Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 8 de Junio de 2004

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 8 de Junio de 2004
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

typ. KD/MB

rolnr. C0100861/BR

ARREST VAN HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH,

eerste kamer, van 8 juni 2004,

gewezen in de zaak van:

  1. de naamloze vennootschap NATIONALE NEDERLANDEN

    SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V.,

    gevestigd en kantoorhoudend te 's-Gravenhage,

  2. de besloten vennootschap BREMTEX LINGERIE EUROPE B.V.,

    gevestigd en kantoorhoudend te Oisterwijk,

  3. de besloten vennootschap BREMTEX B.V., gevestigd en

    kantoorhoudend te Tilburg,

    appellanten,

    procureur: mr. G.D. Noordijk,

    - t e g e n -

    de besloten vennootschap RITRA CARGO HOLLAND B.V.,

    gevestigd en kantoorhoudend te Rotterdam,

    geÔntimeerde,

    procureur: mr. P.C.M. van der Ven,

    op het hoger beroep van appellanten (appellante sub 1 verder te noemen NN en appellanten sub 2 en 3 tezamen verder te noemen Bremtex) tegen het vonnis van de rechtbank te Breda van 12 december 2000, onder rolnr. 68225/HA ZA 99-27 gewezen tussen NN en Bremtex als eisers in de hoofdzaak, tevens verweerders in het incident, en geÔntimeerde (verder te noemen Ritra) als gedaagde sub 1 in de hoofdzaak, tevens eiseres in het incident.

  4. Het geding in eerste aanleg

    In voormeld vonnis heeft de rechtbank zich in het incident niet bevoegd verklaard om van de vordering tegen Ritra kennis te nemen (en is in de hoofdzaak de vordering tegen de - in hoger beroep geen partij zijnde - tweede gedaagde toegewezen).

  5. Het geding in hoger beroep

    NN en Bremtex hebben bij exploot van 5 februari 2001 tijdig hoger beroep ingesteld van voormeld vonnis, voor zover in het incident tot onbevoegdheid gewezen. Bij memorie van grieven hebben zij onder overlegging van producties twee grieven tegen het vonnis aangevoerd, met conclusie dat het hof dit vonnis - voor zover tussen NN en Bremtex, en Ritra gewezen - zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het beroep van Ritra op onbevoegdheid van de rechtbank zal afwijzen met veroordeling van Ritra in de kosten van beide instanties. Ritra heeft bij memorie van antwoord onder overlegging van producties de grieven bestreden en geconcludeerd dat het hof bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis zal bekrachtigen met veroordeling van NN en Bremtex in de kosten van beide instanties. Daarna hebben partijen elk nog een akte genomen. Tenslotte hebben partijen de stukken overgelegd en vonnis gevraagd.

  6. De gronden van het hoger beroep

    Grief I luidt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat Ritra als expediteur is opgetreden, en grief II dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de FENEX-voorwaarden onderdeel uitmaken van de (beweerde expeditie-)overeenkomst en dat de rechtbank zich onbevoegd zal verklaren nu deze voorwaarden arbitrage voorschrijven.

  7. De beoordeling van het geschil

    4.1. Nu geen grieven zijn gericht tegen de door de rechtbank in r.o. 3.1 van het vonnis vastgestelde feiten gaat ook het hof van die feiten uit.

    4.2. Kort weergegeven gaat het in deze zaak om het volgende.

    Bremtex heeft in mei 1997 aan Ritra opdracht gegeven tot het vervoer van een zending textiel van Istanbul, Turkije, naar Oisterwijk, Nederland. Het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT