Hoger beroep van Council of State (Netherlands), 7 de Octubre de 2011

Datum uitspraak 7 de Octubre de 2011
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201005977/1/V3.

Datum uitspraak: 7 oktober 2011

RAAD VAN STATE

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[de vreemdeling],

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank 's Gravenhage, nevenzittingsplaats Zwolle, van 27 mei 2010 in zaak nr. 09/47837 in het geding tussen:

de vreemdeling

en

de minister van Justitie.

1. Procesverloop

Bij besluit van 22 december 2009 heeft de staatssecretaris van Justitie een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen. Dit besluit is aangehecht.

Bij uitspraak van 27 mei 2010, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 21 juni 2010, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.

De minister heeft een verweerschrift ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 18 oktober 2010, waar de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. P. Ograjensek, advocaat te Echt, en de minister voor Immigratie en Asiel (hierna: de minister), vertegenwoordigd door mr. G.M.H. Hoogvliet, advocaat te 's Gravenhage, zijn verschenen.

Bij brief van 15 maart 2011 heeft de Afdeling het onderzoek heropend teneinde nadere schriftelijke inlichtingen als bedoeld in artikel 8:45 van de Algemene wet bestuursrecht in te winnen. De Afdeling heeft partijen verzocht in te gaan op de mogelijke relevantie van het arrest van 21 januari 2011 van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: het EHRM) in de zaak M.S.S. tegen België en Griekenland, zaak nr. 30696/09, JV 2011/68 (hierna: het arrest in de zaak M.S.S.) voor de beoordeling van het hoger beroep.

De vreemdeling en de minister hebben bij brieven van 8 april 2011 onderscheidenlijk 12 april 2011 aan dit verzoek voldaan.

Met toestemming van partijen is van een hernieuwde behandeling ter zitting afgezien. Vervolgens is het onderzoek opnieuw gesloten.

2. Overwegingen

2.1. In de overwegingen wordt onder de minister tevens verstaan: diens rechtsvoorgangers.

2.2. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 14 juli 2011 in zaak nr. 201009278/1/V3; www.raadvanstate.nl), blijkt uit het arrest in de zaak M.S.S. dat het EHRM bij de beoordeling of overdracht van een vreemdeling met toepassing van de Verordening (EG) 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (hierna: de Verordening) aan een andere lidstaat in strijd is met artikel 3, dan wel 13 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: het EVRM), in het bijzonder de detentie- en/of levensomstandigheden waarmee de overgedragen asielzoeker in dat land wordt geconfronteerd en de kwaliteit van de asielprocedure in dat land betrekt. Voorts vloeit uit het arrest in de zaak M.S.S. voort dat ook in een situatie waarin een vreemdeling zijn stelling dat overdracht strijdig is met artikel 3 van het EVRM, louter onderbouwt met een beroep op algemene documentatie die informatie bevat over één of meer van de blijkens het arrest relevante aspecten, een zorgvuldige beoordeling daarvan geboden is.

Zoals de Afdeling eveneens heeft overwogen in voormelde uitspraak van 14 juli 2011, wordt geen grond gezien voor het oordeel dat de door het Court of Appeal aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof) gestelde prejudiciële vragen in de weg staan aan een besluit van de minister tot overdracht van een vreemdeling met toepassing van de Verordening. Bij dat oordeel heeft de Afdeling onder meer betrokken dat, gelet op de beoordeling waartoe het arrest in de zaak M.S.S. noopt, ervan kan worden uitgegaan dat eventuele schendingen van het Unierecht in het land waaraan de vreemdeling...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT