Hoger beroep van Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands), 5 de Junio de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 5 de Junio de 2012
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands)

Arrest d.d. 5 juni 2012

Zaaknummer 200.070.252/01

(zaaknummer rechtbank: 163098/HA ZA 09-1465)

HET GERECHTSHOF TE ARNHEM

Nevenzittingsplaats Leeuwarden

Arrest van de tweede kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:

[appellante],

wonende te [woonplaats],

appellante,

in eerste aanleg: eiseres,

hierna te noemen: [appellante],

advocaat: mr. M.T. Halman, kantoorhoudende te Kampen,

tegen

[geïntimeerde],

wonende te [woonplaats],

geïntimeerde,

in eerste aanleg: gedaagde,

hierna te noemen: [geïntimeerde],

advocaat: mr. R.R.J.A. Olie-Hallmans, kantoorhoudende te Meppel.

Het geding in eerste instantie

In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in de vonnissen uitgesproken op 13 januari 2010 en 14 april 2010 door de rechtbank

Zwolle-Lelystad.

Het geding in hoger beroep

Bij exploot van 7 juli 2010 is door [appellante] hoger beroep ingesteld van het vonnis d.d. 14 april 2010 met dagvaarding van [geïntimeerde] tegen de zitting van

20 juli 2010.

De conclusie van de memorie van grieven luidt:

(…) bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

I. te vernietigen het vonnis d.d. 14 april 2010 van de rechtbank Zwolle-Lelystad, sector civiel, locatie Zwolle, gewezen onder zaaknummer/rolnummer 163098/HA ZA 09-1465;

en opnieuw rechtdoende,

II. te verklaren voor recht dat partijen nog uitvoering dienen te geven aan de huwelijksvoorwaarden, in die zin dat vermogensvermeerdering nog verdeeld dient te worden, althans dat nog afwikkeling dient plaats te vinden betreffende het wettelijk deelgenootschap, met veroordeling van de man aan die verdeling alle medewerking te verlenen;

III. de man te veroordelen rekening en verantwoording af te leggen, door middel van het overleggen van alle stukken die gezien de dagvaarding in eerste aanleg relevant zijn, in het bijzonder door het overleggen van de complete administratie betreffende de periode 2005 tot en met 2007, waaronder bankafschriften, jaarcijfers, belastingaangiften, belastingaanslagen en de boekhouding;

IV. de man te veroordelen de vrouw toe te laten tot zijn administratie, zulks op straffe van een door de man aan de vrouw te verbeuren dwangsom van € 1.000 per dag, zulks met een maximum van € 250.000, welke dwangsom(men) de man aan de vrouw verbeurt met ingang van één dag na betekening van het in deze te wijzen arrest, zulks ten aanzien van iedere dag dat de man in gebreke blijft aan de hiervoor bedoelde veroordeling te voldoen;

V. de man te veroordelen aan de vrouw een bedrag te betalen van (begroot) € 348.361,50, zulks al dan niet bij wijze van voorschot, dan wel een door uw Gerechtshof te begroten/vast te stellen bedrag/voorschot;

VI. de man te veroordelen in de kosten van de procedure, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep.

Bij memorie van antwoord is door [geïntimeerde] verweer gevoerd met als conclusie:

De verzoeken van de vrouw af te wijzen en haar te veroordelen in de proceskosten zowel in eerste aanleg als in hoger beroep.

Voorts hebben partijen ieder nog een akte genomen.

Ten slotte hebben partijen de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.

De grieven

[appellante] heeft vier grieven opgeworpen.

De beoordeling

  1. Tegen de weergave van de vaststaande feiten in rechtsoverweging 2.1. van genoemd vonnis van 14 april 2010 is geen grief ontwikkeld, zodat ook in hoger beroep van die - hierna te vermelden - feiten zal worden uitgegaan, aangevuld met enige andere niet voldoende weersproken feiten.

    1.1. Partijen zijn op 23 september 1988 in algehele gemeenschap van goederen gehuwd. Bij akte van huwelijkse voorwaarden van 19 maart 1997 (productie 2 bij inleidende dagvaarding) hebben zij hun huwelijksgoederenregime gewijzigd in die zin dat de volgende huwelijkse voorwaarden sedertdien gelden:

    Artikel 1.

    De echtgenoten zijn met uitsluiting van elke gemeenschap van goederen gehuwd. Slechts zal tussen hen bestaan een deelgenootschap, inhoudende de verplichting tot deling van de vermeerdering van beider vermogen die gedurende het deelgenootschap heeft plaatsgevonden, met inachtneming van de navolgende bepalingen.

    (…)

    Kosten huishouding

    Artikel 5.

    1. De kosten van de huishouding (…) worden voldaan uit de inkomsten van de echtgenoten naar evenredigheid daarvan.

    (…)

    Verrekening van inkomsten

    Artikel 8.

    1. De echtgenoten verplichten zich over elk kalenderjaar hun inkomsten in de zin van artikel 5, onder aftrek van hetgeen daarvan is besteed voor de huishouding en onder aftrek van de in artikel 7 bedoelde premies samen te voegen ter verdeling bij helfte.

    (…)

    Artikel 10.

    Geen samenvoeging en deling heeft plaats:

    a. over de tijd, dat de echtgenoten anders dan in onderling overleg niet samenwonen of dat tussen hen scheiding van tafel en bed bestaat;

    (…)

    Einde deelgenootschap

    Artikel 11.

    Het deelgenootschap eindigt:

    a. door het eindigen van het huwelijk;

    (…)

    Verdeling

    Artikel 12.

    1. Na het eindigen van het deelgenootschap kan ieder der echtgenoten de deling van de vermogensvermeerdering vorderen.

    (…)

    2. In de beschrijving moeten worden opgenomen alle op het ogenblik waarop de deelgenootschap is geëindigd aanwezige goederen en alle op dat ogenblik bestaande schulden en lasten.

    (…)

    5. Van verrekening zijn uitgesloten de opgebouwde pensioenen, welke zullen worden verrekend conform het bepaalde in artikel 21.

    Deling

    Artikel 13.

    1. De deling van de vermogensvermeerdering geschiedt doordat een der echtgenoten uit zijn...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT