Hoger beroep van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 12 de Agosto de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak12 de Agosto de 2011
Uitgevende instantie:Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands)

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE

Sector civiel recht

Uitspraak : 12 augustus 2011

Zaaknummer : 200.088.848/01

Rekestnr. rechtbank : FA RK 11-2284

[appellant],

wonende te [woonplaats],

verzoeker in hoger beroep,

hierna te noemen: de vader,

advocaat mr. R.J. Portegies te Amsterdam,

tegen

[geintimeerde],

wonende te [woonplaats],

verweerster in hoger beroep,

hierna te noemen: de moeder,

advocaat mr. M. Lindhout te ’s-Gravenhage.

Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:

de raad voor de kinderbescherming,

regio Haaglanden en Zuid-Holland Noord,

locatie ’s-Gravenhage,

hierna te noemen: de raad.

VERDER PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP

Het hof verwijst voor het verloop van het geding naar zijn tussenbeschikking van 27 juli 2011 (geminuteerd op 29 juli 2011) en handhaaft al hetgeen daarin is overwogen en beslist.

Bij die beschikking heeft het hof partijen verwezen naar cross border mediation en is iedere verdere beslissing aangehouden tot 13 augustus 2011 pro forma. Voorts is, in afwachting van het overleg tussen partijen, de werking van de uitvoerbaarheid bij voorraad van de bestreden beschikking geschorst.

Nadien zijn de volgende stukken bij het hof ingekomen:

- een faxbericht van 3 augustus 2011 van de zijde van de vader;

- een faxbericht van 4 augustus 2011 van de zijde van de moeder;

- een faxbericht met bijlagen van 8 augustus 2011 van de zijde van de vader;

- een faxbericht met bijlage van 10 augustus 2011 van de zijde van de moeder.

Het hof heeft daarop de beschikking bepaald op heden.

VERDERE BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP

  1. In geschil is de beslissing van de kinderrechter om de moeder toestemming te verlenen om na afloop van het schooljaar 2010-2011 met de minderjarige [de minderjarige], geboren [in 2002] te [geboorteplaats], hierna te noemen: de minderjarige, naar Schotland te verhuizen. De vader en de moeder oefenen gezamenlijk het gezag uit over de minderjarige. De minderjarige heeft zijn hoofdverblijfplaats bij de moeder.

  2. De vader stelt zich in zijn beroepschrift op het standpunt dat de kinderrechter ten onrechte toestemming aan de moeder heeft verleend om met de minderjarige naar Schotland te verhuizen. Volgens de vader is de minderjarige de laatste anderhalf jaar slechts één keer twee weken op vakantie geweest in Schotland en heeft hij daar geen vriendjes. De minderjarige heeft voorts tot nu toe nog geen Engelse les gehad en zal zich in Schotland dus...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT