Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 5 de Junio de 2012
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 5 de Junio de 2012 |
Uitgevende instantie: | Gerechtshof Amsterdam (Nederland) |
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
VIJFDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
ARREST
in de zaak van:
[APPELLANT],
wonende te [woonplaats],
APPELLANT IN HET PRINCIPAAL BEROEP,
VERWEERDER IN HET INCIDENTEEL BEROEP,
advocaat: mr. G.P. Roth te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NOORDNEDERLANDS EFFEKTENKANTOOR B.V.,
gevestigd te Groningen,
GEÏNTIMEERDE IN HET PRINCIPAAL BEROEP,
APPELLANTE IN HET INCIDENTEEL BEROEP,
advocaat: mr. A. van Hees te Amsterdam.
-
Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
De partijen worden hierna wederom [appellant] en NNEK genoemd.
Op 22 november 2011 is door het hof in deze zaak een tweede tussenarrest (hierna: het tweede tussenarrest) uitgesproken. Voor het verloop van het geding tot dan toe wordt verwezen naar het tweede tussenarrest.
Vervolgens heeft [appellant] een akte na tussenarrest genomen.
Daarna heeft NNEK een tweede antwoordakte na tussenarrest genomen.
Ten slotte is arrest gevraagd.
-
De verdere beoordeling
2.1 Het hof blijft bij en bouwt hierna voort op hetgeen in het tweede tussenarrest is overwogen en beslist.
2.2 In het tweede tussenarrest onder 2.3 e.v. heeft het hof als volgt overwogen:
2.3 Bij akte na tussenarrest heeft [appellant] een door [H.] opgestelde schadeberekening, gedateerd 7 november 2008, in het geding gebracht.
2.4 Bij antwoordakte na tussenarrest heeft NNEK gemotiveerd (de grond¬slagen van) de schadeberekening van [H.] bestre¬den. Daartoe heeft NNEK een aantal vragen voorgelegd aan prof. dr. [K.]. [K.] heeft bij rapport van 17 juli 2011 met 20 bijlagen de gestelde vragen beantwoord en een drietal schadeberekeningen (bijlage 18, 19 en 20) opgesteld.
2.5. Het hof ziet aanleiding [appellant] in de gelegenheid te stellen bij akte te reageren op het door NNEK in het geding gebrachte rapport van 17 juli 2011, in het bijzonder op de drie schade¬berekeningen.
2.3 Vervolgens heeft [appellant] bij akte na tussenarrest op het rapport van [K.] gereageerd en heeft NNEK nog een tweede antwoordakte na tussenarrest genomen.
2.4 Bij de berekening van de schade van [appellant] geldt als uitgangspunt dat de waarde van zijn portefeuille bij aanvang van het beheer volgens de Premselaar-methode, begin januari 1999, € 1.647.197,- bedroeg en bij het einde van het beheer eind mei 2002 € 25.474,-. Voorts staat vast dat [appellant] in de periode januari 1999 tot en met mei 2002 per saldo (opnamen – stortin¬gen) € 643.896,- heeft opgenomen.
2.5 In het zogenoemde ‘1...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT