Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Middelburg, 29 de Diciembre de 2004

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak29 de Diciembre de 2004
Uitgevende instantie:Rechtbank Middelburg

RECHTBANK MIDDELBURG

Sector civiel recht

Vonnis van 29 december 2004 in de zaak van:

rolnr: 266/03

de openbare rechtspersoon de gemeente Middelburg,

zetelend te Middelburg,

eiseres,

procureur: mr. U.T. Hoekstra,

tegen:

gedaagde,

wonende te Goes,

gedaagde,

procureur: mr. C.J. IJdema.

  1. Het verloop van de procedure

    Tussen partijen zijn de navolgende processtukken gewisseld:

    - inleidende dagvaarding;

    - conclusie van antwoord;

    - conclusie van repliek;

    - conclusie van dupliek;

    - akte uitlaten;

    - akte uitlating producties;

    - akte uitlaten II.

    Beide partijen hebben producties in het geding gebracht.

  2. De feiten

    2.1. De gemeente heeft in eigendom een perceel weg, berm en fietspad, plaatselijk bekend (adres). Kadastraal gemeente Middelburg (sectie en nummer). Een deel van dit perceel is reeds jarenlang als parkeerplaats in gebruik bij de eigenaren van het perceel (adres); het betreffende gedeelte is door de huidige bewoners van (adres)(bewoners), hierna samen in enkelvoud te noemen: bewoners) betegeld.

    2.2. De gemeente heeft genoemd perceel (inclusief het bij bewoners in gebruik zijnde deel) op 6 mei 1999 verkocht aan (bewoner 2), bewoner van (adres 2). Vervolgens heeft (bewoners)op 21 mei 1999 het perceel conservatoir beslag tot levering doen leggen

    2.3. Op 29 juli 1999 heeft gedaagde- kandidaat-notaris en handelend als plaatsvervanger van notaris (naam)- op verzoek van bewoners een "registerverklaring van verjaring" opgesteld, waarin onder meer is gesteld:

    4. (bewoners) heeft) verklaart door verjaring het volgende registergoed te hebben verkregen: een gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Middelburg (sectie en nummer), zoals aangegeven op een aan deze verklaring te hechten tekening;

    5. De verjaring werkt tegen de eigenaar/gerechtigde van de hiervoor vermelde onroerende zaak. Deze is (de gemeente Middelburg).

    6. De verjaring heeft plaatsgevonden doordat (bewoners) en hun rechtsvoorgangers gedurende meer dan twintig jaar het bezit van de hiervoor genoemde onroerende zaak hebben gehad en de rechtsvordering van de eigenaar/gerechtigde van/tot de hiervoor vermelde onroerende zaak tot het doen ophouden van de met zijn recht strijdige bezitstoestand, is verjaard.

    7. Het is niet bekend of de verjaring door de eigenaar van de vermelde onroerende zaak wordt betwist.

    8. Niet iedereen die als partij bij het in te schrijven feit betrokken is, heeft mij notaris, medegedeeld met de inschrijving daarvan in te stemmen.

    9. Aan mij, notaris is een bewijsstuk overlegd en aan deze verklaring gehecht, die genoegzaam aantoont dat het in te schrijven feit zich inderdaad heeft voorgedaan.

    Het onder 9 bedoelde bewijsstuk betreft een door vijf getuigen ondertekende, schriftelijke verklaring, luidend:

    dat zij er mede bekend zijn dat van gemeld perceel een oppervlakte zoals aangegeven op de aan deze verklaring te hechten tekening gedeeltelijk is bestraat en tenminste vanaf negentienhonderd vijfenzeventig in gebruik was als parkeerplaats: bij de vorige eigenaar van het pand plaatselijk bekend (adres), kadastraal bekend gemeente Middelburg (sectie en nummer), alsmede sedert drieentwintig juni negentienhonderd tachtig alszodanig in gebruik is bij de huidige eigenaren van gemeld pand te weten (bewoners).

    2.4. Voormelde registerverklaring is op 2 augustus 1999 ingeschreven in de registers van het Kadaster; het eigendomsrecht op genoemd perceelsgedeelte werd daarmee op naam van (bewoners) gesteld.

    2.5. De gemeente heeft vervolgens in kort geding gevorderd dat (bewoners) het beslag zou opheffen en dat hij de inschrijving van de verjaringsverklaring ongedaan zou maken. De president van deze rechtbank heeft in zijn vonnis van 8 oktober 1999 de eerste vordering toegewezen, onder meer overwegend

    ...dat (bewoners) het aan het beslag ten grondslag gelegde recht op levering alsmede een recht op levering door extinctieve verjaring ontbeert.

    De tweede vordering is afgewezen; daartoe overwoog de president:

    (bewoners) handelt in beginsel niet onrechtmatig door te pretenderen dat hij een recht heeft en door de verjaringsverklaring in te (doen) schrijven. De motieven waarop (bewoners) deze pretentie baseert zijn zodanig dat geoordeeld kan worden dat (bewoners) in alle redelijkheid tot zijn pretenties had kunnen komen.

    2.6. Bij brief van 2 december 1999 heeft de gemeente op voet van art. 3:28 BW van (bewoners) afgifte van een verklaring van waardeloosheid van de inschrijving gevraagd; (bewoners)...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT