Hoger beroep van Council of State (Netherlands), 22 de Diciembre de 2011

Datum uitspraak22 de Diciembre de 2011
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201106133/1/V3.

Datum uitspraak: 22 december 2011

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

[appellant],

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank 's Gravenhage van 27 mei 2011 in zaak nr. 11/16248 in het geding tussen:

de vreemdeling

en

de minister voor Immigratie en Asiel.

  1. Procesverloop

    Bij besluit van 9 mei 2011 is de vreemdeling in vreemdelingenbewaring gesteld. Dit besluit is aangehecht.

    Bij uitspraak van 27 mei 2011, verzonden op 30 mei 2011, heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Deze uitspraak is aangehecht.

    Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 31 mei 2011, hoger beroep ingesteld. Tevens heeft hij daarbij de Afdeling verzocht hem schadevergoeding toe te kennen. Deze brief is aangehecht.

    De minister heeft een verweerschrift ingediend.

    Vervolgens is het onderzoek gesloten.

  2. Overwegingen

    2.1. Uit het zogenoemde Model M120 van 10 mei 2011 blijkt dat op 21 april 2011 een claim bij de Noorse autoriteiten is ingediend op grond van Verordening (EG) 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen, welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (hierna: de Verordening). Deze hebben op 28 april 2011 ten behoeve van de vreemdeling een claimakkoord afgegeven. De bewaring is op 16 mei 2011 opgeheven, omdat de vreemdeling op die dag aan de Noorse autoriteiten is overgedragen.

    2.2. In de eerste en tweede grief klaagt de vreemdeling, samengevat, dat de rechtbank ongemotiveerd voorbij is gegaan aan de voorgedragen beroepsgrond dat Noorwegen geen lid is van de Europese Unie, zodat Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (hierna: de richtlijn) op hem van toepassing is en dat hij daarom niet zonder een terugkeerbesluit in bewaring had kunnen worden gesteld.

    2.2.1. De rechtbank heeft overwogen dat de richtlijn niet van toepassing is op vreemdelingen voor wie een claim is ingediend op grond van de Verordening en dat de minister daarom geen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT