Voorlopige voorziening van Rechtbank 's-Gravenhage, Gravenhage, 22 de Enero de 2001

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak22 de Enero de 2001
Uitgevende instantie:'s-Gravenhage

President van de Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage

sector bestuursrecht

vreemdelingenkamer

__________________________________________________

UITSPRAAK

ingevolge artikel 8:84 Algemene wet bestuursrecht

juncto artikel 33a en 33b Vreemdelingenwet

__________________________________________________

Reg.nr: AWB 01/1143 VRWET

Inzake: A, verzoeker, woonplaats kiezende ten kantore van zijn gemachtigde, mr. P.A. Blaas, advocaat te Boxtel,

tegen: de Staatssecretaris van Justitie, verweerder,

gemachtigde mr. C.F.D. Kagenaar, ambtenaar ten departemente.

  1. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING

    1. Verzoeker, geboren op [...] 1961, bezit de Iraanse nationaliteit. Hij verblijft sedert 15 maart 1995 als vreemdeling in de zin van de Vreemdelingenwet (Vw) in Nederland. Op 15 maart 1995 heeft hij een aanvraag ingediend om

      toelating als vluchteling en om verlening van een vergunning tot verblijf. De aanvragen zijn bij besluit van 11 april 1995 niet ingewilligd. Verzoeker heeft tegen dit besluit een bezwaarschrift ingediend, dat verweerder bij besluit

      van 15 augustus 1996 ongegrond heeft verklaard. Het door verzoeker ingediende beroep is bij uitspraak van deze rechtbank van 20 november 1996 ongegrond verklaard.

    2. Op 8 januari 2001 heeft verzoeker wederom een aanvraag ingediend om toelating als vluchteling. Hierop is door verweerder op 10 januari 2001 afwijzend beslist. Verzoeker heeft tegen dit besluit een bezwaarschrift ingediend.

      Verweerder heeft op grond van artikel 32 Vw bepaald dat uitzetting gedurende de periode dat het bezwaar aanhangig is, niet achterwege zal worden gelaten.

    3. Op 11 januari 2001 heeft verzoeker de president van de rechtbank verzocht een voorziening te treffen die ertoe strekt de uitzetting achterwege te laten, totdat op zijn bezwaarschrift is beslist. Verweerder heeft de op de zaak

      betrekking hebbende stukken ingezonden en in zijn verweerschrift geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek.

    4. De openbare behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 18 januari 2001. Partijen hebben zich door hun gemachtigde doen vertegenwoordigen.

  2. OVERWEGINGEN

    1. Ingevolge artikel 8:81 Algemene wet bestuursrecht kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld, dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is

      ingesteld, de president van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

    2. Verzoeker legt aan zijn onderhavige aanvraag en het onderhavige verzoek ten grondslag dat hij in aanmerking komt voor toelating in Nederland. Ter...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT