Hoger beroep van Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands), 19 de Julio de 2011
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 19 de Julio de 2011 |
Uitgevende instantie: | Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands) |
Arrest d.d. 19 juli 2011
Zaaknummer 200.048.396/01
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellante in het principaal en verweerster in het incidenteel appel,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna te noemen: [appellant],
advocaat: mr. J. Keizer, kantoorhoudende te Groningen,
tegen
[geïntimeerde ],
gevestigd te [woonplaats],
geïntimeerde in het principaal en appellante in het incidenteel appel,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: [geïntimeerde],
advocaat: mr. M.H. Elshof, kantoorhoudende te Leeuwarden.
De inhoud van het tussenarrest d.d. 8 december 2009 wordt hier overgenomen.
Het verdere procesverloop
Ingevolge voormeld tussenarrest heeft een comparitie na aanbrengen plaastgevonden, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
Vervolgens heeft [appellant], onder bijvoeging van drie producties, een memorie van grieven genomen, waarvan de conclusie luidt:
[geïntimeerde] bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen om aan [appellant] te betalen:
a. een bedrag van € 5.350,70 bruto aan achterstallig salaris;
b. een bedrag van € 627,32 bruto aan achterstallige vakantie uren;
c. een bedrag van € 786,74 bruto aan achterstallige vakantietoeslag;
d. de wettelijke verhoging van 50% ex artikel 7: 625 BW over de hierboven onder a t/m c gevorderde bedragen;
e. de wettelijke rente over de hierboven onder a t/m d gevorderde bedragen vanaf 1 maart 2007 tot het moment der algehele voldoening;
f. een bedrag van € 714,-- (excl. BTW) ter zake van buitengerechtelijke incassokosten;
met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van het aedina in eerste aanleg en de kostenvan het geding in hoger beroep.
Bij memorie van antwoord is door [geïntimeerde] verweer gevoerd en incidenteel geappelleerd, met als conclusie:
bij arrest voorzoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
- In het principaal hoger beroep:
de vonnissen van de Kantonrechter van20 mei 2009 en 12 augustus 2009, onder zaak- en rolnummer 268375 \ CVEXPL 08-6763 tussen partijen gewezen, voor zoveel nodig onder verbetering of aanvulling van de gronden, te bekrachtigen;
- In het incidenteel hoger beroep: de vonnissen op 20 mei 2009 en 12i augustus 2009 door de Kantonrechter onder zaak- en rolnummer 268375\CV EXPL 08-6763 tussen partijen gewezen, te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, [appellant] alsnog niet ontvankelijk te verklaren in haar vorderingen, althans haar deze te ontzeggen, als zijnde ongegrond en/of onbewezen en [appellant] te veroordelen tot terugbetaling vanhetgeen [geïntimeerde] aan haar op grond van het vonnis van 12 augustus 2009 onverschuldigd heeft voldaan, waaronder begrepen de wettelijke rente daarover vanaf de dag van betaling tot aan die der terugbetaling;
- een en ander met veroordeling van [appellant] in de kosten van de procedure in beide instanties.
Door [appellant] is in het incidenteel appel geantwoord met conclusie:
"om bij arrest, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [geïntimeerde] niet ontvankelijk te verklaren in haar vordering, althans haar deze te ontzeggen als zijnde ongegrond en/of onbewezen, een en ander met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van dit incidenteel appèl."
Ten slotte hebben partijen de stukken wederom overgelegd voor het wijzen van arrest.
De grieven
[appellant] heeft in principaal appel 12 grieven opgeworpen.
In incidenteel appel heeft [geïntimeerde] 2 grieven voorgesteld.
De beoordeling
De feiten
-
Tussen partijen staan de volgende feiten, als gesteld en niet voldoende gemotiveerd weersproken...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT