Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 13 de Julio de 2012
Datum uitspraak | 13 de Julio de 2012 |
Uitgevende instantie: | Supreme Court (Netherlands) |
13 juli 2012
nr. 11/01171
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 28 januari 2011, nr. BK-04/02664, betreffende navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en in de vermogensbelasting, de daarbij gegeven beschikkingen inzake een verhoging en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.
-
Het geding in feitelijke instantie
Aan belanghebbende zijn over de jaren 1990 en 1991 navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) en over de jaren 1991 en 1992 navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting (hierna: VB) opgelegd. De navorderingsaanslagen zijn opgelegd met een verhoging van honderd percent van de nagevorderde belasting, van welke verhoging geen kwijtschelding is verleend. Tevens is heffingsrente in rekening gebracht.
De navorderingsaanslagen, de daarbij gegeven kwijtscheldingsbeschikkingen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraken van de Inspecteur gehandhaafd.
Belanghebbende heeft tegen die uitspraken beroep ingesteld.
Het Hof heeft het beroep betreffende de verhogingen gegrond verklaard, de daarop betrekking hebbende uitspraken van de Inspecteur vernietigd, de verhogingen gedeeltelijk kwijtgescholden en het beroep voor het overige ongegrond verklaard. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
-
Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. Hij heeft tevens incidenteel beroep in cassatie ingesteld.
Het beroepschrift in cassatie en het geschrift waarbij incidenteel beroep in cassatie is ingesteld, zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Belanghebbende heeft de zaak mondeling doen toelichten door mr. J.J.M. Hertoghs, advocaat te Breda.
Belanghebbende heeft het incidentele beroep beantwoord.
De Staatssecretaris heeft in het incidentele beroep een conclusie van repliek ingediend.
Belanghebbende heeft in het incidentele beroep een conclusie van dupliek ingediend.
-
Beoordeling van de in het principale beroep voorgestelde middelen
3.1.1. Middel VII keert zich tegen 's Hofs oordeel dat bij het voorbereiden en opleggen van de onderhavige, met toepassing van de verlengde navorderingstermijn van artikel 16, lid 4, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT