Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Rotterdam, 7 de Diciembre de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 7 de Diciembre de 2011
Uitgevende instantie:Rechtbank Rotterdam

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 363798 / HA ZA 10-2945

Vonnis van 7 december 2011

in de zaak van

[eiseres]

wonende te Waddinxveen,

eiseres,

advocaat mr. L.C. Griffioen-Wennekers te Waddinxveen,

t-e-g-e-n

[gedaagde],

wonende te Capelle aan den IJssel,

gedaagde,

advocaat mr. N. van Bremen.

Partijen zullen hierna “de vrouw” en “de man” genoemd worden.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - de dagvaarding met producties;

    - de conclusie van antwoord;

    - de conclusie van repliek;

    - de conclusie van dupliek.

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

  2. De feiten

    2.1. Partijen zijn van 19 november 1971 tot 16 maart 1983 in algehele gemeenschap van goederen gehuwd geweest.

    2.2. De echtscheiding is uitgesproken bij vonnis van de rechtbank Rotterdam

    d.d. 17 januari 1983. Daarbij is de vrouw veroordeeld om met de man over te gaan tot scheiding en deling van de huwelijksgoederengemeenschap, met benoeming van een

    notaris en onzijdige personen.

  3. Het geschil

    3.1. De vrouw vordert primair samengevat - de verdeling van het door partijen opgebouwde partner- en ouderdomspensioen met veroordeling van de man om aan de uitvoering hiervan mee te werken en tot betaling van de deswege verschuldigde gelden over te gaan, althans subsidiair een zodanige beslissing te nemen als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren, met veroordeling van de man in de kosten van dit geding.

    3.2. De man voert verweer.

    3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

  4. De beoordeling

    4.1. De ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap van partijen vond plaats tussen 27 november 1981 en 1 mei 1995, zodat de in het arrest Boon/Van Loon, HR 27 november 1981, NJ 1982, 503 (hierna: arrest Boon/Van Loon), aanvaarde regels van regelend recht hierop van toepassing zijn. Op grond hiervan zijn de aanspraken van partijen op partner- en ouderdomspensioen (hierna: de pensioenaanspraken), zoals door hen voor en tijdens het huwelijk opgebouwd, destijds in hun huwelijksgoederengemeenschap gevallen. Nu onweersproken is dat de vrouw geen pensioenaanspraken voor 16 maart 2003 heeft opgebouwd, zijn uitsluitend de pensioenaanspraken van de man in geschil.

    4.2. De rechtbank begrijpt uit de stellingen van de vrouw dat zij met haar vordering op de voet van artikel 3:179 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) een nadere verdeling beoogt. Dit impliceert dat er na de ontbinding van het huwelijk van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT