Hoger beroep van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 9 de Mayo de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 9 de Mayo de 2012
Uitgevende instantie:Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands)

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE

Sector Civiel recht

Uitspraak : 9 mei 2012

Zaaknummer : 200.099.872/01

Rekestnr. rechtbank : F1 RK 10-3384

[verzoeker],

wonende te [adres],

verzoeker in hoger beroep,

hierna te noemen: de man,

advocaat mr. G.M.H. Vriesde te [adres],

tegen

Carla DIAS DA VEIGA,

wonende te [adres],

verweerster in hoger beroep,

hierna te noemen: de moeder.

Als belanghebbende is aangemerkt:

mr. drs. A.W. Grijseels,

in zijn hoedanigheid van bijzondere curator over de nader te noemen minderjarige,

kantoorhoudende te Rotterdam],

hierna te noemen: de bijzondere curator.

Op grond van het bepaalde in artikel 44 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:

het Ressortsparket van het openbaar ministerie in het arrondissement [adres],

hierna te noemen: het openbaar ministerie.

PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP

De man is op 3 januari 2012 in hoger beroep gekomen van een beschikking van 3 oktober 2011 van de rechtbank Rotterdam.

Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:

van de zijde van de man:

- op 19 januari 2012 een brief van diezelfde datum met bijlagen.

Het openbaar ministerie heeft bij faxbericht van 8 maart 2012 aan het hof bericht dat het openbaar ministerie afziet van de mogelijkheid tot concluderen en tevens niet ter zitting zal verschijnen.

De zaak is op 5 april 2012 mondeling behandeld.

Ter zitting waren aanwezig:

- de man, bijgestaan door zijn advocaat;

- de moeder;

- de bijzondere curator.

PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN

Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking.

Bij die beschikking is het verzoek van de man tot vernietiging van de erkenning van het vaderschap met betrekking tot [belanghebbende], geboren op [geboortedatum] [in 2010] te [adres] (hierna: de minderjarige), afgewezen.

Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daar in hoger beroep geen grief tegen is gericht.

BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP

  1. In geschil is de afwijzing van het verzoek tot vernietiging van de erkenning van de minderjarige.

  2. De man verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen en het verzoek tot vernietiging van de erkenning alsnog toe te wijzen.

  3. De man voert in hoger beroep - kort gezegd - aan dat hij op grond van diverse omstandigheden zijn verzoek tot vernietiging heeft ingediend. Hij heeft onder meer van de moeder vernomen dat hij niet de verwekker en biologische vader van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT