Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 31 de Enero de 2012

Datum uitspraak31 de Enero de 2012
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

09/6266 WWB

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),

tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 6 oktober 2009, 08/5274 en 08/3707 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellant

en

het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam (hierna: College)

Datum uitspraak: 31 januari 2012

  1. PROCESVERLOOP

    Namens appellant heeft mr. drs. M.J.G. Schroeder, advocaat te Voorburg, hoger beroep ingesteld.

    Het College heeft een verweerschrift ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 december 2011. Voor appellant is mr. drs. Schroeder verschenen. Het College heeft zich laten vertegenwoordigen door A. Dinç, werkzaam bij de gemeente Rotterdam.

  2. OVERWEGINGEN

    1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.

      1.1. Appellant is afkomstig uit het voormalige Joegoslavië. Op 13 februari 2008 heeft appellant in het kader van de Regeling ter afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet met ingang van 15 juni 2007 een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd (hierna: verblijfsvergunning) verkregen.

      1.2. Op 19 februari 2008 heeft appellant zich gemeld om bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) aan te vragen.

      1.3. Bij besluit van 1 augustus 2008 heeft het College appellant met ingang van 22 februari 2008 bijstand toegekend naar de norm voor een alleenstaande ouder. Appellant heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt, en zich op het standpunt gesteld dat toekenning van bijstand plaats dient te vinden per 15 juni 2007. Bij besluit van 11 november 2008 heeft het College het bezwaar van appellant tegen het besluit van 1 augustus 2008 gegrond verklaard, de ingangsdatum van de bijstand nader bepaald op 30 januari 2008 en voor de kosten van rechtsbijstand een bedrag van € 644,-- toegekend. Dit besluit berust op de overweging dat op grond van gemeentelijk beleid, in afwijking van artikel 44 van de WWB, bijstand wordt toegekend met ingang van de datum van de brief van de Immigratie- en Naturalisatiedienst waarin staat dat een verblijfsdocument wordt aangemaakt, in dit geval 30 januari 2008. Dat appellant stelt schulden gemaakt te hebben is voor het College geen reden om bijstand toe te kennen met ingang van 15 juni 2007.

    2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank, voor zover hier van belang, het beroep tegen het besluit van 11 november 2008...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT