Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 13 de Julio de 2012

Datum uitspraak13 de Julio de 2012
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

13 juli 2012

Eerste Kamer

12/02262

EE/LZ

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[Verzoeker],

wonende te [woonplaats],

VERZOEKER tot cassatie,

advocaat: mr. M. de Boorder.

Verzoeker tot cassatie zal hierna ook worden aangeduid als [verzoeker].

  1. Het geding in feitelijke instanties

    Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

    1. het vonnis in de zaak 09/609 R van de rechtbank Rotterdam van 10 januari 2012,

    2. het arrest in de zaak 200.100.545/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 24 april 2012.

    Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

  2. Het geding in cassatie

    Tegen het arrest van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping.

  3. Beoordeling van de middelen

    De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

  4. Beslissing

    De Hoge Raad verwerpt het beroep.

    Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.A. Streefkerk en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 13 juli 2012.

    12/02262

    Mr. L. Timmerman

    Parket: 8 juni 2012

    Conclusie inzake:

    [Verzoeker]

    Verzoeker tot cassatie

    (hierna: [verzoeker])

  5. Bij vonnis van de Rechtbank Rotterdam van 14 december 2009 is op [verzoeker] de schuldsaneringsregeling van toepassing verklaard. Deze is op voordracht van de rechter-commissaris beëindigd bij vonnis van 10 januari 2012 op de grond dat [verzoeker] i) zijn sollicitatieverplichting niet naar behoren is nagekomen, ii) nieuwe bovenmatige schulden heeft laten ontstaan en iii) heeft gehandeld in softdrugs, hetgeen niet van een saneringsgezinde houding getuigt. Tegen dit vonnis heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld. Het hof 's-Gravenhage heeft bij arrest van 24 april 2012 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, overwegende - tot de kern teruggebracht - dat:

    1) [verzoeker] gedurende (een groot deel van) de regeling heeft nagelaten aantoonbaar te solliciteren, terwijl niet aannemelijk is geworden dat hij ongeschikt is om te werken;

    2) [verzoeker] ter zitting verklaarde dat er, naast de bovenmatige nieuwe schuld aan zijn ziektekostenverzekeraar, nóg een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT