Hoger beroep van Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands), 10 de Abril de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak10 de Abril de 2012
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands)

Arrest d.d. 10 april 2012

Zaaknummer 200.058.218/01

GERECHTSHOF LEEUWARDEN

Arrest van de vierde kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:

  1. [appellant 1],

    en

  2. [appellante 2],

    beiden wonende te [woonplaats],

    appellanten,

    hierna in mannelijke enkelvoud tezamen te noemen: [appellanten],

    advocaat: mr. P.R. van den Elst,

    tegen

  3. [geïntimeerde 1],

    en

  4. [geïntimeerde 2],

    beiden wonende te [woonplaats],

    geïntimeerden,

    hierna in mannelijk enkelvoud tezamen te noemen: [geïntimeerden],

    advocaat: mr. M. van Asperen-van Dijk.

    Het geding in eerste instantie

    In eerste aanleg is tussen [geïntimeerden] als eisers in conventie, verweerders in reconventie en [appellanten] als gedaagden in conventie, eisers in reconventie geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in de vonnissen van 11 februari 2009, 12 augustus 2009 en 11 november 2009. Bij het vonnis van 12 augustus 2009 is [appellanten] toegelaten tot het leveren van tegenbewijs tegen het vermoeden dat met betrekking tot het voormalige zandpad over het perceel van [appellanten] aan [adres], kadastraal [nummer], van (een bestemming tot) buurweg sprake is. [appellanten] heeft daarop afgezien van het doen horen van getuigen. Bij vonnis van 11 november 2009 heeft de rechtbank vervolgens in conventie voor recht verklaard dat (ter plaatse van de uitweg als in de inleidende dagvaarding is omschreven) sprake is van een buurweg, [appellanten] veroordeeld ieder voor zich om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis over te gaan tot het verlenen van medewerking aan het inschrijven van de status van de bedoelde uitweg in de openbare registers op verbeurte van een dwangsom en voorts [appellanten] veroordeeld in de proceskosten. De vorderingen van [appellanten] in reconventie zijn bij vonnis van 11 november 2009 afgewezen, met veroordeling van [appellanten] in de proceskosten aan de zijde van [geïntimeerden].

    Het geding in hoger beroep

    Bij exploot van 9 februari 2010, hersteld bij exploot van 22 februari 2010, 18 september 2007is door [appellanten] hoger beroep ingesteld van voormelde vonnissen van 12 augustus 2009 en 11 november 2009, met dagvaarding van [geïntimeerden] tegen de zitting van

    2 maart 2010. Bij memorie van grieven tevens wijziging van eis in conventie en reconventie heeft [appellanten] producties overgelegd, drie grieven tegen het vonnis van 12 augustus 2009 en twee grieven tegen het vonnis van 11 november 2009 aangevoerd. [appellanten] heeft geconcludeerd tot vernietiging van die vonnissen en tot toewijzing van de gewijzigde vorderingen in conventie en in reconventie zoals deze in de memorie van grieven zijn weergegeven, met hoofdelijke veroordeling van [geïntimeerden] in de kosten in beide instanties. [geïntimeerden] heeft bij memorie van antwoord producties overgelegd, de grieven van [appellanten] bestreden en geconcludeerd tot bekrachtiging van de bestreden vonnissen, met veroordeling van [appellanten] in de proceskosten in hoger beroep, daaronder begrepen de kosten van eventuele getuigen en deskundigen, alsmede het nasalaris advocaat van € 131,= zonder betekening en

    € 199,= in geval van betekening, de proceskosten te vermeerderen met de wettelijke rente, verschuldigd met ingang van veertien dagen na de datum van het in deze zaak te wijzen arrest.

    Ten slotte hebben partijen hun stukken aan het hof overgelegd voor arrest.

    De beoordeling

  5. [appellanten] is sinds 2003 eigenaar van een perceel aan [adres] met [nummer], thans [perc[nummer] (hierna: [perceel]). [geïntimeerden] is sinds 2 november 1995 eigenaar van drie percelen cultuurgrond die deel uitmaakten van het perceel nummer [nummer], thans kadastraal bekend [perceel 3] (hierna: [perceel 3]). Dit perceel ligt op een afstand van circa zeven kilometer van het agrarisch bedrijf van [geïntimeerden] te [woonplaats].

  6. Bij brief van 28 december 2005 heeft [appellanten] aan [geïntimeerden] meegedeeld dat [appellanten] niet langer wilde gedogen dat [geïntimeerden] het zandpad op [perceel] gebruikte om vanaf diens [perceel 3] te...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT