Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, Sector kanton, 14 de Mayo de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak14 de Mayo de 2012
Uitgevende instantie:Sector kanton

beschikking

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector kanton

Locatie ’s-Gravenhage

zaaknummer / rekestnummer: 405679 / HA RK 11-649

Beschikking van 14 mei 2012

in de zaak van

  1. [verzoeker 1],

  2. [verzoeker 2],

    in hun hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigers van hun minderjarige zoon

    [de minderjarige],

    beiden wonende te [woonplaats],

    verzoekers,

    advocaat mr. J. Renshoff te Etten-Leur,

    tegen

  3. de stichting

    STICHTING JEUGDFORMAAT,

    gevestigd te Rijswijk,

    verweerster,

    advocaat mr. H.A. Kragt te Arnhem,

  4. de stichting

    STICHTING PROF.DR. LEO KANNER ONDERWIJSGROEP,

    gevestigd te Zoetermeer,

    verweerster,

    advocaat mr. W.A.M. Rupert te Rotterdam,

  5. de naamloze vennootschap

    AMLIN CORPORATE INSURANCE N.V.,

    gevestigd te Amstelveen,

    verweerster,

    advocaat mr. H.A. Kragt te Arnhem,

  6. de ouders/verzorgers, in hun hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigers van

    [minderjarige 2],

    wonende te [woonplaats],

    verweerders,

    advocaat mr. C. Fledderus te ’s-Gravenhage,

  7. de naamloze vennootschap

    RVS SCHADEVERZEKERING N.V.,

    gevestigd te Ede,

    verweerster,

    advocaat mr. C. Fledderus te ’s-Gravenhage.

    Verzoekers zullen hierna [verzoekers] genoemd worden. Verweerders worden hierna afzonderlijk aangeduid als Jeugdformaat, de Onderwijsgroep, Amlin, [verweerders sub 4] en RVS.

  8. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het verzoekschrift, ter griffie ingekomen op 25 oktober 2011, met 20 producties;

    - het verweerschrift van Jeugdformaat en Amlin;

    - het verweerschrift van de Onderwijsgroep;

    - het verweerschrift van [verweerders sub 4] en RVS;

    - het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 23 maart 2012.

    1.2. De kantonrechter heeft nog ontvangen de fax van mr. Kragt van 16 april 2012, de fax van mr. M. Eijkelenboom (advocaat van de Onderwijsgroep) en de brief van mr. Fledderus van 26 april 2012, met daarin enkele opmerkingen over het proces-verbaal. Deze faxberichten zullen bij de stukken worden gevoegd.

    1.3. Ten slotte is een datum voor beschikking bepaald.

  9. De feiten

    2.1. [de minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2003, (hierna: [de minderjarige]) volgt onderwijs aan de [00-school] in [vestigingsplaats], een school voor kinderen met gedragsstoornissen en/of psychiatrische problemen (hierna: de school). De school valt onder de Onderwijsgroep en de leerkrachten van de school werken samen met pedagogisch medewerkers van Jeugdformaat.

    2.2. Op [datum] 2009 is [de minderjarige], destijds vijf jaar oud, een ongeval overkomen op school. Toen hij op het schoolplein in de zandbak aan het spelen was heeft hij letsel opgelopen aan zijn hoofd (hierna: het ongeval).

    2.3. De neuroloog, [X.], heeft [de minderjarige] op 16 februari 2009 onderzocht en bij [de minderjarige] een hersenkneuzing vastgesteld.

    2.4. [Y.], pedagogisch medewerker bij Jeugdformaat en op de dag van het ongeval werkzaam op de groep van [de minderjarige] (hierna: [Y.]), heeft van het ongeval melding gedaan. Op het door haar ingevulde formulier is, voor zover relevant, het volgende opgenomen:

    “(…)

    Datum en tijdstip incident

    Op welke datum vond het incident plaats? 12-02-2009

    (…)

    Aard incident

    Wie ondernam de cliënt Naar wie was de cliënt

    actie die leidde tot het incident? actie gericht?

    KORTE omschrijving van de aard en de oorzaak van het incident

    Een kind slaat een ander kind met een schep tegen het hoofd tijdens buiten spelen.

    (…)

    Ernst van het incident

    Hoe ernstig heb je het Ernstig

    incident ervaren?

    Hoeveel collega’s 2 collega’s Waren er naar ja

    waren er aanwezig bij jouw mening

    het incident? voldoende collega’s

    aanwezig bij het incident?

    (…)”

    2.5. Bij brief van 2 april 2009 heeft [W.], leidinggevende daghulp bij Jeugdformaat (hierna: [W.]), voor zover relevant, het volgende aan [verzoekers] bericht:

    “(…)

    Op 12-02-2009, om 13:30 uur heeft er tijdens het buiten spelen een naar incident plaatsgevonden. (…) Die middag wisselde een pedagogisch medewerker, [Y.] en docent, [Z.], elkaar af. Terwijl de pedagogisch medewerker naar binnen ging, ging de docent naar buiten om het toezicht over te nemen. (…) Er was op dat moment nog een pedagogisch medewerker, [S.], op hetzelfde plein met enkele kinderen uit een andere groep. In totaal waren er 15 kinderen op het plein aan het spelen. Het incident vond plaats in de zandbak. Daar speelden vier kinderen op dat moment. Niemand heeft gezien wat er is gebeurd. De twee kinderen konden wel vertellen wat er was gebeurt, [minderjarige 2] had [de minderjarige] met een schep op zijn hoofd geslagen. Op de voorkant van het voorhoofd van [de minderjarige] werd langzaam een bult zichtbaar. (…) Ouders zijn diezelfde dag op de hoogte gebracht van het incident, tevens is er melding gedaan bij de leidinggevende. Er is een incidentenformulier ingevuld.

    (…)”

    2.6. [Minderjarige 2], de zoon van [verweerders sub 4] (hierna: [minderjarige 2]), was vanaf 3 september 2007 op de Daghulp van Jeugdformaat geplaatst en is begin april 2009 opgenomen binnen een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT