Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank 's-Hertogenbosch, 17 de Mayo de 2004

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak17 de Mayo de 2004
Uitgevende instantie:Rechtbank 's-Hertogenbosch

RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH

Enkelvoudige kamer voor bestuursrechtelijke zaken

UITSPRAAK

AWB 03/2016

Uitspraak van de rechtbank ingevolge de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geschil tussen:

[eiser], wonende te Valkenswaard, eiser,

[gemachtigde],

en

de raad van de gemeente Eindhoven, verweerder.

  1. PROCESVERLOOP

    Bij schrijven van 15 en 22 mei 2002 heeft eiser op grond van het bepaalde in artikel 1 jo 3 van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) verzocht om toezending van een afschrift van de notulen van verweerders vergadering van 6 mei 2002. Uiteindelijk heeft verweerder aan dit verzoek geen gevolg gegeven.

    Verweerder heeft bij beslissing op bezwaar van 2 juni 2003 de bezwaren van eiser deels gegrond, deels ongegrond en deels niet-ontvankelijk verklaard.

    1. Verweerder heeft eisers bezwaar ongegrond verklaard voor zover het bezwaar gericht was tegen de weigering de notulen van het besloten gedeelte van de raadsvergadering van 6 mei 2002 af te geven ex artikel 23, vierde lid van de Gemeentewet.

    2. Verweerder heeft eisers bezwaar niet-ontvankelijk verklaard voor zover het bezwaar gericht was tegen de handhaving van de geheimhouding van de beraadslagingen, ofwel tegen het niet opheffen daarvan ex artikel 25, eerste lid van de Gemeentewet.

    3. Verweerder heeft eisers bezwaar gegrond verklaard en het gedeelte van het primaire besluit van 11 november 2002 waarin wordt besloten tot onverkorte handhaving van de geheimhouding, dan wel tot het niet opheffen van de geheimhouding ex artikel 25, vierde lid van de Gemeentewet, herroepen.

    Bij brief van 18 juli 2003, ter griffie ontvangen per gelijke datum, heeft eiser beroep ingesteld bij deze rechtbank.

    Verweerder heeft bij ongedateerde brief aan de rechtbank, ter griffie ontvangen op 9 september 2003, de notulen van de besloten vergadering van de gemeenteraad van 6 mei 2002 toegezonden en de rechtbank, met een beroep op 8:29 van de Awb, medegedeeld dat uitsluitend zij kennis zal mogen nemen van deze notulen.

    Op 12 september 2003 heeft de rechtbank beslist dat de beperking van de kennisneming van deze notulen gerechtvaardigd is.

    Bij brief van 5 november 2003 heeft eiser de rechtbank medegedeeld dat geen toestemming wordt verleend als bedoeld in artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb, om mede op grondslag van de niet geopenbaarde stukken uitspraak te doen. De rechtbank heeft deze stukken vervolgens teruggestuurd naar verweerder.

    Het geding is behandeld ter zitting van 6 mei 2004, waar eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde.

    Verweerder heeft zich ter zitting doen vertegenwoordigen door [gemachtigde].

  2. OVERWEGINGEN

    In dit geding is de vraag aan de orde of het besluit van verweerder van 2 juni 2003 waarbij eisers bezwaren deels gegrond, deels ongegrond en deels niet-ontvankelijk zijn verklaard en de weigering tot het verstrekken van de notulen van het besloten gedeelte van de vergadering van 6 mei 2002 is gehandhaafd, in rechte stand kan houden.

    De rechtbank gaat bij haar beoordeling uit van de volgende feiten en omstandigheden.

    In de vergadering van verweerder d.d. 6 mei 2002 is gesproken over de onteigening van percelen grond waarvan eiser eigenaar was.

    Bij schrijven van 15 en 22 mei 2002 heeft eiser op grond van het bepaalde in artikel 1 jo 3 van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) verzocht om toezending van een afschrift van de notulen van deze vergadering.

    Bij schrijven van 9 juli 2002 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven medegedeeld dat slechts ten dele aan het verzoek tegemoet zal worden gekomen daar op grond van het bepaalde in artikel 23, vierde lid, van de Gemeentewet het verslag van het besloten deel van de vergadering van 6 mei 2002 niet openbaar is. Voorts verwijst het college van burgemeester en wethouders in deze brief ernaar dat verweerder in deze vergadering ingevolge artikel 25, eerste lid, van de Gemeentewet, met een beroep op artikel 10, tweede lid, onder b van de WOB, heeft besloten zichzelf geheimhouding op te leggen over de beraadslagingen in het besloten gedeelte van de vergadering. Vervolgens is aan eiser een conceptverslag van het openbare gedeelte van de vergadering toegezonden.

    Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 16 augustus 2002 bezwaar gemaakt. Per gelijke datum heeft eiser een verzoek tot verweerder gericht om alsnog een beslissing te nemen op eisers verzoek van 15 mei 2002 inzake het verstrekken van de notulen van het besloten gedeelte van de raadsvergadering van 6 mei 2002.

    Bij brief van 4 oktober 2002 heeft het college van burgemeester en wethouders aan eiser medegedeeld dat zijn verzoek van 15 mei 2002 wordt doorgezonden naar verweerder.

    In verweerders vergadering van 7 oktober 2002 is de beslissing tot het besloten houden van de notulen van de besloten vergadering van 6 mei 2002 bevestigd.

    Bij besluit van 11 november 2002 heeft verweerder besloten om haar besluiten van 6 mei 2002 en 7 oktober 2002 inzake de geheimhouding van de notulen te handhaven. Voorts heeft verweerder besloten dat "indien en voorzover het verzoek van eiser zou...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT