Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 28 de Junio de 2011

Datum uitspraak28 de Junio de 2011
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

28 juni 2011

Strafkamer

nr. 09/02961

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 29 juni 2009, nummer 22/005188-07, in de strafzaak tegen:

[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1944, ten tijde van de betekening van de aanzegging zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.

  1. Geding in cassatie

    Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. J. Kuijper en mr. M. Mulder, beiden advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    Namens de benadeelde partij heeft mr. A.M. Roepel, advocaat te Berkel en Rodenrijs, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

  2. Beoordeling van het namens de verdachte voorgestelde middel

    2.1. Het middel klaagt dat het Hof heeft verzuimd te beslissen op het ter terechtzitting in hoger beroep namens de verdachte gevoerde verweer dat de doorzoeking van de woning van de verdachte onrechtmatig was en dat dit tot bewijsuitsluiting moet leiden.

    2.2. Het Hof heeft ten laste van de verdachte bewezenverklaard dat:

    1.

    hij in de periode van 10 augustus 2004 tot en met 19 juni 2006 te Rotterdam opzettelijk heeft geteeld in een pand gelegen op de [a-straat 1] een hoeveelheid van in totaal 284 stuks hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.

    2.

    hij op 20 juni 2006 te Rotterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad in een pand gelegen op de [a-straat 1] een hoeveelheid van in totaal 284 stuks hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.

    3.

    hij in de periode van 10 augustus 2004 tot en met 20 juni 2006 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen hoeveelheden energie, toebehorende aan Eneco Netbeheer BV.

    2.3. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:

    1. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:

      Ik kan u vertellen dat ik eigenaar ben van de door de politie aangetroffen hennepkwekerij aan de [a-straat 1] te Rotterdam. Deze woning heb ik gehuurd. Ik had volgens mij iets van 250 plantjes staan. Ik heb twee keer geoogst. De derde oogst is inbeslaggenomen. Ik heb de energie door een kennis laten doen. Volgens mij was een gedeelte buiten de meter om en een gedeelte over de meter.

    2. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 2] en een andere bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende als relaas van de verbalisanten:

      Op dinsdag 20 juni 2006 betraden wij, verbalisanten, krachtens de controle van de Opiumwet, het pand [a-straat 1] te Rotterdam.

      Wij zagen dat achter de linnenkast op de derde verdieping twee ruimten waren gesitueerd waarin een in werking zijnde hennepkwekerij was aangebracht.

      In de linkerruimte waren langs de wanden rondom tafels aangebracht waar hennepplanten in voedingsbodems stonden. In de rechterruimte stond langs de rechterwand een tafel eveneens met hennepplanten in voedingsbodems.

      Wij, verbalisanten, herkenden de hennepplanten aan hun specifieke lancetvormige bladeren en herkenbare henneplucht. Wij zagen dat de planten ongeveer een hoogte hadden van circa 45 centimeter en zagen dat daarin al voldragen vrouwelijke bloemtoppen aanwezig waren.

      Vervolgens begaven wij ons naar een slaapkamer op de tweede verdieping van de woning. In deze slaapkamer troffen wij een leegstaande zogenaamde droogkast aan. Wij zagen dat op de vloer daarvan nog verdroogde resten van hennep waren achtergebleven. In deze slaapkamer troffen wij ook acht stapelbare rekken aan, bedoeld voor het drogen van henneptoppen.

      Door de fraude-inspecteur [betrokkene 1] van Eneco Service BV werd geconstateerd dat voor de kwekerij stroom was ontvreemd. Men had namelijk voor de meter een aftakking gemaakt om zo op illegale wijze stroom te betrekken.

    3. een rapportage Ontmanteling hennepkwekerij [a-straat 1] van Roteb Service, opgemaakt door [betrokkene 2], voor zover inhoudende:

      Omschrijving locatie en aangetroffen situatie

      De afvalstoffen zijn afkomstig van de volgende locatie:

      [a-straat 1]

      [plaats]

      De locatie waar de hennepkwekerij werd aangetroffen is gelegen in de gemeente Rotterdam. Het betrof een woning.

      In het pand werden aangetroffen:

      284 hennepplant(en) en restafval.

    4. een rapport diefstal energie van Eneco Netbeheer BV, opgemaakt door [betrokkene 1], fraude-inspecteur van Eneco Energie Services BV, voor zover inhoudende:

      Ik doe namens Eneco Netbeheer BV aangifte van diefstal van elektriciteit, gepleeggd op het adres [a-straat 1] te Rotterdam, betreffende contractant [betrokkene 3], klantnummer [001].

      Op dinsdag 20 juni 2006 werd ik verzocht naar het adres [a-straat 1] te Rotterdam te gaan, alwaar door politieambtenaren twee hennepkwekerijen waren aangetroffen. Bij controle van de netcomponenten van Eneco Netbeheer BV en de elektrische installatie in de meterkast van dat pand zag ik dat de verzegelingen van het deksel van de hoofdaansluiting verbroken en verwijderd waren.

      Voorts zag ik dat er in de hoofdaansluitkast op de plaats waar door Eneco Energie Infra BV één hoofdzekering van 35 Ampère was geïnstalleerd, er nu twee hoofdzekeringen van 50 Ampère waren bijgeplaatst. Door deze hoofdzekeringen bij te plaatsen kan er een grotere hoeveelheid elektriciteit worden afgenomen.

      Ik zag dat er aan de bovenzijde van de hoofdzekeringen vier aderige elektriciteitsdraden waren bijgeplaatst en aangesloten. Deze elektriciteitsdraden zaten aangesloten voor de elektriciteitsmeter zodat alle elektriciteit die via deze elektriciteitsdraden werd afgenomen niet door de elektriciteitsmeter werd geregistreerd.

      Ik zag dat de kappen van de in de hennepkwekerijen aanwezige assimilatielampen onder een laag stof zaten, wat erop duidt dat deze al een lagere tijd aanwezig waren.

      Het witte filtermateriaal van de aanwezige koolstoffilters waren door het gebruik in de hennepkwekerijen dermate vervuild op een wijze dat de filters minimaal bij twee à drie hennepoogsten in werking is geweest.

      In de hennepkwekerij zag ik een kladblok liggen met notities. Op die notities stond vermeld dat de hennepkwekerijen op 26 juli 2004 in werking waren gegaan.

      Ik zag dat de afvoergoten voorzien waren van een kalkaanslag, wat duidt op een langdurige tijd in bedrijf zijn van de hennepkwekerijen.

      Gelet op bovenstaande bevindingen waren deze hennepkwekerijen al een geruime periode in het pand aanwezig.

      Daarom wordt door Eneco Netbeheer BV een periode van in werking zijnde hennepkwekerijen aangehouden van de periode vanaf 10 augustus 2004 tot en met 20 juni 2006.

      Na berekening bleek in de genoemde periode een hoeveelheid elektriciteit ter waarde van € 14.927,70 te zijn weggenomen. Aan niemand werd recht of toestemming verleend tot het plegen van het feit. Het eigendom van de weggenomen energie behoort geheel aan Eneco Netbeheer BV toe.

      2.4. Blijkens de aan het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 15 juni 2009 gehechte pleitnotities heeft de raadsman van de verdachte aldaar onder meer het volgende aangevoerd:

      "Cliënt heeft bij de politie bekend 'eigenaar te zijn van de aangetroffen hennepkwekerij'. Tevens geeft hij aan buiten de meter om energie te hebben afgetapt. In die zin bestaan er met betrekking tot de feiten in de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT