Hoger beroep van Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands), 13 de Octubre de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak13 de Octubre de 2011
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands)

Beschikking d.d. 13 oktober 2011

Zaaknummer 200.089.722-01

HET GERECHTSHOF ARNHEM

Nevenzittingsplaats Leeuwarden

Beschikking in de zaak van

[appellante],

wonende op een geheim adres,

appellante,

hierna te noemen: de moeder,

advocaat mr. C.L. Verhoeven,

kantoorhoudende te Alkmaar,

tegen

[geïntimeerde],

wonende te [woonplaats],

geïntimeerde,

hierna te noemen: de vader,

advocaat mr. G. Raap,

kantoorhoudende te Almere.

Het geding in eerste aanleg

Bij beschikking van 30 maart 2011 heeft de rechtbank Zwolle-Lelystad, locatie Lelystad, het verzoek van de moeder tot wijziging van het gezag over [kind 1], geboren [in 1997], [kind 2] (hierna: [kind 2]), geboren [in 2001], en [kind 3] (hierna: [kind 3]), geboren [in 2003], afgewezen.

Bij dezelfde beschikking heeft de rechtbank het verzoek van de vader tot vaststelling van een omgangsregeling tussen hem en de minderjarigen aangehouden en partijen verzocht uiterlijk 15 november 2011 de rechtbank en de raad voor de kinderbescherming (hierna:de raad) te informeren over het verloop van de hulpverlening en de begeleide omgang.

Het geding in hoger beroep

Bij beroepschrift, binnengekomen op de griffie op 29 juni 2011, heeft de moeder verzocht de beschikking van 30 maart 2011 te vernietigen en opnieuw beslissende haar met het eenhoofdig gezag te belasten, het verzoek van de vader tot vaststelling van een omgangsregeling af te wijzen en te bepalen dat de moeder de vader niet hoeft te informeren over de kinderen.

Bij verweerschrift, binnengekomen op de griffie op 2 augustus 2011, heeft de vader het verzoek bestreden en verzocht de beschikking van de rechtbank in stand te laten en de verzoeken van de moeder af te wijzen.

Het hof heeft voorts kennisgenomen van de overige stukken, waaronder een faxbericht van 16 september 2011, van mr. Verhoeven.

Op 21 september 2011 is [kind 1] gehoord door een raadsheer-commissaris.

Ter zitting van 26 september 2011 is de zaak behandeld. Verschenen zijn partijen en hun raadslieden. Mr. Verhoeven heeft een pleitnotitie overgelegd.

De beoordeling

De ontvankelijkheid van de tussenbeschikking

  1. Partijen zijn het erover eens dat de moeder ook ten aanzien van de beslissing van de rechtbank over de omgangsregeling, welke een tussenbeschikking is, ontvankelijk is in haar appel.

    Ook ambtshalve acht het hof de moeder ontvankelijk in haar appel ten aanzien van genoemde tussenbeschikking. Dit omdat naar het geldende procesrecht het wettelijk appelverbod bij een tussenbeschikking wordt doorbroken in een geval waarin tussen dezelfde partijen meer verzoeken ter beoordeling stonden en de in eerste aanleg oordelende rechter aan een gedeelte van het geschil door een uitdrukkelijk dictum een einde heeft gemaakt maar voor een ander deel een tussenbeschikking wees. In dat geval is tussentijds beroep tegen het interlocutoir gedeelte steeds mogelijk.

    De vaststaande feiten

  2. Bij beschikking van 4 maart 2009 is de echtscheiding tussen partijen

    uitgesproken. Deze beschikking is op 10 maart 2009 ingeschreven in de registers van de Burgerlijke Stand. De ouders zijn van rechtswege belast gebleven met het gezamenlijk gezag over [kind 1], [kind 2] en [kind 3].

  3. Met betrekking tot de door de vader verzochte omgangsregeling na echtscheiding is nog geen eindbeslissing gegeven en is door de rechtbank aan de raad verzocht te rapporteren en adviseren. De raad heeft op 10 september 2009 gerapporteerd over de omgangsregeling. De moeder heeft op 12 februari 2010 een verzoek tot gezagswijziging ingediend waarbij zij heeft gevraagd haar alleen met het gezag te belasten. De rechtbank heeft dit verzoek van de moeder gevoegd met de nog lopende procedure over de omgangsregeling. Op 26 augustus 2010 heeft de raad gerapporteerd over de vraag wat de gevolgen zijn voor het hulpverleningstraject van de kinderen van de uit het gezag van de vader voortkomende verplichting tot informatieverstrekking.

    De rechtbank heeft het verzoek van de moeder tot gezagswijziging bij de beschikking waarvan appel afgewezen. Bij dezelfde beschikking heeft de rechtbank de vader tot 1 april 2012 geschorst in de uitoefening van het gezag voor zover dit ziet op het geven van toestemming voor behandeling/hulpverlening aan de kinderen en het verkrijgen van informatie omtrent de behandelaars/hulpverlening aan de kinderen.

    Het geschil tussen partijen betreft het gezag en de omgangsregeling.

    Het gezag

  4. Volgens de hoofdregel blijven ouders die gezamenlijk het gezag over een kind hebben, na hun scheiding dit gezamenlijk uitoefenen. De rechter kan op verzoek van (één van) de ouders bepalen dat na de ontbinding van het huwelijk het gezag over een kind aan slechts één ouder toekomt indien:

    1. er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd verbetering zou komen, of

    2. wijziging van het gezag anderszins in het belang van het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT