Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 13 de Septiembre de 2005

Datum uitspraak13 de Septiembre de 2005
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

13 september 2005

Strafkamer

nr. 03462/04 J

SG/IV

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 september 2004, nummer 23/000125-04, in de strafzaak tegen:

[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984, wonende te [woonplaats].

  1. De bestreden uitspraak

    Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Kinderrechter in de Rechtbank te Amsterdam van 10 april 2003 - de inleidende dagvaarding nietig verklaard.

  2. Geding in cassatie

    Het beroep is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing naar het Hof, teneinde op het bestaande beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

  3. Beoordeling van het middel

    3.1. Het middel komt met twee klachten op tegen 's Hofs oordeel dat de inleidende dagvaarding nietig dient te worden verklaard.

    3.2. Bij inleidende dagvaarding is aan de verdachte tenlastegelegd dat

    "hij op of omstreeks 14 oktober 2000 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, het Museumplein op de kruising met de Honthorststraat, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk geweld heeft gepleegd tegen goederen, welk geweld bestond uit het opzettelijk (met kracht) gooien van een steen, in elk geval een hard voorwerp tegen een gebouw op de hoek van het Museumplein/Honthorststraat;"

    3.3. Ter terechtzitting in eerste aanleg van 2 november 2001 is de tenlastelegging op vordering van de Officier van Justitie gewijzigd in die zin dat daaraan is toegevoegd "en/of het gooien van een of meer hoeveelhe(i)d(en) grind in de richting van een of meer ambtenaren werkzaam bij het politiekorps Amsterdam/Amstelland;"

    3.4. In zijn arrest heeft het Hof het volgende overwogen:

    Het hof is van oordeel dat de inleidende dagvaarding nietig behoort te worden verklaard.

    Het tezamen en in vereniging met anderen geweld plegen tegen goederen is innerlijk tegenstrijdig met het gooien van ÈÈn steen of ÈÈn hard voorwerp. Het bij wijziging tenlastelegging toegevoegde geweld is gericht tegen personen en niet tegen goederen.

    De tenlastelegging is ook daardoor innerlijk tegenstrijdig en voldoet dientengevolge niet aan de daaromtrent in artikel 261, eerste en tweede lid van het Wetboek van Strafvordering neergelegde voorschriften.

    3.5. De parlementaire geschiedenis van de wet van 25 april 2000, Stb. 2000, 173, waarbij art. 141 Sr is gewijzigd, houdt ten aanzien van de vereiste betrokkenheid der medeplegers - voorzover in de onderhavige zaak van belang - onder meer het volgende in:

    "De verruiming van de reikwijdte van artikel 141 WvSr krijgt gestalte door de vervanging van de woorden "met verenigde krachten" door de woorden "in vereniging". De woorden "in vereniging" drukken uit dat de samenwerkingseis van artikel 141 WvSr onverkort blijft gelden: het "verenigde" van de krachten wordt voortgezet in de eis dat in vereniging geweld moet zijn gepleegd. Aan deze vereniging worden geen strengere eisen gesteld, wat betreft de nauwheid en de volledigheid van de samenwerking, dan bij het huidige artikel 141 WvSr het geval is. Anders dan bij moord en bij diefstal gewoonlijk het geval is, zal - zo werd reeds gesteld - aan openlijke geweldpleging veelal niet een fase van voorbereiding voorafgaan. De samenwerking kan zeer wel bestaan uit niets meer dan een gezamenlijk gepleegde, niet voorbereide vernieling of mishandeling. Net als thans kan ook na de voorgestelde wijziging in dergelijke gevallen zeer wel van openlijke geweldpleging sprake zijn.

    Het verschil met de huidige delictsomschrijving zit uitsluitend in het ontbreken van het woord "krachten". Anders dan thans is niet langer doorslaggevend of de verdachte "krachten" heeft aangewend die met die van anderen verenigd zijn. Voldoende is, dat hij deel uitmaakt van de groep die het openlijke geweld heeft gepleegd, en een bijdrage heeft geleverd aan dat geweld. Die bijdrage k‡n bestaan in het plegen van een gewelddadige handeling, dat hoeft echter niet. De betrokkene kan ook met een bivakmuts hebben...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT