Eerste aanleg - meervoudig van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 1 de Noviembre de 1995

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 1 de Noviembre de 1995
Uitgevende instantie:Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands)

GERECHTSHOF TE 's-GRAVENHAGE

vierde meervoudige belastingkamer

1 november 1995

nummer 94/1913

UITSPRAAK

op het beroep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. te Z tegen de uitspraak van de Inspecteur, het hoofd van de eenheid Belastingdienst/Douane district P, betreffende de uitnodiging tot betaling van 24 november 1992, nr. 000000.

  1. Uitnodiging tot betaling en bezwaar

    1.1. Voormelde uitnodiging strekt tot betaling van

    ƒ a aan invoerrechten, accijns, voorraadheffing en heffing milieuhygiÎne.

    1.2. Belanghebbende is wegens niet-tijdige indiening van het bezwaarschrift in haar bezwaar tegen deze uitnodiging niet-ontvankelijk verklaard. De Inspecteur heeft naar aanleiding van dit bezwaar de uitnodiging ambtshalve verminderd met ƒ b.

  2. Loop van het geding

    2.1. Belanghebbende is van bovenvermelde uitspraak in beroep gekomen bij het Hof. In verband daarmede is door de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van ƒ 75,=. De Inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend.

    2.2. Belanghebbende heeft vervolgens een conclusie van repliek ingezonden, waarop de Inspecteur heeft gereageerd met een conclusie van dupliek.

    2.3. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Gerechtshof van 20 september 1995, gehouden te 's-Gravenhage. Aldaar zijn verschenen namens de Inspecteur mevrouw mr K, tot haar bijstand vergezeld van mr L. De gemachtigde van belanghebbende, die door de griffier bij aangetekende brief, op 3 augustus 1995 ter post bezorgd, van plaats, dag en uur van de mondelinge behandeling der zaak in kennis is gesteld, is niet ter zitting verschenen.

    2.4. Bij brief van 26 september 1995 heeft de gemachtigde van belanghebbende het Hof onder aanvoering dat hij - waarschijnlijk ten gevolge van het tijdens de vakantieperiode in het ongerede raken van de oproep - tot maandag 25 september 1995 onkundig was van het feit dat op 20 september 1995 de mondelinge behandeling plaatsvond, verzocht de behandeling van de zaak te heropenen. Het Hof ziet evenwel geen aanleiding op dit verzoek in te gaan. De oproep is op de juiste wijze verzonden. Nu deze niet als onbestelbaar is teruggekomen, moet worden aangenomen dat deze - tijdig - ter bestemder plaatse is gekomen.

  3. Vaststaande feiten

    Gelet op de stukken van het geding en het ter zitting verhandelde is, als tussen partijen niet in geschil, dan wel door een der partijen gesteld en door de wederpartij niet of niet voldoende weersproken, het volgende komen vast te staan:

    3.1. Belanghebbende beschikt op verschillende locaties over installaties waarin zij vloeibare produkten opslaat voor haar opdrachtgevers. De daartoe dienende opslagtanks zijn in veel gevallen voorzien van drijvende daken.

    3.2. Aan belanghebbende is op grond van het Besluit administratieve controle fictief douane-entrepot 1967 (hierna: FEMAC) en het Besluit administratieve controle minerale oliÎn (hierna: ACM) bij beschikking vergunning verleend tot het vestigen van een zogenoemd fictief douane- en accijnsentrepot met administratieve controle. Dit entrepot omvat de tankinstallaties "M", "N", "O" en "T". Een afdruk van bedoelde beschikking met de daaraan verbonden voorwaarden behoort tot de stukken van het geding.

    3.3. In 1992 is bij belanghebbende over de jaren 1990 en 1991 een onderzoek ingesteld naar de naleving van de in evenvermelde vergunning neergelegde voorwaarden en bepalingen.

    Op de locaties M, N, O en T zijn verschillen geconstateerd tussen de volgens de bijbehorende documenten ingeslagen hoeveelheid produkt en de in de opslagtanks aanwezige hoeveelheid. Voor zover deze verschillen (tekorten) op dat moment niet konden worden verklaard werden zij als een vermis aangemerkt en hebben zij dientengevolge tot de hierna per locatie berekende correcties.

    M: (...)

    N: (...)

    O: (...)

    T: (...)

    totaal ƒ a.

    3.4. Op 24 november 1992 wordt voor dit bedrag de onderwerpelijke "UITNODIGING TOT BETALING van het hoofd Douane district P" verzonden aan belanghebbende. Hierin wordt verwezen naar een met dezelfde dagtekening aan belanghebbende verzonden -toelichtende- brief.

    3.5. In haar brief van 27 november 1992 aan "het Douane District P" vermeldt belanghebbende, voor zover thans van belang:

    "Betreft: Uitstel tot betaling.

    ===============================

    Hierbij verzoeken wij u beleefd ons uitstel van betaling te verlenen voor uw uitnodiging tot betaling nummer 000000 d.d. 24 november 1992 groot ƒ a.

    De reden voor dit verzoek om uitstel is [dat] wij op zeer korte termijn met een officieel bezwaarschrift zullen komen op uw brief d.d. 24 november 1992 (...) waarin wij de tekorten op de aanvoerverschillen nader zullen toelichten en waarom wij van mening zijn dat er verschillende tekorten niet voor onze rekening zijn. ..."

    3.6. De daarop volgende brief van 3 december 1992 met als briefhoofd "Douane district P" en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT