Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 23 de Febrero de 2005

Datum uitspraak23 de Febrero de 2005
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

04/5260 WAO + 04/5261 WAO

U I T S P R A A K

in de gedingen tussen:

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, appellant,

en

[gedaagde], wonende te [woonplaats], gedaagde.

  1. ONTSTAAN EN LOOP VAN DE GEDINGEN

    Bij brieven van 22 september 2003 is gedaagde vanwege appellant in kennis gesteld van twee ten aanzien van hem genomen besluiten (hierna: de bestreden besluiten) ter uitvoering van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO).

    De rechtbank 's-Gravenhage heeft bij uitspraak van 7 september 2004 (AWB 03/4071 en 03/4072 WAO) het beroep tegen de bestreden besluiten gegrond verklaard en deze besluiten vernietigd.

    Namens appellant is op bij beroepschrift aangevoerde gronden tegen die uitspraak hoger beroep ingesteld.

    Namens gedaagde heeft mr. M. Hoekman, advocaat te 's-Gravenhage, een verweerschrift (met bijlagen) ingediend.

    De gedingen zijn behandeld ter zitting van de Raad van 12 januari 2005, waar gedaagde in persoon is verschenen, bijgestaan door mr. Hoekman voornoemd, en waar appellant zich niet heeft doen vertegenwoordigen.

  2. MOTIVERING

    Bij besluit van 7 mei 2003 heeft appellant aan gedaagde met ingang van 2 januari 2003 een uitkering ingevolge de WAO toegekend berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 65 tot 80%. Bij besluit van dezelfde datum heeft gedaagde besloten deze uitkering over de periode van 2 januari 2003 tot 14 januari 2003 niet uit te betalen, op grond van de overweging dat gedaagdes werkgever wegens te late aangifte van de arbeidsongeschiktheid verplicht was over dit tijdvak het loon door te betalen.

    Naar aanleiding van een telefonisch verzoek van gedaagde van 17 juli 2003 heeft appellant bij brief van 21 juli 2003 aan gedaagde kopien van de besluiten van 7 mei 2003 toegezonden. Namens gedaagde zijn tegen deze besluiten bezwaarschriften ingediend, die door appellant op 6 augustus 2003 per fax zijn ontvangen.

    Bij de bestreden besluiten heeft appellant het bezwaar tegen beide voormelde besluiten wegens overschrijding van de bezwaartermijn niet-ontvankelijk verklaard.

    De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak geoordeeld dat gedaagde redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt van het te laat indienen van de bezwaarschriften en de bestreden besluiten wegens schending van artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) vernietigd.

    De rechtbank heeft daarbij in aanmerking genomen dat gedaagde zich na ontvangst van de primaire besluiten eerst tevergeefs tot appellants...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT