1. Ontstaan en loop van het geding

    1.1. Met dagtekening 30 september 2005 is aan de rechtsvoorganger van belanghebbende, B, wonende te Y, een beschikking ingevolge de Wet WOZ gezonden met nummer 000000, waarbij de waarde van de onroerende zaak A-straat 7 te Y (hierna: de onroerende zaak) per de peildatum 1 januari 2003 is vastgesteld voor het tijdvak 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006 op een bedrag groot € 396.000. Deze beschikking is in één geschrift verenigd met de aanslag onroerende zaakbelasting met betrekking tot de onroerende zaak voor 2005, ten bedrage van € 600. Na tegen voornoemde beschikking gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak van 19 september 2006 bedoelde waarde gehandhaafd.

    1.2. Belanghebbende is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van 38.

    Bij mondelinge uitspraak heeft de Rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

    1.3. Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof.

    Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 106.

    De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

    1.4. De zitting heeft plaatsgehad op 30 oktober 2009 te 's-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede de heffingsambtenaar. Van deze zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

    1.5. Het Hof heeft ter zitting als zijn voorlopig oordeel uitgesproken dat belanghebbende tijdig beroep heeft aangetekend tegen de uitspraak op bezwaar. Het Hof heeft daarbij overwogen dat dit oordeel, zo dat zou worden bevestigd in een uitspraak van het Hof, tot gevolg zou moeten hebben dat de zaak zou moeten worden teruggewezen naar de Rechtbank.

    1.6. De Rechtbank heeft ter zake van de onroerende zaak op 3 augustus 2009 onder nummer AWB 09/16 uitspraak gedaan op het beroep inzake de waardebepaling ingevolge de Wet WOZ met peildatum 1 januari 2007 voor de periode 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008, van welke uitspraak belanghebbende hoger beroep heeft aangetekend bij het Hof, welk hoger beroep is geregistreerd onder nummer 09/00513.

    1.7. Met uitdrukkelijke goedkeuring en instemming van beide partijen heeft het Hof daarbij bepaald dat de onderhavige procedure gelijktijdig in één zitting zou worden behandeld met de procedure nummer 09/00513, ook al zou zulks betekenen dat belanghebbende in de onderhavige procedure zijn recht op een eventuele feitelijke behandeling van de zaak voor de Rechtbank niet geldend zou kunnen maken.

    1.8. Daarop heeft het Hof het onderzoek ter zitting geschorst en bepaald dat het vooronderzoek wordt hervat. Vervolgens heeft het Hof partijen in de gelegenheid gesteld schriftelijk inlichtingen te geven en/of onder hen berustende stukken in te zenden, aan welk verzoek zij hebben voldaan: belanghebbende heeft een schrijven d.d. 5 februari 2010 met dertien produkties, negen bijlagen, ongeveer 30 foto's en een luchtfoto ingediend en de heffingsambtenaar heeft een schrijven d.d. 9 april 2010 met als bijlage een luchtfoto ingediend. Daarop heeft belanghebbende een schrijven ingediend d.d. 25 juni 2010. Alle genoemde stukken, produkties, bijlagen en foto's behoren tot de stukken van het geding.

    1.9. De nadere zitting heeft plaatsgehad op 8 juli 2010 te 's-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT