Eerste aanleg - meervoudig van Council of State (Netherlands), 18 de Septiembre de 2002

Datum uitspraak18 de Septiembre de 2002
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

200200121/1.

Datum uitspraak: 18 september 2002

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

  1. de vereniging "Belangenvereniging Stationsweg", gevestigd te Maarssen,

  2. de vereniging "Belangenvereniging Friezenbuurt Leefbaar", gevestigd te Maarssen,

    en

    gedeputeerde staten van Utrecht,

    verweerders.

  3. Procesverloop

    Bij besluit van 19 april 2001 heeft de gemeenteraad van Maarssen, op voorstel van burgemeester en wethouders van 3 april 2001, vastgesteld het bestemmingsplan "Maarsser Bruglocaties".

    Het besluit van de gemeenteraad en het voorstel van burgemeester en wethouders zijn aan deze uitspraak gehecht.

    Verweerders hebben bij hun besluit van 20 november 2001,

    nr. 2001REG002928i, beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan.

    Het besluit van verweerders is aangehecht.

    Tegen dit besluit hebben appellante sub 1 bij brief van 7 januari 2002, bij de Raad van State ingekomen op 9 januari 2002, en appellante sub 2 bij brief van 7 januari 2002, bij de Raad van State ingekomen op 7 januari 2002, beroep ingesteld. Deze brieven zijn aangehecht.

    Bij brief van 15 april 2002 hebben verweerders een verweerschrift ingediend.

    Na afloop van het vooronderzoek is een nader stuk ontvangen van appellante sub 2. Dit is aan de andere partijen toegezonden.

    De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 augustus 2002, waar appellante sub 1, vertegenwoordigd door [gemachtigde], en verweerders, vertegenwoordigd door N.M. van Hattem, ambtenaar van de provincie, zijn verschenen. Appellante sub 2 is, met voorafgaande kennisgeving, niet verschenen. Voorts is de gemeenteraad van Maarssen, vertegenwoordigd door G. Gerrietsen, wethouder, en A. de Vos, ambtenaar van de gemeente, daar gehoord.

  4. Overwegingen

    2.1. Het plan vormt het juridisch-planologische kader voor de ontwikkeling van woningbouwlocaties gelegen aan weerszijden van het Amsterdam-Rijnkanaal ter hoogte van de Maarsserbrug, die zelf ook deel uitmaakt van het plangebied.

    Bij het bestreden besluit hebben verweerders aan het plan goedkeuring verleend.

    2.2. Aan de orde is een geschil inzake een besluit omtrent de goedkeuring van een bestemmingsplan. Ingevolge artikel 28, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in samenhang met artikel 10:27 van de Algemene wet bestuursrecht rust op verweerders de taak om - in voorkomend geval mede op basis van de ingebrachte bedenkingen - te bezien of het plan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Daarbij dienen zij rekening te houden met de aan de gemeenteraad toekomende vrijheid om bestemmingen aan te wijzen en voorschriften te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. Daarnaast hebben verweerders er op toe te zien dat het plan en de totstandkoming daarvan niet in strijd zijn met het recht.

    De Afdeling kan slechts tot vernietiging van het besluit omtrent goedkeuring van het plan overgaan, indien moet worden geoordeeld dat verweerders de aan hen toekomende beoordelingsmarges hebben overschreden, dan wel dat zij het recht anderszins onjuist hebben toegepast.

    Beroepen van appellanten voorzover overeenstemmend

    2.3. Appellanten kunnen zich niet met het plan verenigen en stellen dat verweerders daaraan ten onrechte goedkeuring hebben verleend. Zij voeren aan dat de procedure die gevolgd is bij de totstandkoming van het plan gebrekkig is geweest, waardoor de inspraak van burgers is uitgehold en appellanten zich slechts konden uitspreken over een plan dat op veel punten niet voltooid was. Ook zijn hun zienswijzen en bedenkingen naar hun mening onvoldoende beantwoord door respectievelijk de gemeenteraad en verweerders. Voorts is de motivering van het plan ten aanzien van de regionale woningbehoefte ondeugdelijk en is het plan strijdig met het Streekplan, de gemeentelijke structuurvisie en overig gemeentelijk beleid, aldus appellanten. Zij stellen dat onvoldoende deugdelijk onderzoek is verricht naar de gevolgen van het plan voor de directe omgeving van het plangebied en dat veel noodzakelijk onderzoek eerst na vaststelling van het plan was afgerond. Zij betogen in dit verband dat geen inzicht wordt geboden in de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding in de omgeving van het plangebied en dat naar verwachting de bestaande wateroverlast in hun woonwijken zal toenemen. Voorts verwachten zij dat de geluidsbelasting op de woningen in de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT