Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 31 de Mayo de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak31 de Mayo de 2011
Uitgevende instantie:Gerechtshof Amsterdam (Nederland)

zaaknummers 200.050.942/01 en 200.051.232/01

31 mei 2011

GERECHTSHOF AMSTERDAM EERSTE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER

ARREST

in de zaak met zaaknummer 200.050.942/01 van:

de stichting STICHTING PENSIOENFONDS IBM NEDERLAND,

gevestigd te Amstelveen,

APPELLANTE in principaal hoger beroep,

GEÏNTIMEERDE in incidenteel hoger beroep,

advocaat: mr. E.J. Henrichs te Amsterdam,

t e g e n

  1. de vereniging VERENIGING VAN GEPENSIONEERDEN VAN IBM NEDERLAND B.V. “GREY BLUE CIRCLE”, gevestigd te Amsterdam,

  2. [GEÏNTIMEERDE SUB 2], bij leven wonend te [woonplaats],

  3. [GEÏNTIMEERDE SUB 3], wonend te [woonplaats],

  4. [GEÏNTIMEERDE SUB 4], wonend te [woonplaats],

  5. [GEÏNTIMEERDE SUB 5], wonend te [woonplaats],

  6. [GEÏNTIMEERDE SUB 6], wonend te [woonplaats],

    GEÏNTIMEERDEN in principaal hoger beroep,

    APPELLANTEN in incidenteel hoger beroep,

    advocaat: mr. P.F. Doornik te Amsterdam,

    en in de zaak met zaaknummer 200.051.232/01 van:

    de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    IBM NEDERLAND B.V., gevestigd te Amsterdam,

    APPELLANTE in principaal hoger beroep,

    GEÏNTIMEERDE in incidenteel hoger beroep,

    advocaat: mr. J.M. Van Slooten te Amsterdam,

    t e g e n

  7. de vereniging VERENIGING VAN GEPENSIONEERDEN VAN IBM NEDERLAND B.V. “GREY BLUE CIRCLE”, gevestigd te Amsterdam,

  8. [GEÏNTIMEERDE SUB 2], bij leven wonend te [woonplaats],

  9. [GEÏNTIMEERDE SUB 3], wonend te [woonplaats],

  10. [GEÏNTIMEERDE SUB 4], wonend te [woonplaats],

  11. [GEÏNTIMEERDE SUB 5], wonend te [woonplaats],

  12. [GEÏNTIMEERDE SUB 6], wonend te [woonplaats],

    GEÏNTIMEERDEN in principaal hoger beroep,

    APPELLANTEN in incidenteel hoger beroep,

    advocaat: mr. P.F. Doornik te Amsterdam,

    Appellanten in principaal hoger beroep tevens geïntimeerden in incidenteel hoger beroep worden hierna SPIN respectievelijk IBM genoemd. Geïntimeerden in principaal hoger beroep tevens appellanten in incidenteel hoger beroep worden hierna in beide zaken GBC en [geïntimeerde sub 2 c.s.] genoemd en tezamen GBC c.s.

  13. Het geding in hoger beroep in beide zaken

    Bij dagvaardingen van 19 oktober 2009 zijn SPIN respectievelijk IBM in hoger beroep gekomen van het vonnis van de rechtbank Amsterdam, sector kanton, locatie Amsterdam (hierna: de kantonrechter) van 24 juli 2009 en het herstelvonnis van 10 augustus 2009, onder rolnummer 416/08 gewezen tussen hen als gedaagden en GBC c.s. als eisers (hierna: de bestreden vonnissen)

    SPIN heeft bij memorie elf grieven aangevoerd, bewijs aangeboden, producties in het geding gebracht en geconcludeerd dat het hof bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard arrest de bestreden vonnissen zal vernietigen en alsnog de vorderingen van GBC c.s. zal afwijzen, met hoofdelijke veroordeling van GBC c.s. in de kosten van het geding in beide instanties.

    IBM heeft bij memorie eveneens elf grieven aangevoerd, bewijs aangeboden, producties in het geding gebracht en, mede gezien de appeldagvaarding, geconcludeerd dat het hof bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard arrest de bestreden vonnissen zal vernietigen en alsnog de vorderingen van GBC c.s. zal afwijzen, met hoofdelijke veroordeling van GBC c.s. in de kosten van het geding in beide instanties.

    GBC c.s. hebben bij (één) memorie de grieven van SPIN en IBM bestreden, bewijs aangeboden, producties in het geding gebracht, zes grieven in incidenteel hoger beroep aangevoerd, hun eis gewijzigd in die zin dat aan de in eerste aanleg ingestelde vorderingen een voorwaardelijke vordering wordt toegevoegd en geconcludeerd dat het hof de bestreden vonnissen zal vernietigen en alsnog de vorderingen van GBC c.s. zal toewijzen, met veroordeling van SPIN en IBM in de kosten van

    - naar het hof begrijpt – het hoger beroep.

    SPIN en IBM hebben bij afzonderlijke memories de grieven in incidenteel hoger beroep bestreden en geconcludeerd ‘tot persitit’, respectievelijk tot verwerping van het incidenteel appel.

    Partijen hebben de zaken ter terechtzitting van 19 april 2011 doen bepleiten door hun voornoemde advocaten mede aan de hand van aan het hof overgelegde pleitnotities. SPIN en IBM hebben bij gelegenheid van de pleidooien aanvullende producties in het geding gebracht. Partijen hebben daarbij nog enige inlichtingen verschaft.

    Ten slotte is gevraagd arrest te wijzen.

  14. Feiten

    De kantonrechter heeft in het vonnis van 24 juli 2009 onder 1.1 tot en met 1.13 een aantal feiten vastgesteld. Daarover bestaat geen geschil, zodat ook het hof van die feiten zal uitgaan.

  15. Behandeling van het hoger beroep

    3.1 GBC c.s. hebben bij gelegenheid van het pleidooi meegedeeld dat [geïntimeerde sub 2], in beide zaken geïntimeerde sub 2, op 5 april 2011 is overleden. De procedures worden met instemming van alle partijen mede in zijn naam voortgezet.

    3.2 Het gaat in deze zaak om het volgende.

    3.2.1 [geïntimeerde sub 2 c.s.] zijn in dienst geweest van IBM en zij hebben in de loop van hun dienstverband pensioenaanspraken opgebouwd. Ieder van hen was op 31 december 1995 al gepensioneerd. GBC behartigt de belangen van gewezen deelnemers, zijnde gepensioneerden en slapers (dat wil zeggen: gewezen deelnemers die nog niet de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt), in de ondernemingspensioenregelingen van IBM.

    3.2.2 SPIN, opgericht in oktober 1995, is het ondernemingspensioenfonds van IBM en voert sinds

    1 januari 1996 de pensioenregelingen van IBM uit. Tot 1996 kende IBM een pensioenregeling die werd uitgevoerd door levensverzekeringsmaatschappij AMEV (de “AMEV-regeling”). De AMEV-regeling voorzag in jaarlijkse indexering van premievrije pensioenaanspraken van slapers en van de pensioenrechten van gepensioneerden op basis van de consumentenprijsindex, met een maximum van 4% en gelimiteerd tot de binnen IBM voor de actieven toegepaste jaarlijkse loonsverhogingen.

    3.2.3 [geïntimeerde sub 2 c.s.] hebben schriftelijk ingestemd met de overgang per 1 januari 1996 van hun opgebouwde pensioenrechten/ aanspraken van AMEV naar SPIN.

    3.2.4 Het pensioenreglement van SPIN dat met ingang van 1 januari 1996 gelding kreeg (hierna ook: het “Pensioenreglement 1996”) luidt, voor zover hier van belang, als volgt:

    artikel 11, lid 6:

    1. Elk jaar per 1 januari zullen de premievrije aanspraken op pensioen en rechten op ingegaan pensioen, als bedoeld in dit reglement, en die op 31 december van het voorafgaande jaar reeds premievrij danwel ingegaan waren, op de volgende wijze worden aangepast. De verhoging is gebaseerd op de stijging van het maandprijsindexcijfer volgens de afgeleide consumenten¬prijsindex (CPI) reeks CPI-alle huishoudens, gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), over de periode oktober tot en met september gelegen voor de verhogingsdatum. In het geval dat er sprake is van een daling van genoemd prijsindexcijfer is de verhoging nihil. De eerstkomende verhoging zal worden toegekend nadat het prijsindexcijfer hoger is dan ten tijde van de laatste verhoging en wel op een zodanige wijze dat het pensioen het prijsindexcijfer volgt.

    2. De jaarlijkse verhoging zal echter niet hoger zijn dan mogelijk is op grond van de hiervoor gevormde indexatie-buffer. Deze indexatiebuffer wordt gevormd door het overrendement op de beleggingen en maakt deel uit van de vrije reserves. Indien de indexatiebuffer de bovengenoemde verhoging van de premievrije aanspraken en ingegane pensioenen niet toelaat dan zal in de drie eerstvolgende jaren bekeken worden of de verhoging toegekend wordt, mits de indexatiebuffer dat alsdan toelaat. Mocht een toeslag volgens het vorenstaande niet mogelijk zijn dan zal het fonds desondanks bezien of deze alsnog mogelijk is.

      artikel 18:

      Het fonds heeft het pensioenreglement ingevoerd met de bedoeling het voor onbepaalde tijd te handhaven, maar het fonds behoudt zich het recht voor om het pensioenreglement te wijzigen of aan te passen met inachtneming van het bepaalde in de statuten van het fonds. Van een dergelijke wijziging of beëindiging zullen de deelnemers onverwijld in kennis worden gesteld, onverminderd het bepaalde in de statuten van het fonds. Wijziging of beëindiging van het pensioenreglement zal echter niet van invloed zijn op reeds verworven...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT