Hoger beroep van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 20 de Septiembre de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Septiembre de 2011
Uitgevende instantie:Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands)

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE

Sector belasting

nummer BK-10/00231

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer d.d. 20 september 2011

in het geding tussen:

Stichting [X], gevestigd te [Z], hierna: belanghebbende,

en

de directeur van de Belastingdienst/Oost-Brabant, hierna: de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 12 maart 2010, nummer AWB 08/9352, betreffende de hierna vermelde beschikking.

Beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1. Op een verzoek van belanghebbende aangemerkt te worden als een algemeen nut beogende instelling (hierna: ANBI) in de zin van artikel 6.33, eerste lid, onder b, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: de Wet), heeft de Inspecteur negatief beslist.

1.2. Bij uitspraak op het door belanghebbende gemaakte bezwaar heeft de Inspecteur de beschikking gehandhaafd.

1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. In verband daarmee is een griffierecht geheven van € 288. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

Loop van het geding in hoger beroep

2.1. Belanghebbende is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof.

2.2. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

2.3. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 9 augustus 2011, gehouden te ’s-Gravenhage. Aldaar zijn beide partijen verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

Vaststaande feiten

Op grond van de stukken van het geding en het ter zitting in hoger beroep verhandelde merkt het Hof het navolgende, als tussen partijen niet in geschil, dan wel door een van hen gesteld en door de wederpartij niet of onvoldoende weersproken, als vaststaand aan.

3.1. Belanghebbende is een stichting die werkzaam is op het gebied van de volkshuisvesting en als zodanig is toegelaten als instelling als bedoeld in artikel 70 van de Woningwet. De primaire wettelijke doelstelling van een op de voet van de Woningwet toegelaten instelling is het huisvesten van de hierna vermelde doelgroep om te kunnen voldoen aan hetgeen is bepaald in artikel 22, tweede lid, van de Grondwet, te weten: ”Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid.” Volgens artikel 3 van haar statuten heeft belanghebbende als doelstelling ”uitsluitend werkzaam te zijn op het gebied van volkshuisvesting”.

3.2. De activiteiten van belanghebbende vloeien voort uit de Woningwet; zij is als op de voet van die wet toegelaten instelling verplicht personen te huisvesten die door hun inkomen of door andere omstandigheden moeilijkheden ondervinden bij het vinden van passende huisvesting. Belanghebbende voorziet zonder commercieel oogmerk in de maatschappelijke behoefte aan adequate huisvesting voor personen die daartoe zelfstandig niet of moeilijk in staat zijn.

3.3. Op grond van het Besluit Beheer Sociale-Huursector (hierna: BBSH) is belanghebbende gehouden haar woningen bij voorrang toe te wijzen aan personen uit de doelgroep. Vanaf 1 januari 2010 is belanghebbende gehouden ten minste 90 percent van haar woongelegenheden toe te wijzen aan de doelgroep teneinde te kunnen voldoen aan de eisen van de Europese Commissie, aangezien alleen dan sprake is van een dienst van algemeen economisch belang, waardoor de aan woningcorporaties tot 1 januari 2010 verleende en in de toekomst te verlenen staatssteun kwalificeert als geoorloofde staatssteun. Een keuze in de doelgroep die zij bedient, heeft belanghebbende in beginsel niet.

3.4. Belanghebbende richt zich primair op de huisvesting van huishoudens met lagere inkomens en andere kwetsbare groepen, zoals mensen met een verstandelijke beperking, jongeren die extra begeleiding nodig hebben of ouderen die behoefte hebben aan zorg dicht bij huis. Zij realiseert haar doelstelling door tegen (sterk) gereduceerde prijzen woonruimte aan deze doelgroep te verschaffen. Deze (sterk) gereduceerde prijzen komen voor belanghebbende neer op een bedrag van maximaal 70 percent van de maximaal redelijke huurprijs die belanghebbende op grond van het woningwaarderingsstelsel had kunnen vragen. Als gevolg van de verhuur tegen huurprijzen die lager zijn dan een marktconforme huur is voor minder kapitaalkrachtige personen acceptabele huisvesting realiseerbaar. Voor starters op de woningmarkt realiseert belanghebbende koopwoningen die met korting worden verkocht. Belanghebbende exploiteert zonder commercieel oogmerk onroerende zaken. Het overgrote deel van haar woningbezit, circa 8.200 van de in totaal circa 8.500 in haar bezit zijnde woningen wordt verhuurd in de sociale huursector tegen een lagere huur dan de markthuur. Ook doet belanghebbende aanzienlijke, onrendabele investeringen.

3.5. Daarnaast draagt belanghebbende bij aan de leefbaarheid en heeft zij diverse prestatieafspraken. Zij streeft eerder naar maatschappelijk rendement dan naar financieel rendement, door het oplossen van volkshuisvestelijke knelpunten die zich in de huidige samenleving voordoen. Daarbij kan onder meer gedacht worden aan het terugdringen van wachtlijsten, het huisvesten van aandachtsgroepen, het verbeteren van het leefklimaat in de wijken, het onderhouden en verbeteren van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT