Hoger beroep van Council of State (Netherlands), 11 de Julio de 2012

Datum uitspraak11 de Julio de 2012
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201109113/1/A1.

Datum uitspraak: 11 juli 2012

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op de hoger beroepen van:

  1. [appellant sub 1], wonend te Waalre,

  2. [appellant sub 2], wonend te Waalre,

  3. [appellant sub 3], wonend te Eindhoven,

    tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 5 juli 2011 in zaken nrs. 09/753 en 09/754 in het geding tussen:

    [appellant sub 1],

    [appellant sub 2],

    en

    het college van burgemeester en wethouders van Waalre.

  4. Procesverloop

    Bij besluit van 27 december 2007 heeft het college [appellant sub 3] onder oplegging van een dwangsom gelast om de werkplaats, chalet, carport, houtopslag en overkapping op het perceel [locatie] te Waalre (hierna: het perceel) te verwijderen.

    Bij besluit van 13 januari 2009 heeft het college het door [appellant sub 2] en [appellant sub 1] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard, het door [appellant sub 3] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en onder aanvulling van de motivering het besluit van 27 december 2007 gehandhaafd. Voorts is [appellant sub 3] onder oplegging van een dwangsom gelast het bewonen van het tuinhuis te beëindigen.

    Bij uitspraak van 5 juli 2011, verzonden op 12 juli 2011, heeft de rechtbank de door [appellant sub 1] en [appellant sub 2] daartegen ingestelde beroepen gegrond verklaard, het besluit van 13 januari 2009 vernietigd en bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit met betrekking tot de waterleiding en de elektriciteitsleiding, voor zover gelegen in of op de grond waarop krachtens het voormalige bestemmingsplan "Herziening Aalst 1965" de bestemming "Tuin III" rustte, in stand blijven alsmede de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit met betrekking tot de erker bij het tuinhuis op het perceel en de bestrating van het bospad. Voorts heeft de rechtbank bepaald dat het college voor het overige een nieuw besluit dient te nemen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen. Deze uitspraak is aangehecht.

    Tegen deze uitspraak hebben [appellant sub 1] en [appellant sub 2] ieder zelfstandig, evenals [appellant sub 3] bij brieven, bij de Raad van State ingekomen op 22 augustus 2011, hoger beroep ingesteld. [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben hun hoger beroep aangevuld bij brieven van 21 september 2011. [appellant sub 3] heeft zijn hoger beroep aangevuld bij brief van 19 september 2011.

    Het college heeft een verweerschrift ingediend.

    Bij besluit van 13 december 2011 heeft het college [appellant sub 3] onder oplegging van een dwangsom gelast de overtredingen van het bestemmingsplan te doen beëindigen door het verwijderen van de water-, elektriciteit- en rioolleiding.

    Het college, [appellant sub 3] alsmede [appellant sub 1] en [appellant sub 2] hebben nadere stukken ingediend.

    De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 maart 2012, waar [appellant sub 1] en [appellant sub 2], beiden bijgestaan door mr. D. van Tilborg, advocaat te Breda, [appellant sub 3], bijgestaan door mr. M. Brüll, advocaat te Helmond, en het college, vertegenwoordigd door T. Sayilgan, S. Liebregts en I. Batmaz, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.

  5. Overwegingen

    2.1. Ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Buitengebied" rust op het perceel de bestemming "Natuurgebied" met de nadere aanduiding "floragebied".

    Ingevolge artikel 27.1 is het verboden de in het plan begrepen gronden en bouwwerken te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met het in het plan bepaalde.

    Ingevolge artikel 27.3.1, is, voor zover de gronden zijn aangeduid als "floragebied" op de kaartbijlage I behorende bij deze voorschriften, de aanleg van ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies verboden.

    Ingevolge artikel 27.5.1, aanhef en onder d, wordt onder verboden gebruik voor zover de gronden zijn aangeduid als "floragebied" op kaartbijlage I behorende bij deze voorschriften tevens verstaan het verlagen, vergraven, ophogen en egaliseren van gronden, zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders.

    Ingevolge artikel 27.6 zijn werken en werkzaamheden slechts toelaatbaar indien door die werkzaamheden de daarvan hetzij direct, dan wel indirect te verwachten gevolgen de natuurlijke, landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden van deze gronden, dan wel de belangen van de waterwinning c.q. archeologische waarden niet worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

    Ingevolge artikel 3.4, eerste lid, aanhef en onder a, wordt onder een verboden gebruik als bedoeld in artikel 27 eveneens verstaan het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders zoals is bepaald in artikel 27.5.1.

    Ingevolge artikel 30.3, eerste lid, mag het gebruik van gronden dat afwijkt van het plan op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt worden voortgezet, met uitzondering van het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen totdat tijdstip geldende plan, daarbij inbegrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

    Ingevolge het voorheen ter plaatse geldende bestemmingsplan "Herziening Aalst 1965" rustte op het perceel de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT